In het op 1 september uitgevaardigde persbericht van de Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) werd uitgebreid ingegaan op het ongezonde voedingspatroon van de Nederlandse bevolking. Daarbij trok men wel de conclusie dat de voedselveiligheid aanmerkelijk verbetert was.
“Het voedsel in Nederland is veiliger dan het ooit is geweest, zowel wat betreft voedselinfecties (microbiologische besmettingen) als chemische verontreinigingen. Zo is bijvoorbeeld het aantal salmonella-infecties de laatste 20 jaar met tweederde afgenomen tot 50.000 gevallen per jaar in 2003. Ook de verontreiniging van voedsel en moedermelk met bijvoorbeeld dioxinen is sterk afgenomen. De overheid (regelgeving en handhaving) en het bedrijfsleven (veiliger producten) hebben hierbij een belangrijke rol gespeeld.
Toch is het belangrijk om aandacht te blijven besteden aan de veiligheid van het voedsel. Jaarlijks komen er 300.000 tot 700.000 gevallen van maag-darmziekten voor als gevolg van voedselinfecties. Zo komen bijvoorbeeld door chemische bestanddelen in de voeding er per jaar ongeveer 32.000 gevallen van voedselallergie voor.
Ook moet rekening gehouden worden met nieuwe bedreigingen. Zo kunnen nieuwe voedselinfecties optreden door de mondialisering van voedselproductieketens en door een toenemende consumptie van rauwe en onbewerkte producten” aldus het bericht van het RIVM.
Bij dit bericht wilde ik toch wat kanttekeningen zetten.
De toenemende consumptie van onbewerkte producten zou alleen maar een zegen zijn in mijn optiek omdat onderzoeken hebben aangetoond dat met het milieu, de intensieve landbouwmethoden, de uitgeputte grond, opslag en transport alleen maar kostbare ingrediënten verloren gaan. In het rapport wordt voledig voorbij gegaan aan onderzoeken die aantonen dat de kwaliteit van onze voeding de laatste 50 jaar 75% is achteruitgegaan!
Gezien deze rapporten en de feiten die aantonen dat 75% van de mensen in het D. Merritt MD onderzoek niet voldoen aan de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (ADH) vraag ik mij af op welke feiten het RIVM zich baseert?
Bij deze aanbeveling van het RIVM zet ik dan ook zeer grote vraagtekens gezien de vele onderzoeken waarnaar op deze site verwezen worden die in een geheel andere richting wijzen.
“Volwassenen die zich houden aan de Richtlijnen Goede Voeding krijgen voldoende voedingsstoffen binnen en hebben deze producten niet nodig. Alleen specifieke risicogroepen zoals kinderen en ouderen met tekorten aan sommige micronutriënten zouden er in beperkte mate baat bij kunnen hebben, bijvoorbeeld vitamine D.
Sommige micronutriënten (vitamines, mineralen) kunnen schadelijke effecten hebben als ze in te grote hoeveelheden worden ingenomen, bijvoorbeeld vitamine B6. Op dit moment zijn er vitaminepreparaten op de markt die gehaltes hebben die ver boven de veilige inname grens liggen. Als deze worden ingenomen naast een gewone voeding dan bestaat het gevaar van overconsumptie. Dit gevaar wordt nog groter als er ook nog andere functionele voedingsmiddelen met dezelfde werkzame stof worden gebruikt”.
Het JANA rapport waarbij 89.747 mensen intracellulair getest werden bracht alleen maar tekorten aan het licht. Bovendien toonde men duidelijk de biochemische individualiteit van mensen aan. Sommigen hebben nu eenmaal een overdosis vitaminen en mineralen nodig om voldoende opname te garanderen. Ik neem dan ook aan dat het RIVM nog nooit van deze gegevens kennis heeft genomen.
[wp-rss-aggregator exclude=”7853,7763,7752,7725,7712″]