THERAPIE VOOR LAGE METABOLISCHE ENERGIE. ALS GEVOLG VAN ONVOLDOENDE SCHILDKLIER- EN BIJNIERWERKING – EEN GEHEIM GEHOUDEN FEIT –
Door Bruce Rind, MD
Uit Wise Traditions, Zomer 2009
Nederlandse vertaling Rob Hundscheidt.
Ben je vaak moe of te neergeslagen ?
Heb je problemen met slapen ?
Heb je problemen met je lichaamsgewicht ?
Heb je het altijd koud en kun je het niet warm krijgen ?
Heb je een droge huid ?
Kun je soms maar moeilijk iets herinneren ?
Als het antwoord op een van de bovenstaande vragen “Ja” is, en je denkt dat het gewoon maar iets is waar je mee moet leven, dan denk daar liever nog maar eens over na.
Terwijl al het bovenstaande op niets meer lijkt dan een dagelijks voorkomende vervelendheden, zijn dit in feite alle symptomen van lage metabolische energie. De beste manier om van deze symptomen af te komen – en de metabolische energie te herstellen – is het onderliggende probleem te corrigeren. Wat veroorzaakt die lage metabolische energie ?
De meest algemeen voorkomende oorzaak is slechte schildklierfunctie, slechte bijnierfunctie, of meestal een mengsel van beide. Een andere erg vaak voorkomende oorzaak is een hormonaal onevenwicht – vooral lage progesteron of oestrogene dominantie bij vrouwen of lage testosteron bij mannen. Het herstellen van de metabolische energie helpt het lichaam zichzelf te helpen, en laat het zelfreparatie-mechanisme weer goed functioneren en de gezondheid herstellen.
WAT VEROORZAAKT EEN LAGE METABOLISCHE ENERGIE ?
Ieder proces dat in ons lichaam plaatsvindt vereist energie – vooral metabolische energie.
Als je lichaam niet voldoende energie heeft om goed te kunnen functioneren dan zal ieder deel van het lichaam op zijn eigen eigen unieke manier slecht of verkeerd functioneren. Zo is het bijvoorbeeld zo dat als de hersenen te weinig energie krijgen, dat het gedachteproces zoals herinnering en concentratie verslechteren.
Het lichaam heeft energie nodig om zichzelf warm te houden; daarom wordt een lage lichaamstemperatuur gewoonlijk begeleid met een lage metabolische energie (voor meer voorbeelden kijk op de symptoomlijst). In onze cellen is makkelijk te gebruiken energie aanwezig in de vorm van ATP (adenosine triphosphate) moleculen. Het lichaam converteert vet en koolhydraten in ATP dat dan wordt gebruikt als energie, alhoewel zijn er ook andere factoren in betrokken over hoe goed ons lichaam deze conversie kan maken.
De schildklier die onderaan de hals zit maakt het hormoon T4 (thyroxine). T4 converteert tot T3 (triiodothyronine) en RT3 (Omkeren, vertragen van T-3). Het is T3 die de ATP-machinerie in iedere levende cel aan zet, terwijl de RT3 het vertraagt. De productie van deze schildklierhormonen wordt gecontroleerd door TSH ( Thyroid Stimulating Hormone) wat vrijkomt uit de hypofyse in de hersenen. De hypofyse krijgt zijn orders van de hypothalamus (ook deel van de hersenen).
De bijnieren die boven op iedere nier zitten, helpen het lichaam om te gaan met stress. Als de metabolische activiteit te hoog is, dan zien de bijnieren dat als een stressfactor. In antwoord op deze stress, zal de hypothalamus aan de hypofyse doorgeven om minder TSH te produceren, en zo wordt de productie van TSH en de schildklieractiviteit verlaagd.
Gebaseerd op de bovenstaande gegevens zijn enkele oorzaken van de lage metabolische energie als volgt:
1. De schildklier kan niet voldoende T4 maken (hypothyroidisme).
2. De adrenale klieren (bijnieren) zijn te zwak om de stress van de normale metabolische energie-behoefte van het lichaam aan te kunnen en dwingen een afname van de energieproductie af.
3. De enzymen (cellulaire machinerie) die ATP maken kunnen teruggehouden worden als gevolg van de chemische tussenkomst van toxines, gebrek aan of geheel ontbreken van ingrediënten (vitamines en mineralen), of niet kunnen functioneren als gevolg van een auto-immuunziekte of oude virale schade.
4. Een onevenwicht van hormonen, zoals het groeihormoon, testosteron, oestrogeen of progresteron.
5. Zware calorieënrestrictie.
DE DIAGNOSE VAN METABOLISCHE ENERGIEPROBLEMEN.
Om de energie te herstellen tot op gezondheidsnivo moeten de veroorzakende problemen worden gecorrigeerd. Blootstelling aan chemische stoffen, voedingsgebreken, voedselallergieën (zoals allergie voor tarwe), vitale factoren en auto-immuune schade zijn alle tot op een bepaalde hoogte overal voorkomend. Als ze zwaar genoeg zijn kan een van deze factoren (of een combinatie van enkele minder zware) het metabolische mechanisme van het lichaam overweldigen en de oorzaak van het probleem worden.
Dit artikel is meer gericht op het lage metabolisme dat veroorzaakt wordt door een disfunctie van de schildklier of van de bijnieren, of door een combinatie van die twee.
Voordat ik verder ga wil ik een observatie uitleggen die ik maakte met betrekking tot het verband tussen de schildklier en de bijnieren. Die schijnen namelijk zelfs nog een ander verband te hebben. De manier hoe we er uit zien (lichamelijk en emotioneel) lijkt een functie te hebben van hoe de schildklier en bijnieren met elkaar in verband staan. Lage bijnierfunctie kan er uitzien als een veel te hoge schildklierwerking – dat betekent dat lijders aan beide erg mager en bleek kunnen zijn, nerveus zijn, hartkloppingen hebben, en een onstabiele temperatuur. Daarentegen kan een lage schildklierfunctie symptomen hebben die lijken op een te hoge bijnierwerking – dat is dat lijders aan beide symptomen zwaarder dan normaal kunnen zijn, een roodachtige gezichtskleur hebben, een stabiele temperatuur hebben en een kalme gedragswijze.
Als een slechte schildklierfunctie de enigste ooraak van laag metabolisme functioneren is, zien we een typisch roodachtige huid, een dunner wordt aan de buitenkant van de wenkbrauwen, makkelijke gewichtstoename, depressie, traag bewegen, erg veel slapen, hoge bloeddruk en een verminderd in staat zijn om infecties te bestrijden. Daarentegen als slechte adrenale functie de enigste oorzaak van lage metabolisch functioneren is, dan zien we een typische bleekheid, volle wenkbrauwen, moeilijkheden om gewicht bij te komen (als het probleem te zwaar is), moeilijkheden om gewicht te verliezen (als het probleem matig is) angsten, overdreven schrikachtigheid, slapeloosheid en een niet verfrissende slaap, lage bloeddruk, allergieën en auto-immune problemen.
De meeste mensen hebben eerder een mengsel van slechte schildklierfunctie en slechte bijnierfunctie dan louter het een of de andere, en daarom een mengsel van de symptomen.
In mijn praktijk heb ik enkele werktuigen ontwikkeld die goed helpen in het diagnosticeren van de oorzakelijke problemen en een vergemakkelijkte behandeling (zie het diagram op pag. 18). Ze voorzien in een erg nuttige feeddbackwerktuig voor een juiste diagnose en behandeling van lage metabolische energie.
De BEHANDELING VAN LAGE METABOLISCHE ENERGIE.
Waar kunnen we beginnen, bij de bijnieren of de schildklier -insufficientie ? Als beide, de aderenale en de schildklier te zwak zijn, dan moeten eerst de bijnieren hersteld worden alvorens de schildklier (zie de Metabolische Scorekaart TM, op pagina 20, om te zien of het probleem bij de bijnieren ligt of bij de schildklier, of bij beide).
Als de bijnieren te zwak zijn, dan is zelfs een normale schildklieractiviteit een belasting er op. Men kan zich “hypo-adrenaal” kunnen gaan voelen (koud hebben, gewichtsverlies, dryness, vermoeidheid, slapeloosheid, en angsten) en dan draait het lichaam natuurlijk zijn eigen schildklierproductie naar beneden door de productie van RT3. Andersom is het zo dat als de bijnieren sterk zijn en de schildklier te zwak is of niet in staat om de bijnieren bij te houden, dat men zich “hypothyroid” begint te voelen (intolerantie voor warmte, gewichtstoename en vloeistofretentie, grote behoefte aan slaap, en depressie). Een algemeen veel gemaakte fout door medische artsen is dat ze zich geheel op de schilklier richten en de bijnieren ignoreren. In een verzwakte toestand van de bijnieren en het voorschrijven van schildkliermedicatie die T3 of T4 bevat, kan dit beperkte of voorbijgaande verbetering voortbrengen. Daaropvolgende vermeerdering van de dosis biedt dan maar weinig of geen voordeel omdat de medicatie de energiemachinerie in de overdrive gooit. Jammer genoeg is dit hoger energienivo niet duurzaam vanwege de stress op de bijnieren. Uiteindelijk zullen de bijnieren vermoeid worden en de symptomen van lage energie zullen terugkeren.
Als echter de bijnieren goed functioneren, kunnen de schildklierhormonen hun werk goed doen en het resultaat is goede metabolische energie. Een andere manier om dit verband tussen bijnieren en schildklier te bezien is over de schildklier te denken dat deze de energie “genereert” terwijl de bijnieren in staat moeten zijn om de energie te verwerken, er mee om te gaan. Als de schildklierenergie te groot voor de mogelijkheid van de bijnieren is om er mee om te kunnen gaan, zal het lichaam de schildklierenergie naar een lager nivo brengen, zoveel dat die in staat is zich aan te passen aan wat de bijnieren veilig mee om kunnen gaan. Soms probeert de arts de patiënt beter te laten voelen door de schildklierdosis te verhogen of zelfs een T4-T3-combinatie te geven zoals Armour Thyroid of gewoon een T3 ondersteuning zoals Cytomel.
Het probleem met deze benadering is dat die het systeem dwingt om op een hogere energie te functioneren dan dat de bijnieren mee om kunnen gaan. In het begin hebben de bijnieren nog genoeg reserves om met de hogere schildklierenergie om te kunnen gaan zodat de patiënt zich dus beter voelt. Als de (adrenale) reserves echter uitgeput zijn (dit kan binnen enkele dagen, weken of maanden optreden) dan kan de patiënt vermoeidheid krijgen, angsten, vlagen van snelle hartslag of het gevoel van zulke aanvallen (ritmestoringen) of andere symptomen van beide, hoge schildklierfunctie of van lage bijnierfunctie (zie de Metabolische Scorekaart TM). Dit is de “crash en verbrandings”-fase van een schildklierbehandeling die de capaciteit van de bijnieren negeert om met de schildklierondersteuning om te kunnen gaan. Dit wordt vaak opgevolgd door een aanbeveling voor een anti-angst of anti-depressiemedicatie.
FUNDAMENTELE ADRENALE HERSTELPRINCIPES.
