Leven in de internet matrix versus het echte leven

tv info Op 9 mei 2016 gaf Marcel Messing in Delft een lezing over transhumanisme en ethiek. Naar aanleiding daarvan heb ik onderstaand artikel, dat op 24 maart 2012 op de website van Argusoog werd gepubliceerd, enigszins herschreven. Het sluit heel mooi aan bij de lezing van Marcel Messing. Deze is hieronder te zien.

Het moderne leven

In de tijd dat ik mijn leven nog niet zo door apparaten liet bepalen en zag hoe de wereld om mij heen steeds meer gevuld werd met technologische vernuftigheden, vroeg ik me vaak af wat de werking van die ontwikkeling op het menselijk en dus ook mijn leven zou zijn. Toentertijd was ik veel meer gericht op de natuur en een zo natuurlijk mogelijk leven. Ik las daarnaast veel boeken over de achtergronden van de wereldpolitiek en de oorzaken van het onrecht in deze wereld. Ik werkte in de biologisch-dynamische landbouw en/of met mensen in therapeutische situaties. Ook dacht ik veel na over mijn eigen leven en de rol die mijn relaties met andere mensen daarin speelden. Over het geheel genomen wilde ik mijn rol in deze wereld doorgronden en door een op zelfreflectie gebaseerde innerlijke ontwikkeling, een bijdrage leveren aan het scheppen van een menselijker werkelijkheid. Mijn betrokkenheid bij het leed van anderen en het onrecht dat hen werd aangedaan was daarbij een belangrijke drijfveer, voortkomend uit een (grotendeels) verwerkt en getransformeerd eigen leed, opgelopen in mijn jeugd.

internet matrix
Waar mogelijk weerde ik de invloed van apparaten zoveel mogelijk uit mijn leven. In mijn gezinssituatie wilde ik niet meegaan met technologische innovaties, zoals het in huis halen van een cd-speler (er waren nog een platenspeler en LP’s en een casettedeck met bandjes), een video-speler en een afwasmachine. Met elkaar handmatig afwassen kan immers ook een sociaal gebeuren zijn. Ik keek niet of nauwelijks TV (en heb anno mei 2016 al jaren geen TV meer in huis). Het kloppen van slagroom deed ik zelfs bij voorkeur handmatig, daar ik er van overtuigd was dat mijn daarmee afgegeven energie aan het voedingsproduct heilzamer was dan de geëlektrificeerde klopwerking van een mixer. Ik weigerde principieel, toen dat nog kon, om gebruik te maken van een flappentapper.

Daar ik met mijn partner en kinderen samenleefde en eveneens te maken kreeg met de achterbakse dwang van het automatiseringsestablishment der beleidsmakers binnen de bankenwereld, had ik me aan te passen om mezelf en mijn kinderen niet als volledig wereldvreemd buiten te sluiten. Vanzelfsprekend had ik me van deze ontwikkeling los kunnen maken, wat ingrijpende gevolgen zou hebben voor mijn gezinsleven en maatschappelijk functioneren. Uit vrije wil heb ik daar niet voor gekozen. Ik overzie nu op dit moment de gevolgen daarvan en accepteer de verantwoordelijkheid daarvoor.

Het voorgaande speelde in de periode ’80-’90 van de vorige eeuw. Volgens het standpunt van fervente consumenten van alle nieuwe technische snufjes was ik in beginsel een aartsconservatief. Volgens mijn eigen beleving wees ik al die technische innovaties af vanuit de wetenschap dat deze een destructieve werking zouden hebben op mijn menselijke en vooral sociale kwaliteiten. Die wetenschap werd onderbouwd door het waarnemen van het antisocialiserend effect, die de TV had op de sociale relaties binnen het gezin waarin ik opgroeide en later binnen mijn eigen gezin, toen die beeldbuis niet meer was tegen te houden.

Het internettijdperk

Begin 2000 vernam ik voor het eerst van de computergenius Ray Kurzweil en zijn visie op de evolutie van de mensheid. In de jaren ’80 heb ik me verdiept in de antroposofie en herkende veel in Rudolf Steiner’s visie op en duiding van de krachtenwerkingen binnen de menselijke samenleving. Ik kon daardoor ook de geopolitieke, technologische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen, zoals die al hadden plaatsgevonden en zoals die door Kurzweil verder in de toekomst geprojecteerd werden, herkennen en in een voor mij begrijpelijk kader plaatsen.

