Wetenschap: Wie kunnen wij (nog) geloven?

Gezonde voeding: Wie kunnen we geloven?
Waarom geven voeding studies geen definitief antwoord?

Er worden vele gemeenschappelijke studies gedaan naar voeding, geen enkele studie geeft echter het definitieve antwoord!

By Meir J. Stampfer, M.D., PH.D., and Patrick J. Skerrett
Newsweek

pagina verhuist van uitdaging.net
artikel van voor 2012

Iedereen die de krantenkoppen volgt over margarine, boter, voedingsvezels, vitamine E of koolhydraat arme diëten (om er maar een paar te noemen) zal zich afvragen; Waarom spreken wetenschappers elkaar tegen? Een goede vraag die echter ook een goed antwoord heeft. Als je grote gezondheid vraagstukken kon oplossen door het bestuderen van vitamine in een laboratorium en met proeven bij muizen was het vrij eenvoudig. Maar onderzoek naar gezonde voeding heeft twee bepalende variabelen; mensen en wat ze eten. Beiden geven weerstand bij controle en exacte metingen maar deze zijn niet buiten het bereik van de wetenschap. Hier zijn sommige van de gereedschappen die we gebruiken bij onderzoek naar gezonde voeding en sommige van de valkuilen die we ervaren.

Geval – controle studies (Case-control studies)
Om een case-control studie te doen identificeer je mensen een bepaalde ziekte en een gelijkwaardige groep die de ziekte niet heeft. Vervolgens ga je hun dieet beoordelen en andere factoren om te zien of beide groepen bepalende verschillen vertonen. Een probleem met case-control studies is dat mensen met een ziekte terugkijken door een gekleurde bril naar het verleden met de vraag; “Waarom ik?” Het is moeilijk om zelf een helder beeld te geven van je voedingspatroon en leefstijl. Een voorbeeld is de grote verpleegsters gezondheidstudie (the Nurses Health Study). Verschillende jaren geleden kwam daardoor in het nieuws dat borstkanker gerelateerd was aan vet eten doordat onderzoekers gezonde mensen vroegen naar de hoeveelheid vetgebruik. Een paar jaar nadien, nadat sommigen van hen borstkanker hadden gekregen werden de vragen opnieuw gesteld. De inmiddels ziek geworden verpleegkundigen rapporteerden toen meer vetgebruik dan bij hun vorige ondervraging in het verleden. De betrouwbaarheid van wat mensen zich menen te herinneren blijkt geen goed beeld te geven.

Stofwisseling studies. (Metabolis study)
Dit houdt in dat een klein aantal vrijwilligers die een speciaal samengesteld dieet volgen voor een korte periode. Door deze personen op vastgestelde interval periodes te testen kan vastgesteld worden hoe deze reageren op cholesterol, bloeddruk en andere biologische markers. Deze studies zijn vaak echter te kort om effecten aan te tonen van incidenten als bijvoorbeeld hart en vaat ziekten.

Cohort studies.
De definitie van cohort luidt: een groep individuen met een gemeenschappelijk kenmerk (bijv. leeftijd) waaronder een onderzoek wordt verricht. Onderzoekers volgen een grote groep mensen voor een langere periode en krijgen vragen over het gebruik van gezonde en minder gezonde voeding, hun levensstijl en gezondheidsrisico’s. Bijvoorbeeld; Krijgen mensen die bewerkte granen eten meer te maken met diabetes dan mensen die volkoren granen gebruiken? In een cohort studie is de uitkomst minder afhankelijk van het beperkte en gekleurde geheugen van de persoon maar het onderzoek berust nog steeds op vragen. Wat echter onduidelijk blijft is; Als mensen die meer volkoren granen eten toevallig ook minder roken en meer sporten, welke factor is dan bepalend in het verlagen van diabetes risico? Een cohort studie kan zulke vragen nooit voldoende beantwoorden.

Willekeurig uitgevoerde proeven (Randomized trials).
Deze methode is geld als de standaard waarop andere testen beoordeeld worden. Net als bij de cohort studie verzamel je een grote groep vrijwilligers. Echter in plaats van deze groep simpel te ondervragen over hun gewoontes worden deze willekeurig verdeeld in twee groepen. De experimentele groep krijgt een voorgeschreven dieet terwijl de controle groep doorgaat met de voor hun vertrouwde levensstijl. Na een bepaalde tijd worden beide groepen vergeleken op bijvoorbeeld hartinfarcten, long kanker, of Alzheimer. Als bijvoorbeeld de levensstijl van beide groepen vrijwel gelijk is behalve hun voedingspatroon dan wordt de gezonde voeding (of ongezonde) aangewezen als de mogelijk voor de hand liggende reden in het verschil van de gezondheidtoestand. Helaas zelfs deze methode heeft zijn beperkingen. Hier zijn de belangrijkste.