In het algemeen is het zo dat stress een belasting doet op de adrenale klieren. We kunnen stress definiëren als iets dat onze overleving uitdaagt, ons plezier, onze voorspoed, veiligheid of stabiliteit. Het is iets dat ons systeem dwingt zich aan te passen, zoals verandering van omstandigheden, extreme temperaturen, veranderingen in de biochemie (zoals een plotselinge verandering van supplementen, medicatie, of zelfs een verandering van voedingswijze). Infectie, gebrek aan slaap of liefde zijn stressoren. Schimmel is in het algemeen een ernstige stressfactor, maar moeilijk te vermijden.
Het tegenovergestelde van stress zoals plezier, adequate rust en comfort, vrede, veiligheid, stabiliteit en goede voedingsstoffen zijn voorbeelden van factoren die de bijnieren ondersteunen. Dus is het duidelijk dat we deze kwestie het best benaderen door de stressoren te vermijden en die dingen uitzoeken die helpen.
In zoverre het de voedingswijze betreft is het belangrijk om meer proteïnes te eten en meer goede vetsoorten (geen plantaardige oliën) en koolhydraten te beperken, vooral suikers. Vermijd stimulanten en fysiologisch stressvolle substanties zoals cafeïne, dieetpillen, chocolade, alcohol en sigaretten. Als je allergieën hebt, dan vermijd de allergie-veroorzakende substanties; de meest algemeen voorkomende allergiebevorderende substaties zijn tarwe en zuivelproducten. Alhoewel het verbazend klinkt, is het zo dat we de neiging hebben om naar voedselsoorten te hunkeren waarvoor we allergisch zijn.
De metabolische activiteit (de chemische processen en veranderingen die in ons lichaam gaande zijn) zijn een stressfactor voor ons. Op een nivo dat deze stress door onze bijnieren verwerkt kan worden is deze stress goed voor ons – en die stress wordt dan eu-stress genoemd – die behoudt het leven. Als de metabolische activiteit te sterk voor onze bijnieren is, bijvoorbeeld door excessieve schildklierstimulatie, dan is de stress slecht voor ons – en wordt dis-tress genoemd – en laat de bijnieren uitputten.
Zelfs goede stress zoals feesten, kan soms ook te veel zijn voor de bijnieren. Zoek naar zekerheid en veiligheid, plezier en optimisme. Leer om negatieve emoties te vermijden zoals vrees en angst (bijvoorbeeld horrorfilms). Vermeerder de rust en probeer zo veel als mogelijk slaap te krijgen. Forceren, te veel werk of oefening en enigerlei slaaponthouding stresseert de bijnieren.
ADRENALE ONDERSTEUNING.
Om te kunnen herstellen is het cruciaal om het lichaam te voorzien van goede voedingsstoffen. De minimale voedingsvereisten voor gezondere bijnieren zijn:
· Een gezonde volwaardige biologische voedingswijze die een adequate hoeveelheid proteïne en gezond vet bevat (olie die op kamertemperatuur vloeibaar is, terwijl vet op kamertemperatuur vast is) en adequate vetoplosbare vitamines, terwijl alles moet worden weggelaten dat allergisch voor je is zoals tarwe, zuivelproducten of andere specifieke voedselsoorten.
· B-complex-vitamines: Een heel compleet B-complex met veel vitamine B5 (panthotheenzuur) kan noodzakelijk zijn. Onthoudt dat gefermenteerd voedsel rijk aan B-vitamines is.
· Vitamine C en anti-oxidanten. Vitamine C is cruciaal voor de functie van de bijnieren. De gebufferde poedervorm van vitamine C wordt vaak beter verdragen in een drank genomen waar door de dag heen een slok van genomen wordt. Het is belangrijk om samen met vitamine C ook bioflavonoïden te nemen, omdat deze helpen om de anti-oxidantenactiviteit te recyclen en te behouden.
· Aminozuren: Mensen met zwakke bijnieren kunnen vaak niet goed vlees of andere proteïnes naar aminozuren verteren. De bijnieren leven op aminozuren. Net zoals ook bij vitamine C kunnen aminozuren het best ook in een drank worden gemengd waar door de dag heen een kleine slok van wordt genomen.
· Gezonde vetten. Dierlijk vet is de beste vorm van gezond vet, maar het moet biologisch zijn. Als het zuivel of melk is, dan zou het dier zich zo mogelijk op het gras kunnen voeden. Eieren zijn ook erg gezond. Kippen die buiten op het gras lopen zijn de beste er voor. Levertraan voorziet in vitamine A, essentieel voor de productie van bijnier en schildklierhormonen.
· Ongeraffineerd zeezout. Dit helpt de bijnieren door een lage bloeddruk te verhogen en te verzekeren dat het lichaam water vasthoudt. Gewoon tafelzout (Natrium Choloride) bevat niet dezelfde mineralen en sommige mensen voelen zich ook slechter als ze het gebruiken.
HET HERSTELLEN VAN DE SCHILDKLIER FUNCTIE.
Voor een licht slechte schildklierfunctie kan men vaak een ondersteuning krijgen via supplementen zoals L-thyrosine en jodium (bijvoorbeeld Prolamine Iodine van Standard Process) of een schildklierondersteunend klieren supplement (bijvoorbeeld het product dat T-100 Thyroid Glandular Support heet). Er zijn ook supplementen verkrijgbaar die mengsels van schildkliervoedingsstoffen bevatten. Sommige klierpreparaten voor de schildklier kunnen een completere ondersteuning bieden.
Als de schildkliertoestand veel zwaarder er aan toe is, kan men een voorgeschreven medicatie nodig hebben Het geven van alleen maar T-4 (zoals Levothyroxine, Syntroid, Unitroid, en Levoxyl) is een goede keuze als T-4 het enigste missende component is.
Bij mensen met een slechte conversie van T-4 naar T-3, werkt een gedroogd schildklierpreparaat (zoals Armour Thyroid Rx ) vaak het beste omdat het ook het noodzakelijke T-3 bevat. Als men de dagelijkse dosis over de dag heen verdeelt in twee of drie dosissen, dan voorziet dat in een stabielere bloednivo aan T-3 en in het algemeen brengt dit dan betere resultaten voort.
Als men s’morgens de hele dosis neemt, dan is dit erg belastend voor de bijnieren en voelt men zich vaak uitgeput in de namiddag. Bewijzen van dit feit kunnen worden gezien als men de dagelijkse temperatuur opneemt. De adrenale stress wijst zich uit als verhoogde oppervlakkige temperatuur..
Noteer dat als de adrenale klieren te zwak zijn om de gedroogde schildklier om te gaan, dat we in het begin vaak een respons van betere energie en minder symptomen kunnen zien, die dan gevolgd worden door een crash waarin de energie kan zinken tot een nivo dat zelfs lager dan voor de gedroogde schildklier ondersteuning ligt. Daarbij kunnen ook andere symptomen van adrenale stress optreden zoals angsten, slapeloosheid en hartkloppingen) Hetzelfde kan worden gezien bij een te snel vrijkomen van T3 (zoals Cytomel) of bij een te langzaam vrijkomen van T3.
OESTROGEEN DOMINANTIE ONDERSTEUNING (VOOR VROUWEN).
Oestrogeen is in het algemeen een stimulant en oestrogeen dominantie wijst zich uit als angst, agitatie, spierspanning en verhoogde celdeling in de vrouwelijke organen, die leiden tot woekeringen in de baarmoeder en cystes in de borst. Daarentegen heeft progesteron een kalmerend effect, zoals ook een verlangzaamde celdeling Een onevenwicht dat een predominantie van de oestrogenen begunstigt (oftewel te veel oestrogeen of onvoldoende progesteron) wordt oestrogene dominantie genoemd
METABOLISCHE THERAPIE, GENEZEN.
Zoals je kunt zien kan metabolische energie zich uitwijzen als een van de vele symptomen. De beste manier om deze symptomen te elimineren is het onderliggende probleem te corrigeren – in de meeste gevallen slechte schildklier en andrenale functie. Als je eens de keuze hebt gemaakt om het probleem te corrigeren, dan kunnen enkele algemene principes van de behandeling van toepassing zijn:
· Als de behandeling werkt, dan zou men door de tijd heen verbetering moeten voelen. Genezingscrisissen treden maar zelden op in het geval van schildklier en adrenale herstel, die komen wel meer voor bij detoxificaties of eliminering van een biologische agent.
· Succesvolle behandeling wordt makkelijker verkregen door het gebruik van feedback die gebaseerd is op veranderende tekens, symptomen, temperatuurpatronen en laboratoriumwaardes.
· Als men supplementen neemt, en vooral in het geval van mensen die overgevoelig zijn of allergieën hebben, is het oude verpleegstersspreekwoord “begin met weinig, en ga langzaam voort” erg belangrijk te herinneren als men de adrenale en de schildklierfunctie herstelt.
Het is het adrenale component dat het minst begrepen en geapprecieerd wordt. Toch kunnen zowel de schildklier als de adrenale fuinctie verbeterd worden door goede voedingsstoffen te gebruiken, verandering van levensstijl, en in sommige gevallen supplementen en schildkliermedicatie. Dit kan helpen een normaal symptoomvrij leven te laten beginnen.
Beste mensen,
Bezoek ook de site van diegene waar dit artikel over gaat, Dr. Rind, en zie even de korte video’s van 3 minuten, hoe mensen na 1 behandeling na 20 minuten al weer verbetering in het lopen of praten hebben, en na 3 behandelingen weer normaal kunnen trappenlopen en spreken etc, door het schoonmaken en de activeren van hersencentra en zenuwen door middel van de Reloxtherapie, een combinatie van vitamines en mineralen en zuurstof, en wat het belang daar van eens te meer aangeeft
Gr. Rob
SYMPTOMEN VAN LAGE ENERGIE.
Alhoewel vele onderstaande symptomen er niet in verband mee lijken te staan, kunnen ze alle uit hetzelfde fundamentele probleem voor lage metabolische energie stammen.
ALGEMEEN: Lage lichaamstemperatuur. Koud hebben, lage energie of vermoeidheid, onveranderlijke gewichtsproblemen. Langzaam genezingsproces.
HERSENEN: Depressief en of angstig. Slecht geheugen, focus of concentratie. Slaapstoringen.
INSULINE SYSTEEM: Onder-reactief of over-reactief; dat is frequente infecties (huid, sinus, blaas, darm en gistproblemen, allergieën, auto-immuunziekten.
SPIEREN / SKELET: Vermoeidheid, fybriomyalgie (spier of gewrichtspijnen), algemene pijnen, repetive use en carpal tunnelsyndroom. Zwak bindweefsel, gewrichtsbanden, botten, etc hoofdpijnen.
SEXUEEL: Verzwakte libido of functie, menstruele storingen, onvruchtbaarheid.
SPIEREN: Lage bloeddruk, hoge bloeddruk, Ziekte van Raynaud.
DARMEN:Constipatie, gassen of opgeblazen gevoel, verteringsproblemen, irritabel darm syndroom (IBS)
ZENUWSYSTEEM: Gevoelloosheid van handen of voeten (gewoonlijk symmetrisch) verslechtering of verlies van zintuigfunctie zoals gezichtsvermogen, smaak of reuk.
HUID: droog, bleekheid of bleke plekken in lichte huid, verdonkeringen of donkere plekken in donkere huid, acne.
HAAR: Broos, uitvallen, grof haar, droog of vettig.