De onderstaande afbeelding van een computer, in 1954 ontworpen door de RAND Corporation, laat zien welke waanzinnige ontwikkelingen er op dat gebied sindsdien hebben plaatsgevonden.

RAND computer

Kurzweil ziet in de toekomst een uiteindelijk totale samensmelting van mens en machine. In één van zijn laatste boeken ‘The Age of Spiritual Machines‘ voorspelt hij dat in de loop van de éénentwintigste eeuw het onderscheid tussen mens en computer verder zal vervagen. Hij voorziet dat de gemiddelde mens steeds meer tijd achter de computer zal doorbrengen en steeds meer sociale contacten via de computer zal laten verlopen. Naast het scheppen van kunstmatige intelligentie in computers is men ook al langere tijd bezig om allerlei lichamelijke functies te automatiseren via implanteerbare chips. Zo heeft Kurzweil verkondigd dat het mogelijk moet zijn om de kern van een cel te vervangen door kleine robotjes, nanobots genaamd, die de functies van zieke celkernen zouden kunnen vervangen.

Het artikel ‘De fusie van mens en machine‘ uit het jaar 2000 is een weergave van het gesprek dat Marco Visscher had met Ray Kurzweil. Daarin geeft deze aan dat de biologische uit zichzelf scheppende mens voorbij gestreefd zal worden door een door de wetenschap geschapen gecomputeriseerde menselijke machine.

Hoe zullen computers intelligenter worden dan mensen?

‘Zelfs de meest geavanceerde computer is nu nog zo’n miljoen keer eenvoudiger dan het menselijk brein. Doordat de snelheid van computers tegenwoordig ieder jaar verdubbelt, zal een gewone computer in 2020 de geheugencapaciteit en rekensnelheid van de mens hebben. Zeer binnenkort zal het al mogelijk zijn om menselijke hersenen te scannen en het zenuwstelsel te kopiëren naar een neurale computer die de zenuwcellen kan nabootsen. In 2030 zullen onze intelligentie, onze dromen, onze gevoelens, onze herinneringen – onze complete persoonlijkheid – in een computer zijn opgeslagen. Er zal worden gewerkt aan een systeem dat die neurale netwerken met andere kan combineren, zodat computers taal zullen begrijpen en kennis zullen rangschikken. Alle wereldliteratuur kun je dan in een computer invoeren en die computer kan vervolgens zelf alle vergaarde kennis ordenen. Doordat de mens tegen die tijd zal rondlopen met chips in zijn lichaam en hersenen om beter te functioneren, zullen machines alle kennis die zij in de fysieke wereld opdoen, met elkaar delen. Dat is de opkomst van een geëvolueerde computersoort.’

World Wide Mind

In mijn artikel ´WWW? Wat Willen Wij?` (dat helaas niet meer op het WWW terug te vinden is) beschrijf ik aan de hand van een aantal vragen waar de wetenschap met al haar ´schappelijke´ niet op een echt weten gebaseerde ontwikkelingen de mensheid naar toe wil leiden. De vraag is of wij dat ook willen? In dat artikel ga ik ook in op het door Kurzweil benoemde neurale internetnetwerk.

In essentie komt het er op neer dat door de mens steeds meer aan een virtuele niet bestaande werkelijkheid te kluisteren, hem daar uiteindelijk volledig in gevangen te zetten, de mens volledig van zichzelf en zijn oorsprong vervreemd raakt. Want wat zou de zin zijn van het implanteren van chips en het samen laten smelten van het menselijk bewustzijn en de computer? Daarmee kunnen de programmerende duistere bovenbazen in deze wereld ons bewustzijn van binnenuit beheersen en controleren. Het is voor hen namelijk godsonmogelijk om de mensheid met alleen uiterlijke middelen onder controle te krijgen en te houden, daar het aantal te controleren mensen verre het aantal controleurs overstijgt. Men wil ons van binnenuit in een door hen bepaalde werkelijkheid laten functioneren.