Timing:
Gezonde voeding factoren hebben effect op verschillende ziektes op verschillende tijden. Neem hart en vaatziektes als voorbeeld. Sommige voedingstoffen als visolie hebben een helend effect wanneer het hart bloot staat aan het gevaarlijk dichtslippen van de aderen. Maar antioxidanten hebben eerder het meeste effect wanneer de eerste ontwikkeling plaatsvindt van cholesterol plaketten. Hetzelfde geld voor vrouwen en het preventief nemen van foliumzuur voor en gedurende de eerste maanden van de zwangerschap bij het voorkomen van een open ruggetje bij de baby. (spina bifida) Foliumzuur heeft echter heeft echter geen effect meer als de vrouw het neemt in het midden van de zwangerschap. Zelfs een goed opgezette testmethode kan het timing effect over het hoofd zien.

Tijdsduur:
Chronische ziektes ontwikkelen zich gedurende tientallen jaren maar het is vrij moeilijk en kostbaar om een klinische test meer als enkele jaren vol te houden. Om de kans te verhogen om bepalende zaken te ontdekken is de focus van een onderzoek dan ook vaak op reeds zieke mensen of de erfelijke aanleg in de familie. Als voorbeeld; de Lyon Diet Heart Study vond plaats onder overlevenden van een hartaanval omdat ze een hoog risico lopen op een tweede hartaanval. Een groep vrijwilligers (de controle groep) krijgt een vetarm dieet terwijl de andere groep op een mediterraan dieet volgt wat rijk aan groente, fruit en gezonde vetten is. Als de deelnemers zouden bestaan uit gezonde mensen zou het jaren en jaren duren voor er verschillen aan het licht zouden komen. Met zieke mensen werd echter al na 27 maanden aangetoond dat het volgen van het mediterraan dieet minder vervolg hartaanvallen teweeg bracht. Deze benadering geeft echter geen volledig zeker bewijs. Het bloedvaten medicijn project (Coronary Drug Project) dat gestart werd in 1966 vergeleek de effecten van vier vroegtijdige cholesterol verlagende medicijn behandelingen onder 8.000 mannen. (clofibrate, dextrothyroxine, estrogen and the B-vitamin niacin) Aan het einde van de studie in 1975 was het aantal doden in alle vier de groepen vrijwel gelijk. Toen er echter een vervolg studie plaatsvond in 1984, lang nadat de behandeling gestopt was, hadden diegene die niacin hadden geslikt een veel lagere kans om te overlijden. De les die heiruit getrokken kan worden is; Je weet nooit hoe lang een test moet duren.

Ethisch:
Soms is het de uitdaging om niet de voordelen van gezonde voeding te meten maar om de gevaren van ongezonde voeding te bevestigen. We weten van cohort en case controle studies dat mensen die veel dierlijke vetten eten een hogere kans hebben op hart en vaatziektes. Zijn deze dierlijke vetten definitief de oorzaak? Een randomized (willekeurig) uitgevoerde test zou de meest zekere weg zijn om dit uit te vinden. Maar het uitvoeren van zo’n test waar mensen dus veel risico lopen is ethisch niet verantwoord. Alleen potentiële voordelen kunnen ethisch getest worden bij mensen.

Praktisch:
Wat is de invloed van broccoli wanneer het dagelijks gegeten wordt over een periode van 20 jaar op het voorkomen van kanker? Dat is een redelijke vraag, maar kunnen we mensen vinden die dit uit willen testen? Bovendien, wie gaat er voor de kosten van zo’n test opdraaien waar men uiteindelijk geen of lage terugverdien mogelijkheden heeft. Dat is waarom bij langdurige testen het gebruik van supplementen wordt toegepast die deze stoffen bevatten.

Ondanks deze hindernissen heeft de voedingswetenschap opmerkelijke vorderingen gemaakt over de afgelopen tientallen jaren. De voordelen van gezonde voeding rijk aan fruit, groenten, voedingsvezels, noten en onbewerkte granen zijn onomstotelijk aanwezig. Gecombineerd met voldoende beweging, een ideaal lichaamsgewicht en matige alcohol consumptie is de beste garantie op het voorkomen van chronische en andere ziektes. Hoe kunt u al de voor en tegen adviezen van vitamine, mineralen en andere belangrijke voedingsstoffen vermijden? Als start, verwacht geen vaststaande uitkomsten van onderzoeken. Dit zijn veelal aanwijzingen maar zeldzaam het definitieve antwoord. Geef de voorkeur aan studies uitgevoerd bij mensen in plaats van dierproeven of onder laboratoriumomstandigheden. Bepalend zijn ook de harde cijfers van ziektes in plaats van aanwijzingen die mogelijk leiden tot. Resultaten zijn het meest overtuigend als verschillende studiesoorten leiden in de zelfde richting. Houdt in gedachten dat gezonde voeding niet de enige magische richting is om te volgen. Zelfs op zijn best is het slechts een van de gezonde pijlers van een gezonde levensstijl.

Stampfer M.D. maakt deel uit van de afdeling epidemiologie aan de Havard school van publieke gezondheid en is de bewerker van Vitamine en Mineralen; Wat u moet weten. dat gepubliceerd is door de Harvard Medical School.

Voor meer informatie ga naar: over Newsweek ga naar:

Vertaling met toestemming van Meir J. Stampfer, M.D., PH.D