ANDERE ALGEMEEN VOORKOMENDE SCHILDKLIERAANDOENINGEN.
ZIEKTE VAN HASHIMOTO:
Dit is een auto-immune ziekte waarbij men een allergie ontwikkelt voor de eigen schildklier. In de beginfase als er destructie is van de schildklier en het overspoelen van schildklierhormoon (T4), dan is er een hyperthyroid effect. In een poging om het T4 nivo in het bloed te verlagen, vermindert de hypofyse de hoeveelheid TSH die het uitscheidt, en produceert lage TSH-waardes. De hypermetabolische toestand die dan optreedt stresseert gewoonlijk de bijnieren en veroorzaakt adrenale vermoeidheid. Als er dan voldoende schade is opgetreden en de schildklier alleen maar nog een kleine hoeveelheid T4 kan maken, gaat men over naar een hypothyroid fase. Nu heeft men dan hypothyroidisme en adrenale vermoeidheid. Auto-immune antilichamen, namelijk antiglobuline antilichamen (ATA) en thyroid peroxidase antilichamen (TPO), zijn bijna altijd aanwezig bij bloedtesten. Het lichaam kan de hyper-metabolische toestand eventueel nog counteren door de conversie van T4 naar T3 te verminderen, en T4 naar RT3 te vermeerderen. Dit is metabolisch gezien dus als het trappen op de rem van een auto die te vlug gaat.
ZIEKTE VAN GRAVES:
Is een auto-immune ziekte waarbij een antilichaam wordt geproduceerd dat TSH imiteert, en die aan de schildklier signaleert om T4 aan te maken. Omdat het T4-nivo omhoog gaat, probeert de hypofyse het T4-nivo te verminderen door het TSH-nivo te verfminderen, en we krijgen een laag TSH nivo. Typisch vinden we dan een verhoging van het schildklierstimulerende imunoglobuline of TSI. De meeste laboratoriums beschouwen een nivo van 130 of hoger als bewijs van de Graves-ziekte. In werkelijkheid zien we vaak de tekenen van hyperthyroidisme op een subtiele manier beginnen te verschijnen op een nivo van 90.
Bij 110 zijn de symptomen makkelijker te zien. Tegen de tijd dat het op 130 is aangekomen, zijn de symptomen gewoonlijk zwaar. Anders dan bij de ziekte van Hashimoto gaat bij Ziekte van Graves het T4 naar een hoge conversie tot T3. Dit is net alsof men te hard met een auto rijdt en op de accelerator trapt. Deze ziektetoestand is extreem stresserend voor de bijnieren.
DE METABOLISCHE SCOREKAART.
Zijn m’n metabolische energieproblemen als gevolg van een te lage thyroidfunctie ? De Metabolische Scorekaart* voorziet in waardevol inzicht of een te lage thyroidfunctie of een te lage bijnierfunctie de oorzaak van je problemen, tekens en symptomen kan zijn.
Onderstaand staat een deel van de Metabolische Scorekaart TM. Daar uit kan men opmaken of je ziektetoestand overwegend ten gevolge van een lage functie van de schildklier is, van de adrenale klieren, of van een mengsel van beide. Niemand heeft alle symptomen; alhoewel is het zo dat hoe zwaarder de problemen zijn, hoe groter het aantal symptomen is dat men heeft. De hele kaart met verdere symptomen vindt men op de website .. verwijderd
((Opmerking van Rob: Met verontschuldiging kan de inhoud van de link door mij niet vertaald worden, omdat het me niet lukt deze kolommen op mijn computerbeeld te verkrijgen. De oplossing lijkt makkelijk, maar er moet meer aan de hand zijn )))
METABOLISCHE TEMPERATUUR TABEL.
Als je een onvoldoende werking van de schildklier of bijnieren vermoedt, dan moet je allereerst de temperatuur meten, en dit niet om vast te stellen of je koorts hebt, maar omdat de temperatuur iemands metabolische energie toestand weergeeft. De gemiddelde dagelijkse temperatuur van een gezond persoon is 98,6 graden Fahrenheit, waardoor we dit als de optimale temperatuur kunnen aanhouden (in tegenstelling tot de normale temperatuur). Lagere dan normale optimale temperaturen, geven een lagere dan optimale metabolische toestand weer, die gewoonlijk door het schildkliermechanisme gecontroleerd wordt. Een grote variabiliteit van de temperatuur geeft een onstabiel of vermoeid adrenaal systeem aan. Dus, op weg naar gezondheid wilt men van een lage of onstabiele temperatuur naar de 98,6 \F. en stabiele temperatuur gaan.
De Metabolische Temperatuur Tabel is een erg waardevol feedbackwerktuig dat voorziet in een stratenkaart waarmee iemand kan zien of hij zich van of naar een gezonde metabolische toestand beweegt, en voorziet in inzicht of de therapeutische inspanningen werken of niet. Deze feedback helpt het behandelingsprogramma naar een dagelijkse basis te leiden. Als eens corrigerende acties onderweg zijn, zal het temperatuurpatroon je laten zien hoe je vooruitkomt.
TEMPERATUUR PATROONEN IN RESPONS TOT DE ADRENALE THERAPIE.
Bij vermoeidheid van de bijnieren is karakteristiek een onstabiele temperatuur (A) aanwezig. Binnen temperaturen hebben wijde variaties. Ze gaan omhoog bij warm weer en dalen bij koud weer.
Met adrenale ondersteuning verbetert de adrenale functie zich en de variabiliteit neemt af, m.a.w. woorden worden de temperaturen dan stabieler. (B). Ze kunnen stabiliseren in het lage bereik (C) en dan stijgen als de verbetering continueert. Het doel is stabiele temperatuur in het optimale bereik (E), typisch voor een gezonde metabolische staat.
Als de adrenale ondersteuning goed werkt, kunnen de afzonderlijke fases van A tot D elke een week tot enkele maanden duren, naar gelang de persoon. Doorgaans blijken bij enigerlei willekeurige personen elke van de fases ongeveer even lang te duren, sommigen gaan erg vlug door elke periode heen, en anderen hebben meer tijd nodig om door elke fase te gaan. Sommige fases kunnen bijvoorbeeld A en D naar een opwaarts stabiliserend patroon gaan, zonder dat C aanwezig is. Ik heb mensen gezien die direct van A naar E gingen. Om van A naar E te gaan kan maar een of twee weken duren, of ook zo lang als enkele maanden. Het doel is dat fase E permanent aanwezig blijft. Als de adrenale vermoeidheid zwaarder is (gewoonlijk van langere duur), hebben elke van de fases A tot D de neiging om langer te duren, en fase E kan dan vaak minder zeker te bereiken zijn. Als er binnen enkele maanden tijd geen voortgang wordt gezien, dan is er gewoonlijk een ander probleem aanwezig zoals toxiteit of voedingsdeficiënties.
((Opmerking van Rob: Wegens beperkte mogeijkheden op de computer kunnen de grafieken niet weergegeven worden))
TEMPERATUUR PATROON IN RESOPONSE TOT DE SCHILDKLIER-THERAPIE.
((Opmerking: De grafiek kan in dit bericht niet worden weergegeven, zie eventueel de website van Dr. Rind))
Onderstaand in de grafiek is een typisch temperatuurpatroon te zien van iemand die de juiste schildklierondersteuning heeft, en die een gemiddelde tot juiste respons daar op heeft.
De typische patiënt met slechte schildklierfuncties heeft een stabiele maar lage temperatuur, wat een lagere dan een optimale schildklierfunctie weergeeft (A). Na het beginnen of vermeerderen van de dosis van de schildklierhormoon vervangende medicatie, stijgt de temperatuur stadig (B). De temperaturen op het metabolische nivo die op de horizontale lijn blijven geven de momentele actuele dosering van de schildklier-vervangende medicatie weer (C). Als tenslotte de juiste dosis van schildkliervervangende medicatie is bereikt, is de temperatuur stabiel op 98,6 Fahrenheit (D). Als de bijnieren dit nivo aan energie niet aan kunnen, dan zien we vaak een expansiepatroon dat wordt gevolgd door een daling van de temperatuur.
De Metabolische Temperatuur Grafiek TM is een zeer goed werkzaam gereedschap dat grafisch onze metabolische toestand aangeeft (adrenaal en schildklier) en leidt ons op het pad van ontdekkingen. Die laat ons weten of een therapie ons helpt of ons schaadt, en hoeveel. Als onze bijnieren en schildklier de juiste ondersteuning krijgen, dan zal het monitoren van je eigen vooruitgang met dit gereedschap de voordelen vermenigvuldigen. Voor details er over hoe je temperatuur te meten en die in grafische vorm op te schrijven kan men de website bezoeken. verwijderd
DE METABOLISCHE SCOREKAART.
Zijn m’n metabolische energieproblemen als gevolg van een te lage thyroidfunctie ? De Metabolische Scorekaart* voorziet in waardevol inzicht of een te lage thyroidfunctie of een te lage bijnierfunctie de oorzaak van je problemen, tekens en symptomen kan zijn.
Onderstaand staat een deel van de Metabolische Scorekaart TM. Daar uit kan men opmaken of je ziektetoestand overwegend ten gevolge van een lage functie van de schildklier is, van de adrenale klieren, of van een mengsel van beide. Niemand heeft alle symptomen; alhoewel is het zo dat hoe zwaarder de problemen zijn, hoe groter het aantal symptomen is dat men heeft. De hele kaart met verdere symptomen vindt men op de website… verwijderd
TEKENEN & | ADRENAAL | GEMENGD | SCHILDKLIER |
SYMPTOMEN | |||
Lichaamstype | Mild: Makkelijke gewichtstoename | Komt makkelijk gewicht bij op heupen buik. | Gewichtstoename over hele lichaam. |
Matig: Kan geen gewicht verliezen. | Moeilijk van af te komen. | Heel moeilijk van af te komen. | |
Zwaar: Mager; kan geen gewicht bijkomen | |||
Wenkbrauwen | Meestal volle wenkbrauwen | Normaal tot dun | Erg dun buiten 1/3 tot 1/2 |
Gezichtskleur | Neiging tot bleekheid, vooral om de mond | Bleek om de mond (beter zichtbaar bij lichte huid) | Blozend rossige huidskleur, inclusief om de mond |
Pigment distributie | Vitiligo (witte plekken of vlekken) in laat stadium. Kan te gemakkelijk een bruine kleur krijgen. Bij een donkere huidskleur, donkerder op voorhoofd, zijkant gezicht, om de mond en kin, kaak. | Mildere versie van vitilig en donkere plekken indien donkere huid. | Bij pure hypothyroidisme is vitiligo en hyperpigmentatie erg zeldzaam. |
Lichtgevoeligheid | + + | + | – |
Temperatuurpatroon | Slechte termo-regulatie (heet als het warm is, koud als het koel is). Neiging tot lage lichaamstemperatuur, 97,8 of lager. Op en neergaand patroon. | Schommelend patroon, gewoonlijk gemiddeld 97,8, maar kan ook lager | Stabiel, niet schimmelend patroon. Het gemiddelde kan liggen in laag in de 90 tot een beetje onder de 98,6 |
Emotionele reacties | Hyper-reactief (over) | Matig | Hypo-reactief (onder) |
Intuïtief | ++ | +/- | + |
Depressie | + | ++ | +++ |
Voedingswijze | Vaak min of meer vegetarisch of vermijdt bepaalde voedselsoorten | Minder voedingbeperkingen dan het uur adrenale type. | Eet vrijwel alles |
Darmfunctie | Neiging om irritabel of hyperactief te zijn. De transittijd kan te snel zijn, wat een slechte vertering veroorzaakt | Slecht / gemengd. | Neiging tot constipatie, langzame transittijd en slechte mechanische vertering. |
Hunkeringen naar | Zoetigheid, koolhydraten, zout, Black licorice | Gemengd | Vetten. |
Bloedsuiker. | Neiging tot hypoglycemie. Kan kleine maaltijden nodig hebben, anders inzinkingen. | Kan variëren van milde hypoglycemie tot hyperglycemie. | Normaal tot hyperglycemie. |
Bloedgroep. | Meestal bloedgriep A | Vaak bloedgroep O |
EEN GEHEIM GEHOUDEN FEIT. |
Een succesvolle benadering voor onderactieve schildklierhormoonfunctie. |
Vertaling Rob Hundscheidt |
Er is een wijd verspreidde ontevredenheid en frustratie bij mensen met een onderactieve schildklierhormoonfunctie: de meerderheid er van vindt dat hun ziekte er niet door beïnvloed werd, of zelfs dat de behandeling die ze krijgen hun schildklier eigenlijk nooit echt hersteld heeft tot een normale functie, of dat ze hun leven terug kregen van voordat ze hypothyroid kregen. Dit ondanks het feit dat de endocrinologen en thyroidologen in de behandeling en onderwijs van deze ziekte intelligente mensen zijn die vele jaren opleiding en training in thyroidhormoonfunctie en de behandeling van schildklierziektes hadden.