Alle geopolitieke en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen tot nu toe zijn er op gericht geweest om de mensheid zover te krijgen, vrijwillig in het bovengenoemde traject mee te laten gaan. Het uiteindelijke doel is om de mens totaal van zijn innerlijke scheppingsdrang te vervreemden en af te snijden, daarmee tot een perfecte slaaf te maken. Tenminste zij die de eugenetische- en depopulatie-programma’s in al hun vormen hebben overleefd.

De internetmatrix

In mijn eigen leven heb ik ‘helaas’ moeten constateren dat Kurzweil’s visie een zeer groot realiteitsgehalte heeft. Terugkijkend naar hetgeen ik hierboven beschreef over mijn leven in de jaren ’80 en ’90 en dan bezie waar ik nu, op basis van voortschrijdend inzicht sta en meestal zit, kan ik alleen maar constateren dat ook ik voor de computerbijl ben gegaan. Aan het begin van de 21ste eeuw deed de computer voor het eerst intrede in mijn leven, toen ik als voorzitter van een nieuw opgerichte LETS-kring een door de meewerkende gemeente gedoneerde computer kreeg. Er waren de nodige gemakken mee verbonden met betrekking tot administratie en communicatie. Zoals ik er voor heb gekozen om mijn leven door bepaalde andere technische gemakken te laten verrijken’, waaronder de cd-speler en de auto, kon ik ook geen weerstand bieden aan de gemakken van het computer- en internettijdperk.

Zoals het zo vaak gaat met technische nieuwtjes, moest ik er eerst nog aan wennen en maakte  ik er spaarzaam gebruik van omdat ik de voordelen van het oude nog zag en die wilde handhaven, maar allengs ging het gebruik een steeds grotere plaats in mijn leven innemen. Totdat, zoals in de laatste jaren, ik door allerlei ontwikkelingen en betrokkenheid bij internetactiviteiten een groot aantal uren per dag mezelf voor het beeldscherm zag zitten. Dit om toch vooral maar bij te blijven met betrekking tot de laatste ontwikkelingen in de wereld, de reacties op Argusoog te modereren, artikelen op de site te plaatsen, had te vergaderen met het team van Argusoog en allerlei andere clubs waar ik me mee verbonden had, verschillende mailadressen in de gaten moest houden, mijn betalingsverkeer moest onderhouden, af en toe nog zelf een artikel wilde schrijven, op mijn werk rapportages moest schrijven enz. En dan doe ik nog niet eens mee aan de social mediahype en heb de meest simpele mobiele telefoon.

Kortom, mijn leven bestaat momenteel voor een groot deel uit het aanwezig zijn in de internetmatrix.

De laatste tijd voel ik daar steeds meer onvrede over. Temeer daar ik op dat internet allerlei ‘sociale’ fenomenen waarneem, die mij bijzonder tegenstaan. Ik zie dat er veel sociaal destructief gedrag wordt vertoond. Wat in de hand wordt gewerkt door de mogelijkheid tot het opereren vanuit een anonimiteit. Dit probleem wordt weer mede in de hand gewerkt door de vergaande mogelijkheid tot het schenden van ieders privacy en het zichzelf daartegen willen verweren. Ik vraag me wel eens af wat er zou gebeuren als mensen elkaar in real life op dezelfde manier zouden benaderen, zoals ze dat op het internet doen. In mijn beleving zou de oorlog van allen tegen allen dan allang zijn uitgebroken.

Het masker

Via het internet kan men zich gemakkelijk verbergen achter een virtueel masker. Het bizarre is dat men vaak vanachter dat masker anderen beoordeelt, zonder deze als mens echt te kennen. Het is allemaal gebaseerd op uiterlijkheden en op het internet rondzwevende doodse woorden. Daarmee draagt men op allerlei mogelijke manieren bij aan de verwerkelijking van wat Kurzweil voor ons in de toekomst voorziet. De door duistere machtswellustelingen in gang gezette totale veruiterlijking en vermaterialisering van het leven, wordt mede door het gedrag op het internet een stap verder gevoerd. Zich niet kwetsbaar op willen stellende ego’s bevechten elkaar en dragen bij aan het in stand houden van een voortschrijdende verdeel- en heerspolitiek.

het Droste effect

Het meest bizarre is echter dat we met het internet een soort van Droste-effect hebben geschapen, waarbij het door het leven heen ontwikkelde egomasker, gebaseerd op een instinctief overlevingsmechanisme en het af willen schermen van de eigen kwetsbaarheid, op dat internet nog weer eens wordt verborgen achter een extra masker. Hiermee is een schijnrealiteit binnen de al aanwezige vermaterialiseerde schijnrealiteit geschapen. Via de computer kan dit Droste-effect eindeloos worden voortgezet, zoals met zogenaamde real life spellen op het internet als Second Life en The Sims, of met het spelen met proxy-servers, waarachter jij je kunt verbergen om zo anoniem mogelijk op het net actief te kunnen zijn.