Ze bevestigen zelfs ook dat deze tragische situatie bestaat, maar zijn voor uiteenlopende redenen niet in staat hun benaderingswijze voldoende effectief te laten zijn om de noodzakelijke veranderingen bij de patiënt te bewerkstelligen. We zullen proberen vast te stellen wat deze reacties zijn en laten zien dat hypothyroidisme goed kan worden behandeld, maar dat het protocol goed geheim is gebleven. Dit is een tragische situatie omdat de functie van het thyroidhormoon extreem belangrijk is voor het metabolisme in iedere cel van het lichaam, inclusief de hersenen, en mensen waarbij deze functie laag is leiden aan een myriade mogelijke consequenties, zoals verhoogd cholesterol in het bloed en homo-cysteinenivo’s en verhoogd optreden van hartinfarct, beroerte en perifere vasculaire ziekte. Verdere negatieve effecten zijn onvruchtbaarheid en misgeboortes, geen zin in sex, brokkelige nagels, impotentie, hoge bloeddruk, lichamelijke en mentale vermoeidheid, ontbrekende aandrijving of initiatief, abnormale gewichtstoename, zeer droge huid en haarverlies, overgewicht, constipatie – vaak zware met inpacties, depressies en humeurveranderingen, angsten, geheugenverlies, dementie en “Alzheimer” intolerantie voor koude, slapeloosheid, verhoogde vatbaarheid voor infecties en mogelijk kanker, vooral borstkanker, spier en gewrichtspijnen, spier en gewrichtspijnen, verteringsproblemen, verhoogd aantal allergieën en huiduitslag, persoonlijkheidsstoornissen, gebrek aan leiderschapsmogelijkheden.
De grootste verliezen in deze veronachtzaamde situatie zijn cardiovasculair, onvruchtbaarheid, veroudering, geheugenverlies, humeurveranderingen, chronisch vermoeidheid, slapeloze en overgewichtige patiënten.
De indicatie voor het nivo waarop hypothyroidisme wordt onder-gediagnosticeerd en onderbehandeld wordt onthuld door het feit dat ik nooit een cholesterolverlager hoefde voor te schrijven om iemands cholesterol te normaliseren, of een triglyceride of andere bloednivo’s. Ik behandel hun ook niet met een andere medicatie voor wat ze eigenlijk nodig hebben: maar alleen met wat ze echt nodig hebben om een optimaal bloednivo van het thyroidhormoon te krijgen, dat ze te weinig hebben !
ENKELE FUNDAMENTELE BEGINSELEN VAN DE FYSIOLOGIE VAN DE SCHILDKLIER.
De schildklier is een klier die de vorm van een vlinder heeft en die met de vleugels uitgespreid aan de voorkant van de luchtpijp en stembanden zit, en die met de vingers kan worden gevoeld, vooral dan als die vergroot is of er knobbels of tumoren in zitten. De schildklier scheidt hoofdzakelijk 2 hormonen in de bloedstroom af, alle beschikbare L-Thyroxine (T-4), en ongeveer 10% van het noodzakelijke Tri-Iodo-Thyronine (T-3). Deze worden in de klier gevormd uit een molecuul van het aminozuur thyrosine en jodium – vier jodium atomen per thyrosinemolecuul in het geval van T-4, en drie jodium atomen in het geval van T-3.
Er zijn ook verschillende andere mineralen en voedingsstoffen op een ondersteunende manier bij de vervaardiging van deze twee schildklierhormonen betrokken, dus betaalt het zich terug om het bloednivo op dat gebied te optimaliseren.
Dit is natuurlijk jodium, samen met selenium, zink en magnesium. Vitamine A is essentieel voor de productie van het schildklierhormoon. Van kwik, chlorine / chloride, fluorine / fluoride, perchloraat toxiteit en excessieve hoeveelheden koper – en zelfs ook van normale therapeutische waardes van het mineraal lithium – is bekend dat ze de productie van T-4 verlagen, en, vooral T-3 nivo’s. Daarom moet een arts een bloedtest doen om deze nivo’s te testen als er een verdacht voorlicht dat een van deze nivo’s verhoogd zou zijn (zoals bij veel zilvervullingen of veel diepzeevis-consumptie; of dat men leeft in een huis met een koperen sanitair dat geen water filtersysteem heeft, in het geval van koper). En zelfs ook bepaalde voedselsoorten zoals soja en kool kunnen de schildklierfunctie behoorlijk blokkeren en als struma veroorzakende agens werken. Het heeft zich uitgewezen dat genetisch veranderde soja bijzonder schildklierblokkerend werkt.
Alleen T-3 is actief als schildklierhormoon, T-4 is een pre-hormoon of pro-hormoon dat omgezet moet worden, dat namelijk ge de-ioniseerd moet worden om de overgebleven noodzakelijke T-3 in de weefsels en cellen te vormen voordat de schildklierfunctie kan volgen. Hersencellen kunnen het in het begin nodig hebben om een flinke proportie van hun voorziening van schildklierhormonen in de vorm van T-4 te krijgen, voordat het binnen in de hersencellen, ruggenmerg en de perifere zenuwen geconverteerd wordt in T-3, deels omdat T-4 makkelijker door de choroid plexus (de bloed-hersenbarrière) naar de cerebo-spinale vloeistof passeert.
Maar de meeste T3 is aanwezig in de bloedstroom. Het nivo van vrije of ongebonden T3 – dat betekent ongebonden aan serumproteïnes – correspondeert door de accurate tracer-dialysemethode bloedtest goed met zijn functie binnen de weefsels en cellen van het lichaam en hersenen.
Als de schildklier niet voldoende schildklierhormonen produceert (meestal T4, en wat T3), dan komt een feedbackmechanisme in de hypofyse (die in een botachtige holte onder de hersenen ligt) in werking. Dit veroorzaakt dat de hypofyse grotere hoeveelheden van het schildklierstimulerende hormoon afscheidt (TSH oftewel thyrotropine), wat – zoals de naam al aangeeft – de schildklier stimuleert om meer T4 en T3 hormonen te produceren.
Er is ook nog een ander endocrien orgaan in de basis van de hersenen, namelijk de hypothalamus, die direct boven de hypofyse ligt, die zowel de functie van de hypofyse in verband met de schildklierfunctie door de vermeerderde of verminderde werking van zijn thyrotropine-afscheidend hormoon (TRH) kan stimuleren of onderdrukken.
Als al deze soorten van hypothyrodisme (schildklier-onderactiviteit) in rekening worden genomen (zie onderstaande omlijsting), dan schat ik dat 20% van de volwassen bevolking in de VS aan enigerlei mate van hypothyroidisme lijden. Het voorkomen daar van neemt toe na de middelbare leeftijd en op oudere leeftijd.
In de praktijk kunnen een combinatie van twee of meer van deze soorten hypothyroidisme tezamen optreden, wat de diagnose verwarrend maakt, zoals ook behoorlijk de perceptie van de mate van hypothyroidisme.
Er hoeft is geen pathologie in het weefsel van deze klieren of lichaam voor bekend te zijn, om de functie van die klier of hormoon te comprimeren, en de patiënt met de “bottom line” van lage schildklierhormoonfunctie achter te laten, zoals aangegeven door een laag serumnivo van vrije T3 (vooral als die gemeten wordt door de tracer-dialysemethode, de enigste consequent accurate methode). Veel te vaak, als er geen pathologie in de hypofyse of hypothalamus aanwezig is, en geen gedefinieerde chronische ziektediagnose, wordt aangenomen, dat het alleen noodzakelijk is om primair hypothyroidisme te screenen, en vaak alleen met een TSH-test, de hoogst waarschijnlijk abnormale test als alleen primair hypothyroidisme aanwezig is.
De conventionele benadering om hypothyroidisme te screenen, diagnosticeren en te behandelen, is alleen door het TSH-nivo te meten, of occasioneel ook het T4 als het TSH-nivo “abnormaal is volgens het ouder, hoger, normaal spectrum”. De gewoonlijke behandeling bestaat alleen uit T4, waarvan de artsen aannemen dat dit altijd voldoende naar het actieve hormoon T3 zal converteren. In de conventionele behandeling wordt het T3-nivo maar zelden of nooit gemeten, Geen wonder dat de meeste patiënten ontevreden zijn over hun behandeling van hypothyroidisme !
De enigste manier om er zeker van te zijn dat er geen vorm van hypothyroidisme aanwezig is als de patiënt verdachte symptomen van hypothyroidisme vertoont, is altijd het meten van het vrije T3-serumnivo (bij voorkeur via de nieuwe accuratere dialysemethode) en het vrije-T4-nivo, naast het TSH-nivo. Als er geen verdacht op een laag vrij T3-nivo is en dat ook niet gemeten wordt, zal het niet worden gevonden, wat de perceptie versterkt dat lage T3-nivo’s zonder abnormale T4 en TSH-nivo’s maar zeldzaam of niet van belang zijn. Als het FT3-nivo altijd gemeten wordt als de schildklierfunctie wordt getest, dan zal worden vastgesteld, dat een laag T3 nivo een vaak voorkomende toestand is, die tot veel ziekte en overlijden leidt, terwijl de patiënt wordt verteld dat hun schildklierfunctie normaal is (gewoon omdat het TSH-nivo, en misschien het T4-nivo normaal is).
DE VERSCHILLENDE SOORTEN HYPOTHYROIDISME.
PRIMAIR HYPOTHYROIDISME: Dit is het geval als het primaire probleem bij de schildklier zelf ligt, die dan niet voldoende T4 en T3 aanmaakt om het metabolisme van de cellen in het lichaam en hersenen aan te drijven. Het feedbackmechanisme met de hypofyse zet zich in – als de hypofyse en hypothalamus juist functioneren – en veroorzaken verhoogde afscheiding van TSH in de bloedstroom met bloedwaardes die boven het normale spectrum uitstijgen. Dit mechanisme kan voldoende zijn – tenminste in het begin – om de bloedwaardes van T4 en T3 hoog genoeg te houden, en tenminste overdag in hun normale bereik laten zijn. S’nachts, als alle functies afnemen zoals ook de hypofysefunctie, kunnen de T4 of T3-waardes onder het normale bereik dalen, en alle metabolische functies die berusten op de schildklierhormonen, kunnen s’nachts niet adequaat verlopen. De meest algemeen voorkomende oorzaak van hypothyroidisme is de auto-immune ziekte Hashimoto thyroiditis, wat een auto-immune ziekte is waarbij het immuunsysteem het schildklierweefsel aanvalt, gewoonlijk veroorzakend dat die onderactief wordt.
Soms gebeurt ook het tegenovergestelde, zodat dan een overactieve schildklierfunctie het resultaat is, namelijk hyperthyroidisme, de Grave’s ziekte.
SECUNDAIR OF HYPOFYSE-HYPOTHYROIDISME:
Dit is het geval als er geen probleem met de schildklier zelf is, maar met de hypofyse, waarvan de schildklier een normale hoeveelheid TSH verwacht om een normale hoeveelheid T4 en T3 hormonen te kunnen produceren, maar die geen adequate hoeveelheid TSH afscheidt. In dit scenario, zal het T4 en T3-serumnivo onder normaal liggen, en het TSH-nivo zal onder of aan de lage kant van het normale spectrum liggen. Als het thyrotropine-loslatend hormoon (TRH)-nivo getest wordt, dan zou dat een verhoging laten zien, maar is niet effectief in het verhogen van het TSH-nivo van de verkeerd functionerende hypofyse.
TERTIAIRE OF CENTALE OF HYPOTHALAMUS HYPOTHYROIDISME:
Dit is het geval als er geen verkeerde functie in de schildklier of hypofyse is, maar een inadequate afscheiding door de hypothalamus van TRH is om de hypofyse voldoende TSH verder te laten produceren om voldoende T4 en T3 door de schildklier te produceren. Dit kan voorkomen bij een depressie. De nivo’s van T4, T3, TSH, en TRH zouden dan alle te laag zijn en het functioneel nivo van de schildkier zou moeten worden bepaald door het vrije T3-nivo (bij voorkeur door de dialysemethode).
NON-THYROIDAAL-ZIEKTE (NTI) HYPOTHYROIDISME:
Deze treedt op als er geen probleem in de schildklier, hypofyse of hypothalamus is, maar dat er een andere ziekte in het lichaam is, die interfereert met de perifere of weefselconversie van T4 naar T3. De nivo’s van T4, TSH en TRH nivo’s zijn alle normaal, maar het serumnivo van vrije-T3 dat het enigste actieve schildklierhormoonnivo afbeeldt, is laag. In een acute cardische toestand of acute toestand van de longen of een andere levensbedreigende toestand, kan het tijdelijk van voordeel voor de metabolisme van het lichaam zijn om verlangzaamd te worden door een laag circulerend nivo van vrije-T3, dus een T3 behandeling mag op dat punt niet worden geïndiceerd. Maar indien chronische niet levensbedreigende toestanden zoals bijvoorbeeld het Chronische Vermoeidheids Syndroom, chronische lever of andere ziektes een laag serum T3-nivo veroorzaken, dan is het geen voordeel voor het metabolisme van het lichaam en hersenen om verlangzaamd te worden, en T3 – of een combinatie T4 / T3 behandeling – is gewoonlijk niet alleen gezond voor de gezondheid, maar zelfs essentieel voor het herstel van normale energie en functie van lichaam en hersenweefsels van die persoon.
TWEE REDENEN VOOR TERUGHOUDENDHEID IN DE OPTIMALE BEHANDELING VAN SCHILDKLIER-ONDERFUNCTIE.
De twee doorgaans bekend zijnde negatieve effecten die voorkomen in de behandeling van hypothyroidisme met te veel aan thyroidhormoon, zijn cardische ritmestoornissen (gevaarlijke onregelmatige of snelle hartslag) en osteoporose (dun en breekbaar worden van de botten). Alhoewel is het zo dat de meeste incidenten die optraden die uitgelost werden door de schildklier, optraden op een tijdstip toen het de geaccepteerde behandeling was boven normale bloedwaardes van T4 te dwingen ten einde een optimale thyroidfunctie te krijgen. Het was pas toen een gevoeligere TSH-test werd ontwikkeld die zware onderdrukking van de TSH nivo’s bij de patiënt aantoonde, dat artsen en praktiserenden zich realiseerden dat bij veel van deze patiënten te veel schildklierhormoon werd voorgeschreven. De enigste manier om er zeker van te zijn in elk individueel geval zou zijn geweest door van ieder afzonderlijk geval het vrije T3-serum te hebben gemeten, wat dus niet werd gedaan in de gerapporteerde gevallen!
Zo hebben we dus geen manier om er achter te komen hoeveel van deze patiënten echt teveel voorgeschreven werd of hoevelen er uit andere redenen een onderdrukt TSH-nivo hadden. Natuurlijk kregen diegenen die hartritmestoornissen en / of osteoporose hadden te veel schildklierhormonen voorgeschreven, alhoewel er andere oorzaken voor deze ziektetoestanden zijn zoals deficiënties aan mineralen, vitaminen, proteïnen, en andere hormonen, waarvan in de plaats daar van echter al te vaak automatisch de schuld wordt toegeschreven aan een abnormale schildklierfunctie.
Volgens mij zijn angst van opkomende of verergerende osteoporose ongegrond. Bewijzen van deze angsten worden tweevoudig als zowel de natuurlijke en iatrogene (door behandeling veroorzaakte) hypo- en hyperthyroidisme de toestand kan veroorzaken. Blijkbaar is onderbehandeling van de schildkliertoestand net zo goed ook een risicofactor. De protesten tegen agressieve schildklierbehandeling die osteoporose veroorzaken of verergeren, en hartritmestoornissen, worden in mijn praktijk niet alleen als overdreven bevonden, maar zelfs als geheel niet bestaand als er optimale correcties worden gemaakt m.b.t. deficiënties aan bepaalde mineralen, vitaminen, proteïnen, geslachts- en groeihormonen.
Als iemand altijd het vrije-T3-nivo meet, zonder dat hij in de 24 uur voorafgaand aan de bloedafname enigerlei dosis van het T3-bevattende recept gemist heeft, en dat nivo nooit te hoog is voor de leeftijd van die patiënt en zijn medische conditie, kan men er zeker er van zijn, dat men niet bijdraagt aan hartritmestoornissen en osteoporose door een te veel voorschrijven van schildklierhormonen. Maar als men nauwelijks ooit het FT3-nivo meet, en overwegend berust op een diagnose die gebaseerd is op het TSH-nivo, kan men makkelijk aannemen, dat een onderdrukt of zeer laag TSH-nivo automatisch betekent dat oftewel de patiënt overbehandeld wordt met schildklierhormonen, of dat die helemaal geen behandeling nodig heeft, omdat lage TSH-nivo’s eigenlijk aanduiden dat er een onderfunctie van de hypofyse of hypothalamus is.
De dosis aan schildklierhormonen wordt dan onnoodzakelijk verminderd, of de patiënt krijgt er helemaal geen, en hij lijdt dan nu aan wat een onder-normale schildklierfunctie en niet-adequaat behandelde schildklieractiviteit is, met al de begeleidende negatieve effecten zoals hartaanval, beroerte, perifere vasculaire ziekte, en voortijdig overlijden. T3 is effectiever dan T4 in het verlagen van te hoge lipidenivo’s en in de vermindering van het risico op een coronaire en cerebrale arteriële afsluiting. Zelfs bij patiënten die wat meer hypothyroid zijn.
Een andere reden waarom artsen de schuld geven aan “te veel behandeling met schildklierhormonen” als oorzaak voor hartritmestoornissen en osteoporose of osteopenia, is vanwege het feit dat artsen niet de accuratere bloedtesten gebruiken voor het meten van magnesium, kalium en calcium, testen die het werkelijke nivo in de weefsels en cellen weergeven die ze beïnvloeden. De testen die de artsen doorgaans gebruiken, meten het bloedserum van magnesium en kalium, maar geven niet hun intercellulaire activiteit weer, van waaruit hun effecten voortkomen. De nivo’s van magnesium, kalium en calcium, in de rode bloedcellen, moeten worden vastgesteld, die hun werkelijke nivo’s in de spier- en andere weefselcellen reflecteren, waar ze hun neuromusculaire activiteiten van die weefsels beïnvloeden – hart en skeletspieren – waarvan de eerste speciaal betrekking hebben op hartritmestoornissen, en de laatste voor spierkrampen, spasmen en “Charley Horses”, als consequentie daarvan, staan de meeste artsen in het nadeel om deze laatste ook te behandelen, en zoeken vaak hun toevlucht naar kinine of andere medicatie om dit symptoom kunstmatig te stoppen.
Als de intercellulaire bloedcelnivo’s van magnesium, en kalium zijn vastgesteld, dan realiseren de artsen zich dat veel meer mensen dan gedacht deficiënt zijn aan deze twee anionen – en zelfs veel erger dus – dan als het serumnivo wordt gemeten. Als men zich dan over deze deficiënties bekommert door een grotere recept-voorschrijving van deze mineralen, responderen de patiënten maar zeer weinig negatief op hoge of zelfs hoog normale bloednivo’s van schildklierhormonen.
Evenzo is het totale serum calciumnivo geen echte weergave van de calciumactiviteit in de zenuwen, spieren en botten. Het is het geïoniseerde calciumnivo dat moet worden vastgesteld. Dit nivo laat eigenlijk zien, dat te veel mensen nu calciumnivo’s hebben die veel te hoog liggen, en die zo bijdragen tot hartaanvallen, nierstenen, gewrichts- en peesproblemen, etc, en dat er bij de meeste mensen te veel publieke nadruk ligt op de noodzaak van calcium.
TE VEEL VERTROUWEN OP TSH-NIVO’S.
Dit is geen grap: TSH wordt beschouwd, als de meest accurate meting van de schildklierfunctie, simpelweg daarom omdat die test erg accuraat is voor hetgeen dat die meet. Het schildklierstimulerend hormoon is geen schildklierhormoon en het nivo er van in het bloed is een indirecte test van de schildklierfunctie, beïnvloed door vele andere factoren dan de hoogte van het schildklierhormoonnivo in het bloed ! Men neemt dit zo aan omdat de TSH-test een accurate test van die substantie is die er mee gemeten wordt, en dat het zo ook een accurate meting van de schildklierfunctie is ! Zoals ik al zei zijn de mensen die deze beoordeling maken wel echt intelligente mensen. Ik kan alleen maar aannemen dat ze een mentale blinde vlek hebben.