Allemaal hebben we, zodra we de virtuele wereld van het internet betreden een virtuele identiteit met een virtueel adres, het Internet Protocol-adres (IP-adres). In onze controlemaatschappij willen de machtswellustelingen door datamining dit allemaal controleren, wat het zich verbergen achter steeds meer en moeilijker te doorgronden maskers in de hand werkt.

Vragen en nog eens vragen

Waar blijft echter de echte mens achter al die maskers? Wat is echt en wat is nep en vooral wie is echt en wie is nep? Is het ‘echte’ leven al geen façade, waarachter we alles doen om onszelf buiten beeld te houden? Hoe kunnen we dan in godsnaam een menselijker werkelijkheid scheppen, als we onze eigen menselijke kwetsbaarheid niet willen aanvaarden en als overcompensatie door middel van het ‘veilige’ masker misbruik maken van de kwetsbaarheid van anderen, zoals dat ook met de porno-industrie op het net gebeurd? Bestaat er naast de lichamelijke porno-industrie, misschien ook zoiets als een psychisch/emotionele porno-industrie? Is de eigen (ego)kennis echt het allerbelangrijkste en superieur aan die van anderen? Waar begint de verandering en hoe brengen we die gezamenlijk tot stand? Hoe komen we als mensen in het ‘echte’ leven nader tot elkaar?

Samenwerking

De roep om samenwerking klinkt in onze doorgeschoten geïndividualiseerde en gevirtualiseerde wereld steeds harder. Kan deze echter wel tot stand komen via een medium dat op basis van functionele maskers haar werkzaamheid heeft? Is samenwerking misschien alleen maar mogelijk als we elkaar in ons volledige zijn erkennen, dus met mogelijkheden, beperkingen, verschillen en overeenkomsten? In mij rijpt steeds sterker het inzicht, dat het virtuele medium van het internet, ondanks haar ook zeer positieve werking van het bieden van een mogelijkheid tot informatie-uitwisseling, eerder een blokkade is voor samenwerking dan een bijdrage er aan. Dit heeft mijns inziens alles te maken met de toenemende afhankelijkheid er van.

“Ik vrees de dag dat de technologie onze menselijke interactie zal overtreffen. De wereld zal dan een generatie van idioten hebben.” — Albert Einstein

Wij zijn in een virtuele wereld gelokt, waar we menen niet meer zonder te kunnen. Het voortdurend voor een beeldscherm met toetsenbord zitten, heeft op verschillende niveaus een energetische werking op onze menselijke energie. In de eerste plaats ontstaat daardoor een dreigend gebrek aan beweging. Het is juist het gebruik van onze lichamelijke bewegingsmogelijkheden, van onze spieren, die de wil in ons activeert. Volgens de visie van Steiner huist de menselijke wil in het spijsverteringssysteem, de onbewuste wil om voedingsstoffen van buiten af om te vormen tot lichaamseigen voedingsstoffen, en in onze ledematen. Met behulp van onze ledematen kunnen wij in de buitenwereld door middel van onze bewuste wil datgene vormgeven, door acties te implementeren die door een geïntegreerd denken en voelen zijn gedragen, dat tot een grotere bezieling van het leven kan leiden. Hij doelt hierbij op een door zuivere intuïties, dus van egocentrische smetten vrijgemaakt, ingegeven handelen in de buitenwereld.

albert einstein menselijk wezen

Naast boven genoemd energetisch effect van het veel achter de computer zitten heeft het apparaat an sich natuurlijk nog een stralingseffect, dat op den duur ongezond kan zijn. Zeker wanneer men voornamelijk gebruik maakt van draadloos internet.