Het andere probleem met de TSH-test is de lange tijd die er voor nodig is voor de meeste artsen, laboratoriums, en medische kranten om het nieuw aanbevolen spectrum van 0,3 – 2,5 als normaal te accepteren. Dit werd in september 2002 vastgesteld door de National Academy of Clinical Biochemistry (NACB). Daarvoor werd het normaal spectrum beschouwd te liggen op 0,40 – 5,00, gebaseerd op een groep van maar 27 hospitaalwerkers in Edinburg, Schotland, en zo bepaald door professor Anthony Toft, de leider van de onderzoekers van die studie. Er was geen bewijs dat dit groepje onderzoekers iemand met milde hypothyroidisme excludeerden.
Gebaseerd op enkele epidemiologische studies die aangeven dat TSH-nivo’s boven 2,5 mU/L niet normaal; waren, concludeerden de honderden schildklier en laboratoriumexperten van het NACB over de hele wereld, dat in plaats van 0,45 – 4,5 of 5,0, het nieuwe spectrum tussen 0,3 – 2,5 zou moeten liggen, en dan zou dit spectrum natuurlijk alleen toegepast kunnen worden als er een primair hypothyroidisme op zich mogelijk aanwezig zou zijn. Als er enigerlei element, van secondaire, tertiaire, of non-thyroidale ziekte (NTI) hypothyroidisme aanwezig is, dan kan volgens mij het normale spectrum niet hoger liggen dan 0,01 – 1,00. In de praktijk is dit het spectrum dat ik als doel nastreef voor de meeste van door mij behandelde gevallen van hypothyroidisme, terwijl het FT4 en FT3-nivo optimaal gehouden wordt voor hun leeftijd en medische conditie – heel vaak boven-normaal, maar bij zwakkere of cardische- of oudere patiënten afnemend naar het middenspectrum, of tot zelfs bijna onderaan.
In januari 2003 stelde de American Association of Clinical Endocrinologists voor, dat het spectrum zou moeten liggen tussen 0,40 – 3,04, en zei dat dit lagere spectrum nu zou betekenen dat per jaar 13 miljoen meer Amerikanen moeten worden behandeld voor hypothyroidisme. Een jaar of twee later, suggereerde Carol Spencer, een van de toponderzoeksters van de Endocrine Society en zijn president in die tijd, Leonard Wartofsky, M, MPH, een spectrum van 0,3 – 2,0 – wat ik zelf reeds gebruikte sinds ik in 1989 begon met de behandeling van hypothyroidisme. Jammer genoeg gebruiken de laboratoriums en de meeste artsen tot heden aan toe nog steeds het oudere hogere spectrum. Men mag nooit vergeten dat deze spectrums alleen toepasselijk zijn voor de diagnose van puur primair hypothyroidisme. Het spectrum daalt beduidend voor de andere soorten, alleen of gecombineerd met hypothyroidisme. Als psychiater had ik reeds het belang van een goede schildklierfunctie geleerd met betrekking tot wisselvalige stemmingen, geheugenverlies en andere mentale ziektetoestanden, zelfs psychoses. Het is bekend dat patiënten met een depressie met lage T3-nivo’s niet kunnen worden geholpen om uit hun depressies te komen, egaal welk middel er wordt gebruikt, inclusief elektroshock, totdat het T3-nivo op zijn minst is genormaliseerd, of zelfs geoptimaliseerd tot aan de hoge kant van zijn normaal spectrum.
Dit was een erg belangrijke les voor mij. Ook bewezen enkele psychiatrische onderzoekers, waaronder twee van mijn leraren van de universiteit van Toronto, dat manisch depressieve patiënten er veel beter op gaan als hun T4 nivo werd geoptimaliseerd naar het hogere kant van zijn normale spectrum, of zelfs een beetje over zijn hoogste grens heen. En een van de beste behandelingen voor manische depressiviteit is het mineraal lithium, waarvan bekend is dat het de schildklierfunctie verlaagt, vooral de T3-functie. Het T3 nivo moet goed in de gaten worden gehouden tijdens een behandeling met lithium, en geoptimaliseerd als die te laag zou worden. Depakote en andere anti-epileptische medicaties die gebruikt worden bij de behandeling van manische depressiviteit verlagen bij de meeste patiënten ook de T3 functie, dus is hier hetzelfde advies van toepassing.
COMMERIELE PLANTAARDIGE OLIE EN DE SCHILDKLIERFUNCTIE
Alhoewel Dr. Price vaststelde dat gezonde volkeren betrekkelijk lage waardes aan jodium binnenkregen, geven studies aan dat het in onze moderne tijd de meeste mensen het beste doen aan de bovenste eind van de scala, en dagelijks ca. 1000 microgram per dag innemen.
Met betrekking tot dit onderwerp worden vaak te vele factoren in de moderne voedingswijze overzien, die onze schildklierfunctie onderdrukken en onze noodzaak aan jodium verhogen – niet alleen door expositie aan halogenen zoals fluoride, chloride en bromide, maar ook gebrek aan vitamine A, vitamine B6, selenium en magnesium. Verminderde expositie aan halogenen en ruimschoots inname van deze sleutelingrediënten, verminderen waarschijnlijk onze vereisten aan jodium.
Een andere moderne voedingsfactor die interfereert met de schildklierfunctie, is de consumptie van omega-6 vetzuren afkomstig uit de plantaardige oliën en vetten. Uit sommigen schattingen bestaan 20% van de calorieën in onze “geciviliseerde” voedingswijze uit omega-6 vetzuren. Zoals aangegeven door Stephen Guyenet, in zijn Whole Health Source blog, kunnen de omega-6 vetzuren de signalen van de schildklier onderdrukken. Hij citeert studies die uitwijzen dat maïsolie grotendeels de respons op T4 van de lever onderdrukt vergeleken met varkensvet, en saffloerolie de respons op T3 van de lever onderdrukt vergeleken met rundvet, en linol-zuur de respons van bruin vet en de lever op T3 onderdrukt. De lever is een van de hoofdzakelijke plaatsen van schildklierhormoonresponsive warmteproductie. Oorspronkelijk was het zo dat in 1970 de onderzoekers het omega-6 linolzuur als behandeling voor hyperthyroidisme beschouwden.
Dus is het waarschijnlijk dat diegenen die commerciële plantaardige oliën en vetten vermijden en de omega-6 consumptie minimaliseren, terwijl ze de inname van voedingsrijke dierlijke vetten zoals boter en levertraan benadrukken, jodiumvereisten zouden hebben die veel lager dan 1000 microgram per dag liggen en in staat zouden zijn om hun jodiumvereisten tegemoet te kunnen komen door een voedingswijze van volwaardig voedsel, vooral als die zeevoedsel bevat.
Bron: Omega-6 linoeic-Acid Suppresses Thyroid Signaling. 29 december 2008.
“ALTERNATIEVE” BENADERINGEN VOOR HYPOTHYROIDISME.
Voor de tijd dat de accuratere dialysemethodetesten van Free-T3 en FT4 (Vrij = Free = F) beschikbaar werden, raadde Broda Barnes een lichaamstemperatuurmeting aan die wat indicatie kon geven over een mogelijke schildklierhypofunctie, alhoewel dit een non-specifieke benadering is, is hypothyroidisme – alhoewel het meest voorkomend – niet de enigste oorzaak van hypothermia. Een temperatuurmeting was op dat tijdstip een nuttige manier en kon in vele gevallen die werden gemist door de bloedtestmetingen van die dag om behandeld te worden een uitkomst bieden, maar nu dat we de totale accurate dialyse van de Vrije-T3 en Vrije-T4 bloedtesten hebben, is er veel minder nodig voor die benadering, met als uitzondering als indicator in het geval van leken die eventueel hypothyroidisme hebben en die later daarop verder onderzocht.
Sinds de beginjaren van 1990, pleitte Dennis Wilson een arts in Florida, voor de alleen-maar-T3 behandeling voor de behandeling van vermoeidheid en lage lichaamstemperaturen die hulpvol was bij sommige patiënten, maar het is een raadsel waarom hij de T4 behandeling helemaal vermeed, vooral omdat alleen-maar-T3 behandeling het T4-nivo verlaagt tot onder of op het laag-normale bloednivo, en zoals we weten, vereisen de hersenen een goed bloednivo van T4 om voldoende overkruising van de choroid plexus (bloed-hersenbarrière) te hebben van voldoende T4 voor de conversie van T3 in de hersencellen. Mijn vermoedens zijn zo, dat veel van de Wilson’s patiënten – terwijl ze wel een goede lichamelijke of fysieke schildklierfunctie verkrijgen – toch deficiënt blijven in de schildklierfunctie in de hersenen voor geheugen en gemoedsstemmingen.
Recenter kwam John Lowe, DC op de voorgrond als pleiter van een T3 behandeling voor CVS en fybriomyalgie bij patiënten met normale schildklierfunctie als gevolg van wat hij beschouwd als schildklierresistentie in de weefsels van deze patiënten. Hij gebruikt en pleit voor een T4 en T3 combinatietherapie bij alle hypothyroidpatiënten.
In het algemeen kan worden gezegd dat de meeste voedingsdeskundigen, integrale, holistische, complementaire artsen, en natuurlijk-werkende, anti-verouderende en alternatieve artsen eerder de benadering van T4 en T3 combinatie gebruiken, dan de alleen-maar-T4 benadering die nog steeds hardnekkig gebruikt en aangeraden wordt door de meeste conventionele artsen. Ik vraag me af hoe vlijtig en regulair dat ze de accurate bloedtesten gebruiken die eerder in dit stuk genoemd worden, maar ik twijfel er – gebaseerd op hun gerapporteerde resultaten – niet over, dat hun hypotyroidpatienten het in het algemeen veel beter gaat dan die bij de conventionele artsen. Daar is nog al wat over te zeggen, als men bedenkt dat de meeste van hun geen endocrinologen of zelfs nog geen internist zijn, in tegenstelling tot die medische specialisten die officiële diploma’s hebben gehaald en specifiek werken voor de diagnose en behandeling van schildklierziektes.
HET NAAR VOREN DUWEN VAN DE ALLEEN-MAAR
T4-BENADERING ALS BEHANDELINGSMETHODE
Tegen het einde van 2003 verscheen overhaast een stel documenten in de oktober-uitgave van het Journal of Clinical Endocrinologie and Metabolism, zoals ook een redactioneel artikel van Kaplan en anderen, en een ander artikel in de decemberuitgave van het Journal of The American Medical Association, die aantoonden dat de vervanging van T3 voor een deel van de T4 in de alleen-maar-T4 behandelde hypothyroid patiënten geen gezondheidsverbetering opleverde. Daarentegen was het echter zo, dat het T3- en T4-serumnivo van de patiënten in dit onderzoek zelfs minder geoptimaliseerd waren dan die van de 33 patiënten uit een document uit 1999 van Bunevicius en anderen, dat gepubliceerd werd in het New Engeland Journal of Medicine en waar in stond beschreven dat men wèl zeker een beduidende gezondheidsverbetering vaststelde – en waarvan deze nieuwe documenten en artikels duidelijk de bedoeling hadden om dit tegen te werken. Daarbij eindigden de patiënten in het onderzoek van 1999 vaak op een lagere totale dagelijkse inname van het schildklierhormoon (T3 en T4 gecombineerd) dan ze oorspronkelijk nodig hadden gehad als de behandeling alleen maar bestond uit alleen-maar-T4.
Het gebruik van patiënten met onder-geoptimaliseerde T3- en T4-serumnivo’s is geen juiste manier om de nutteloosheid van een T3-behandeling te proberen te bewijzen – en dit niet alleen voor patiënten met primaire hypothyroidisme, maar zelfs nog minder voor patiënten die een van de andere soorten hypothyroidisme hebben, als zijnde de enigste oorzaak voor een hypothyroidisme of als een bijkomende oorzaak van hun totale beeld van hypothyroidisme. Er is geen rechtvaardiging voor het tegenhouden van de toevoeging van T3 bij patiënten aan secundaire, tertiaire en NTI-hypothyroidisme, omdat bij hun het T3 de laagste van de twee schildklierhormonen is. In deze laatste soorten van hypothyroidisme, is een sterke neiging dat het Vrije T3-nivo (vastgesteld door de dialysemethode) achterblijft op het dialyse Vrij T4 nivo (vastgesteld door de dialysemethode). Dit komt gedeeltelijk door een gebrek van TSH (die de omzetting van T4 naar T3 aandrijft) maar kan ook komen als gevolg van de periferale tussenkomst met de conversie van de 5”-deionidase enzymen / deiodinatie van T4 naar T3, die optreedt in het NTI-hypothyroidisme. Men zegt dat Kaplan in zijn redactioneel bericht een gemarkeerde opmerking van wanhoop uitte, dat er nooit een ideale behandeling voor de symptomen van hypothyroidisme zou kunnen worden gevonden ! Als men de verkeerde opvattingen overdenkt waarop het redactioneel artikel en de andere artikels zijn gebaseerd, dan is het niet verwonderlijk dat optimale behandeling een moeilijk te bereiken doel is voor deze onderzoekers en opiniemakers ! Als de artsen en medici simpelweg van de focus van het zogenaamde “optimaliseren van het TSH” zouden omschakelen naar een echt optimaliseren van de dialyse geteste Vrije T3- en Vrije T4-serumnivos, dan zouden ze net zoals ik, dit prijzenswaardige doel bij praktisch al hun patiënten kunnen behalen.
Gelukkig begint de pendule reeds naar de andere kant te zwaaien, namelijk naar het bewijs van de efficiëntie van het bijvoegen van T3 aan de T4-behandeling. In 2002 riep dezelfde Anthony Toft de “oude bewaker” en tegenstander van de combinatiebehandeling die oorspronkelijk het “normale spectrum” voor het TSH bepaalde zijn beweringen terug, en stond uitdrukkelijk open voor de opvatting dat tenminste bij een deel van de patiënten de toevoeging van T3 aan de T4-behandeling gezondheidsvoordeel zou geven en dat het de enigste manier zou kunnen zijn om de schildklierfunctie te kunnen optimaliseren. Hij zei:” Het zou blijken dat de behandeling van hypothyroidisme ongeveer afgerond zou zijn.
Zo volgden er ook andere onderzoekers. We kunnen dit zien in twee artikels die gepubliceerd werden in de eerste helft van 2005, eentje door Saravanan, en anderen publiceerden het in de februari-uitgave van het Journal of Clinical Endocrinology and Metabolism, waarin 697 patiënten met primair hypothyroidisme waren betrokken, het andere artikel kwam van Appelhof, en weer anderen publiceerden hun artikelen in de mei-uitgave van hetzelfde Journal, en waarin 141 patiënten met primair hypothyroidisme waren betrokken. De geschriften van Appelhof vergeleek de resultaten van twee verschillende ratios van T4 naar T3, 5:1 en 10:1. Het is notabel dat de patiënten die de hogere hoeveelheid T3 kregen, het meest tevreden waren met hun resultaten, vooral m.b.t. gewichtsverlies.
Jammer genoeg gingen beide onderzoeken nog steeds voort onder de verkeerde opvatting, dat egaal welke hoeveelheid T3 aan enigerlei behandeling van de patiënt werd toegevoegd, dat daar een evenredige hoeveelheid T4 van moet worden afgetrokken. Alhoewel, in het gebruik van mijn eigen benadering, zou de T4-dosering bij vele patiënten zijn worden verhoogd, als gevolg van het nivo er van dat nog steeds onder-optimaal was zoals reeds voorafgaand aan de toevoeging van T3 vanwege de feedback-koppeling waar in een hoog T3-nivo het TSH-nivo zou onderdrukken, wat dan zou veroorzaken dat het T4-nivo zou dalen vanwege te weinig stimulatie door TSH. De toevoeging van T3 zou eigenlijk de totale hoeveelheid van T4 in de bloedstroom verminderen, en zo verhoogde hoeveelheden aan T4 vereisen. Op verhoogde innames van T4 en de toevoeging van T3, zouden deze patiënten echt een verbeterde schildklierfunctie hebben gekregen, zoals ook een verbeterd lichamelijk en mentaal welbevinden, en dus niet gewoon alleen maar de minimale verbeteringen die in deze artikels stonden.
OPTIMALE BEHANDELING.
Optimale behandeling zou niet mogen draaien om het beantwoorden van de vraag: “Welke soort schildkliermedicatie kunnen we het best gebruiken?” De beste benadering, die ik sinds 1989 erg succesvol heb gebruikt, en dat bij meer dan 5000 patiënten, pleit niet voor enigerlei voorgeschreven receptmedicatie voor alle gevallen, maar heeft het doel om de vrije serumnivo’s van zowel de T3 als de T4 schildklierhormonen (gemeten door de dialysemethodes) te optimaliseren. De arts zou bij de behandeling egaal welke combinatie van beide schildklierhormonen moeten gebruiken die dit resultaat voortbrengen (in een kleiner deel van de gevallen zal dit alleen maar T4 zijn). Dit klopt zo, egaal of de behandelingsresultaten van het TSH-nivo onder het normaal bereik liggen. Als zulke resultaten optreden, betekent dit simpelweg, dat de TSH-feedback koppeling van de patiënt niet juist functioneert, of anders zou die niet tot onder normaal onderdrukt mogen worden als de T4 en de T3-schildklierhormoonnivo’s niet verhoogd zijn.
Niet totdat het FT3-nivo in een nieuw geval beduidend hoger ligt dan het FT4-nivo, is het niet optimaal hulpvol om te behandelen met alleen-T4-vervanger. Als de patiënt een hoog TSH-nivo heeft (TSH drijft de T4-naar T3-conversie aan), en nog steeds niet direct zelf voldoende T3 kan produceren van zijn of haar schildklier, en van de conversie van T4 naar T3 perifereel, dan zal die patiënt niet voldoende T3 van de alleen-maar-T4-behandeling kunnen converteren, nadat het TSH-nivo daalt.
De conventionele benadering van de behandeling van hypothyroidisme gaat er van uit, dat alleen-maar-T4-preparaties perifereel in behoorlijke standaard hoeveelheden en in behoorlijk tijdsbestek naar T3 converteert. Als dat niet gebeurt, dan wordt dit beschouwd als komende vanwege een extra thyroidale ziekte” die niet van aangelegenheid is van de arts, die bezig is met de correctie van de schildklierdisfunctie”. Maar de klinische ervaring van het altijd meten van de Vrije T3 en het Vrije T4 serumnivo’s, toont aan dat dit aangenomen scenario bij het overgrote deel van de patiënten niet klopt. Minstens 80% van mijn patiënten vereisten wat T3 in de behandeling (altijd voorgeschreven ter inname van 2 of 3 maal per dag) toegevoegd aan de T4, zodat hun Vrije T3 en Vrije T4 serum nivo’s werden geoptimaliseerd.
Het consequent meten van zowel het FT3 als het FT4 bloednivo bij alle hypothyroidpatiënten die op de alleen-maar-T4 therapie zitten, zal vlug de mythe van de adequate conversie verdrijven, (net zoals ook de mythe van”louter bijkomende schildklier-oorzaken van lage T3 nivo’s). Een bepaalde minderheid van hypothyroidpatiënten converteren voldoende T4 naar T3 en dat in een voldoende percentage of hoeveelheid van een alleen-maar-T4-behandeling om effectief te zijn in het produceren van een adequaat FT3 serumnivo, alhoewel is het zo – zoals bovenstaand beschreven – dat de meerderheid (80%) van de patiënten enigerlei combinatie van T3 en T4 vereisen om het FT3 en FT$ nivo te optimaliseren. Als eens deze nivo’s geoptimaliseerd zijn, dan verbetert zich de gezondheid en het prestatievermogen van de patiënt.
Het optimaliseren van zowel de FT3- en FT4-nivo’s vereist gewoonlijk een van de volgende: ( ten 1ste) een gecombineerd T4/T3 preparaat, ( ten 2de) een apart T4 en T3 preparaat; of (ten 3de) een combinatie van een T4 en een T4/T3-preparaat. Gedroogde volwaardige varkensschildklier (zoals Armour Thyroid of een van zijn generische middelen zoals Nature Thyroid) is een vrij goedkoop beginpunt voor een bepaalde combinatie van T4/T3-behandeling. Omdat die het kort werkende T3 hormoon bevat, zou het altijd zo voorgeschreven moeten worden, dat het na het ontbijt en na het avondmaal wordt genomen (dus in een programma van 2 maal daags) om de snelheid van beginnen en voortduren van zijn werking te reduceren.
De grote wending in het denken van de meeste artsen, zou er in moeten bestaan te herkennen dat gedroogd schildklierhormoon niet maar een keer per dag zou moeten worden genomen, maar minstens twee maal daags na de maaltijden. Een alternatief zou zijn om doseringen ook 3 maal daags nemen, (iedere 8 uur) zonder rekening te houden met de maaltijden.
Als alleen de gedroogde schildklier de vrije nivo’s van de hormonen zou optimaliseren, dan zou extra T4 (of minder vaak T3-behandeling) kunnen worden toegevoegd om het doel te bereiken. Als schildklierhormoon exclusief zou worden gebruikt, dan zou een geschatte hoeveelheid van T4 een maal daags moeten worden genomen met een geschatte hoeveelheid aan T3, die 2 maal daags moet worden genomen, na het ontbijt en avondmaal (of zoals bovenstaand beschreven iedere 8 uur zonder rekening te houden met de maaltijden. Thyrolar is een synthetisch T4 / T3-combinatiepreparaat, met T4 en T3 in dezelfde verhoudingen als die van gedroogd varkensschildklierextract; dat ook 2 of 3 maal per dag zou moeten worden genomen, vanwege de korte halveringstijd van het T3-component.
Als eens optimale T3 enT4 vervanging is bereikt, dan blijft het ultra-gevoelige TSH nuttig als standaardmaat van optimale schildklierfunctie, maar alleen dan als die nog in het lagere deel van zijn normale spectrum is, en kan dit zelfs ook onder het lage deel van het spectrum gaan (lager dan 0,01 mU/L. Als dit zo gebeurt, dan zal de schildklierfunctie geoptimaliseerd zijn door de meetstok van zowel het TSH-nivo als het dialyse geteste FT3- en FT4-nivo.