Stroomuitval

Toen ik ergens halverwege dit artikel was, viel ineens de stroom uit. Dit bleek in geheel Arnhem-Zuid het geval te zijn. Mijn internet deed het niet meer, de koffiemachine niet, terwijl ik net koffie wilde maken en alle huishoudelijke apparaten waren zo dood als ze zonder voedende elektriciteit maar zijn kunnen. Gelukkig deed mijn auto het nog, dus ben ik maar boodschappen gaan doen. Daartoe ben ik naar een groot overdekt winkelcentrum in de buurt gegaan, waar een natuurvoedingszaak is gehuisvest. Op weg er naar toe, zag ik dat het verkeer een chaos was, daar de verkeerslichten het niet meer deden en trolleybussen midden op de weg stil stonden.  Bij aankomst in het winkelcentrum, was dit in een volledig duister gehuld. Van vele winkels waren de rolluiken naar beneden gelaten en gingen niet meer open. De mensen in de winkels zaten opgesloten. Van andere winkels en banken gingen de automatische schuifdeuren niet meer open, met hetzelfde effect als hiervoor beschreven. Je kunt je voorstellen dat de koelingsystemen in de winkels het niet meer deden, met gevaar voor bederf van de voedingswaren. De pinautomaten deden het niet meer, zodat de geautomatiseerde betalers zonder cash in hun zak niet meer konden betalen.

Gelukkig duurde deze stroomstoring maar ongeveer een uur, waardoor het ‘normale’ leven al snel weer op gang kwam en een ieder de consumenten- en arbeidsrol weer kon vervullen die men gewend was. Maar moet je je eens voorstellen dat zo’n stroomstoring veel langer duurt, zeg maar dagen achtereen.

Wat blijft er dan van ons dagelijks leven over? Wat blijft er dan van onze via facebook, twitter en via alle andere social media opgebouwde vrienden- en volgelingenkring over? Wat blijft er dan over van al onze internetbijdragen op fora en websites? Wat blijft er over van onze informatievoorziening, waar we zo afhankelijk van zijn geworden om ons standpunt ten opzichte van de wereld te bepalen? Hoe eenzaam zullen mensen zich dan voelen? Hoe zal het gaan met een wereld die zich heeft overgeleverd aan technologische wonderen, die ons dagelijks leven hebben ‘verrijkt’?

Wat blijft er dan van onze menselijke identiteit over?
de menselijke cyclus
Bron

Wie zijn wij?

De belangrijkste vraag die mij gedurende mijn gehele leven heeft bezig gehouden is de vraag ten aanzien van wie ik ben. In mijn jeugd heb ik veel beelden aangereikt gekregen van wie anderen dachten dat ik was. Daarna werd ik met beelden geconfronteerd die een overheid meende in stand te moeten houden van wie ik als mens ben. De laatste tijd (2012) werd ik ook regelmatig geconfronteerd met beelden van mensen, waarvan ik dacht dat ze gelijkgestemd waren, maar  die ook alleen maar op uiterlijkheden zijn gebaseerd en door hun masker zeer verwrongen zijn.

Al deze shit ter zijde schuivend ben ik mij in de afgelopen dagen in mijn volkstuin, hoe symbolisch, me maar eens bezig gaan houden met het verstouwen van een karrenvracht paardenshit en heb die op een hoop gezet. Zodat deze kan vercomposteren en als vruchtbare aarde kan dienen voor het volgende groeiseizoen. Dit als metafoor op mijn innerlijk toepassend kan ik gaan ontdekken wie ik werkelijk ben, door het vercomposteren van mijn levenservaringen. Namelijk een ziel die zich heeft gehuisvest in een menselijke jas van vlees en bloed. Die menselijke ziel heeft vele facetten, net als een diamant. Door het slijpen van de levenservaringen komen die verschillende facetten steeds mooier tot hun recht en kan deze innerlijke diamant, die mijn ziel is, steeds meer gaan schitteren. Wat ik hiermee in feite wil zeggen, of liever gezegd wil vragen is, wat heeft onze internetmatrix in feite met ons echte leven van doen? Nog duidelijker gezegd c.q. gevraagd, wat nemen wij als uitgangspunt voor ons leven, de virtuele of de door onszelf beleefde realiteit?

In mijn beleving geldt dat wat ik hiervoor over mezelf schreef voor ieder ander mens. Mijn oproep aan al die andere diamanten is daarom, laat alsjeblieft je ware schoonheid zien en laat alle maskers, inclusief de virtuele, vallen. Want een werkelijk menselijk samenleven en samen zijn kan alleen met werkelijke mensen tot stand komen.

Plan B

Gezien de snelheid waarmee het Leven wordt ingekapseld in technologische wonderen, hebben wij met elkaar andere wonderen nodig die ons de uitgang van de door het internet- en dominerende technologische matrix kunnen tonen. Daartoe is het mijns inziens noodzakelijk om ons los te maken van de afhankelijk makende technologie, die op energie functioneert die door anderen wordt beheerd. De technologie zou ons moeten dienen in plaats van ons te beheersen en te onderdrukken, net zoals met de gehele maatschappelijke structuur.

Laten we dus snel voortgang maken met het opbouwen van een sociaal netwerk, waarbinnen nieuwe initiatieven kunnen groeien en bloeien, die zich op een onafhankelijke wijze kunnen manifesteren. Dat deze er al zijn en nieuwe aan het ontstaan zijn stemt mij hoopvol en geeft me vertrouwen. Daarnaast ga ik van een ego overstijgende realiteit uit, van waaruit wij nieuwe impulsen kunnen ontvangen die ons op de voortgaande weg naar een wezenlijke menswording zullen begeleiden. Ik heb de afgelopen jaren dan ook altijd het vertrouwen gehad, dat als de tijd en de omstandigheden dat noodzakelijk zullen maken, de juiste mensen op de juiste plaats, op de juiste tijd en vanuit de juiste intenties het juiste zullen doen. Dit is voor mij het Goede.

Bij onderstaande video’s besef ik heel goed dat ook hun boodschap is weergegeven in een elektronische verpakking, maar het gaat hierbij om de essentie van de boodschap zoals die in de ook weergegeven tekst doorklinkt. Daarmee wil ik laten zien dat men ook van de imperfecte verpakking kan genieten, als men de essentie van de boodschap weet te vatten.

De vooruitziende muziekgroep The Moody Blues schreef in 1969 het volgende nummer ‘In the beginning’.

Hieronder de tekst.

[First Man:] I think, I think I am, therefore I am, I think.

[Establishment:] Of course you are my bright little star,
I’ve miles
And miles
Of files
Pretty files of your forefather’s fruit
And now to suit our
Great computer,
You’re magnetic ink.

[First Man:] I’m more than that, I know I am, at least, I think I must be.

[Inner Man:] There you go man, keep as cool as you can.
Face piles
And piles
Of trials
With smiles.
It riles them to believe
That you perceive
The web they weave
And keep on thinking free.

Pink Floyd maakte het fantastische nummer ‘Shine on you crazy diamond’

Hieronder de tekst

Remember when you were young, you shone like the sun
Shine on you crazy diamond
Now there’s a look in your eyes, like black holes in the sky
Shine on you crazy diamond
You were caught in the cross fire of childhood and stardom,
blown on the steel breeze
Come on you target for faraway laughter,
come on you stranger, you legend, you martyr, and shine!
You reached for the secret too soon, you cried for the moon
Shine on you crazy diamond
Threatened by shadows at night and exposed in the light
Shine on you crazy diamond
Well you wore out your welcome with random precision,
rode on the steel breeze
Come on you raver, you seer of visions,
come on you painter, you piper, you prisoner, and shine!
Nobody knows where you are, how near or how far
Shine on you crazy diamond
Pile on many more layers and I’ll be joining you there
Shine on you crazy diamond
And we’ll bask in the shadow of yesterday’s triumph,
sail on the steel breeze
Come on you boy child, you winner and loser,
come on you miner for truth and delusion, and shine!

Pink Floyd van het album ‘Wish you were here’, 1975

Arend Zeevat Hou je hoofd koel en vooral je hart warm. — Arend Zeevat


Momenteel gebeurt er veel in onze wereld dat menigeen zal confronteren met een zeer fundamenteel gevoel van onzekerheid en machteloosheid. Waarheid en onwaarheid zijn voor velen moeilijk te onderscheiden. De daardoor opgeroepen onzekerheid en onmacht zijn gevoelens, die we diep onbewust vanaf onze jeugd al met ons meedragen. Wereldbrand