Als iemand zowel een persoonlijke als een perfectionistische interesse in optimale schildklierfunctie heeft – en dus wat meer dan een gemiddelde interesse in een “normale” schildklierfunctie – dan is mijn zienswijze zo dat die alleen maar tevredenstellend geoptimaliseerd kan worden op de zojuist beschreven manier. Het blijft dan zo dat er beslist moet worden dat in bepaalde zeldzame gevallen waarin de TSH noodzakelijkerwijs onderdrukt moet worden tot onder 0,01 mU/L zodat de dialyse FT3- en FT4-nivo kunnen worden geoptimaliseerd, oftewel de sub-optimale Vrije T3- en Vrije T4-nivo’s te accepteren, of een sub-0,01 m U/L TSH-nivo.
Mijn eigen voorkeur zou op deze laatste liggen, met uitzondering bij zwakkere of hartritmestoornis hebbende patiënten.
Een klein aantal van grote of overgewichthebbende patiënten die weerstand hebben tegen het schildklierhormoon, meestal vrouwen, kunnen 6 – 9 Armour Thyroid per dag nodig hebben (of het equivalent er van aan Thyroixine, daarvoor rekenend 0,01 mg T4, als zijnde evenredig aan een korrel); of een combinatie van die twee. Deze patiënten lijken een vorm van een weerstandssyndroom tegen het schildklierhormoon te hebben zoals beschreven bij Refetoff.
Patiënten die reeds Armour Thryroid nemen, (of een van zijn generische equivalenten), in dosering van één maal per dag, moeten geadviseerd worden om hun dosis direct te splitsen in het twee tot drie maal daagse inname-programma zoals dit bovenstaand op verschillende plaatsen beschreven werd. Dan zou het Vrije T3-nivo dat verkregen werd bij het monitoren van het bloed bij de behandeling, veel meer waarde toegekend worden als overbelangrijk aandeel in de schildklierfunctie.
HOMEOPATISCHE JODIUM VOOR DE SCHILDKLIER.
Door Joette Calabese HMC, CCH, RSHom (NA).
Margriet was een knappe vrouw met een schitterende uitstraling, en gewoonweg geen type voor slonzige kleren. Dat wat ze aan had paste niet echt goed, maar toch zag het allemaal bij elkaar erg leuk uit. Ze lag vaak te zonnebaden in Martha’s wijngaard, en haar lange zongebruinde benen kregen veel bekijks van zowel de mannen als de vrouwen. Ik kan het niet openlijk zeggen wat ze dachten, maar ik ben er overtuigd van dat Margriet dat wel goed wist. Het liet haar toe om haar haren wild op te kammen. Als resultaat daarvan werden veel mannen s’morgens bij haar wakker. Ze was het soort vrouw dat zich te goed deed aan altijd veranderende relaties, en die ze simpelweg wijzigde omdat een nieuwe uitdaging amuserend voor haar was.
Maar dan, na een weekend bij een vriend in de Soho, klapte er iets dicht bij haar. In plaats van haar gewoonlijke vlugheid in haar dagelijkse leven, werd ze lusteloos en moe. Dat beïnvloedde haar gewoonlijke evenwichtige vitaliteit, en kreeg ze een chronisch verlangen naar pauzes en hazenslaapjes. Ze had nu al een tijdje ingezien dat haar zelfvertrouwen, haar vrijmoedigheid en te weinig ernstige levenshouding aan het verdwijnen was, en werd vervangen door een verminderde, getemperde versie van haar vorige persoonlijkheid, en ze begon meer haren te verliezen dan ze aan durfde te denken.
In het begin waren haar symptomen nog licht, maar door verloop van de tijd heen kwam ze toch geagiteerd en gealarmeerd bij de arts terecht.” Ik voel me alsof ik een chronische griep heb of erger, en ik ben 10 kilo bijgekomen”, en dit laatste symptoom maakte haar nog het meeste bezorgd.
De doktor meende dat het hypothyroidisme was, en daarop volgende testen gaven aan, dat het TSH van Margriet (Schildklier Stimulerend Hormoon) inderdaad te laag lag, dus adviseerde hij een medicatie. Die zou haar natuurlijk wel niet genezen, maar zou in ieder geval het probleem onder controle houden.
Margriet begon zich af te vragen of ze dit wel zou gaan doen, vanwege de bijverschijnselen die er op de bijsluiter stonden – alhoewel de lettertjes zo klein geschreven waren dat ze letterlijk een vergrootglas nodig had om die te kunnen lezen. Maar het was inderdaad heel duidelijk: angsttoestanden, humeurwisselingen, haarverlies, gewichtstoename, pijn in de borst, onregelmatige hartslag, kortademigheid, en plotselinge aanvallen van ziektevlagen. Ze had reeds aan enkele van deze symptomen geleden, en de medicatie beloofde er alleen nog maar meer van !
Vervolgens ging Margriet naar en psychiater vanwege de angst die ze had. Hij stelde ook medicatie voor. “Nee dank je wel” dacht ze. Ze zou eventueel zonder tegen te stribbelen de medicatie kunnen hebben genomen, maar dat was niet de stijl van Margriet. Zelfs haar beste vriend vroeg haar, “Wat is er verkeerd aan om medicatie te nemen ?” Maar Margriet hield vol en zei: “Nee. Ik moet een andere oplossing vinden, eentje die bona fide is”
En zo droeg Margriet haar haren in een stijl model dat het haarverlies goed verborg. Ze werd gedreven door haar innerlijke vasthoudendheid om een alternatieve oplossing te vinden. Een collega die genezing had gevonden van schildklier knobbeltjes door middel van een speciale homeopathisch preparaat gaf haar de naam van een reputabele homeopaat die wel een eind uit de buurt woonde. En zo belde Margriet op voor een consult.
Na dit eerste consult, had Margriet een goed gevoel. Haar werd nu niet verteld dat haar hypothyroid zou worden genezen, maar de homeopaat bracht het op een andere manier:” Je lichaam geeft respons aan een onevenwichtigheid die symptomen veroorzaakt. We zullen nu de symptomen gebruiken om vast te stellen welk homeopathische middel het best geschikt is om zich op jouw specifieke onbalans te richten en als tegengif te werken. Als eens de energie van de ziekte ontmoet wordt door de energie van de remedie, dan zal het onnodig voor het lichaam zijn om te reageren, in plaats daar van krijgen de reacties op de ziekte of symptomen een tegengif.”
Magriet was geïnspireerd door het woord “tegengif”, en binnen een week van het nemen van het middel Iodum, begon haar vermoeidheid af te nemen. “Is dit Jodium” vroeg ze aan de homeopaat. Het antwoord dat ze kreeg was fascinerend:
De homeopaat legde uit dat het wel bekend is dat jodium de sleutel voor de gezondheid van de schildklier is, maar als we die in de grove vorm gebruiken, kan dat soms niet erg verstandig zijn. In plaats daarvan worden er door middel van een homeopatische formule – die grotendeels opgelost is volgens een speciale mathematische procedure – enigerlei problemen die in verband staan met jodium geëlimineerd, en er blijven alleen maar goede gezondheidsresultaten over. Omdat homeopathie een medisch paradigma is dat over de hele wereld gebruikt wordt, zoals ook in Europese hospitalen en klinieken en door homeopathische artsen, hebben we overvloedig veel onderzoeksmateriaal zodat we kunnen concluderen dat deze methode niet alleen veel verdiensten heeft maar ook nog geheel veilig is.”
Magriet maakte zich niet druk over deze studies. Haar focus was er op gericht hoe goed ze zich begon te voelen. Allereerst merkte ze dat er niet langer zo veel haren in haar borstel zaten. Vervolgens kwam haar vuur weer terug. Dit trad zo op binnen de eerste maand dat ze het homeopathische preparaat nam. Alhoewel was het meest opmerkelijk herstel dat haar kilo’s langzaam wegsmolten en de vermoeidheid verdween.
Symptoom na symptoom bleek de ziekte op te lossen. Ze voelde zich weer wat normaler en niet bijna zoals voordat ze door de hypothyroid getroffen werd. Enkele maanden later werd haar schildklierhormoon weer gemeten en het bewijs onthulde zich: haar nivo’s lagen inderdaad binnen het normale spectrum !
Rond die tijd kwam ze in het theater en liep per ongeluk tegen Alfonso op, een knappe Italiaanse vriend van vroeger op school. Hij nam haar hand, en fluisterde “Sprezzatura”
Toen ze die nacht thuiskwam bladerde ze door haar Italiaanse woordenboek heen en was er verrukt over te ontdekken wat dit mooie woord betekende:” de kunst van nonchalantie door elegantie zonder inspanning.”
Aahhhhhh……………. Het bewijs dat haar vroegere leven was teruggekomen.
HOMEOPATISCHE REMDIES VOOR SCHILDKLIERPROBLEMEN.
De link tussen jodium en de schildklier is degelijk vastgesteld, en daarom is het niet verwonderlijk dat er reeds meerdere tientallen jaren lang homeopathisch jodium wordt gebruikt. In zijn oorspronkelijke toestand kan elementair jodium zelfs pathologische toestanden van de schildklier veroorzaken. Dit is waarom de veel verdunde methodes van homeopathische preparaties het lichaam kunnen aansporen om zich te richten op het probleem wat het normaal veroorzaakt. Deze capaciteit onthult de diepe essentie van homeopathie die wordt geregeerd door de wet van “Gelijk geneest Gelijk.”
In het geval van Margriet’s lijden werd dit middel gekozen omdat dit middel niet alleen paste bij haar specifieke symptomen, maar ook bij haar persoonlijkheid. Wat de aandacht van de homeopaat in dit geval trok, was haar onverklaarbare gewichtstoename, en getemperd gedragspatroon dat niet op haar leek toen ze gezond was. Als kenmerkende noodzaak door deze eigenschappen, wees het zich uit als juist geschikt te zijn voor Margriet.
Alhoewel had Margriet een collega voor wie de keuze van het middel heel anders was. Een algemeen gebruikte remedie voor schildklierknobbels – of ze nu begeleid worden door hypothyroidisme of hyper thyroidisme – is Sepia. Maar hier ook alweer is de keuze van Sepia afhankelijk van de gehele persoon die aan het probleem lijdt.
De collega van Margriet had juist een baby gekregen toen ze haar schildklierprobleem kreeg. Daardoor was ze in een reproductieve toestand die het nodig had om het totaal van symptomen te beschouwen om aan tegemoet te komen. Zo had zij bijvoorbeeld ook een gewichtstoename, maar die werd begeleid door stemmingswisselingen en slapeloosheid. Omdat de hormonen van Margriet niet hetzelfde zijn als die van een nieuwe moeder, zou Sepia niet geschikt voor haar zijn geweest.
Een man die aan hyper- of hypothyroidisme lijdt, zou inderdaad het onderwerp van de zelfde verschilllings-criteria zijn, maar de kenmerken van dit lijden kunnen bestaan uit chronische transpiratie van het hoofd, makkelijke gewichtstoename, en een speciaal pafferige en een algehele trage dispositie. Die kan ook bestaan uit angsten, en een overweldigend gevoel van de vele verantwoordelijkheden. Dit zou vierkant in de richting van de Calcaria corbonica wijzen, een homeopathisch middel dat hoog genoteerd staat voor deze symptomen. Zo is homeopathie persoongebonden niet specifieke methode voor ziekte, en iets wat minder zou zijn, zou een mediocres, polyester, een-maat-voor-alles-keuze zijn. In de vraag naar authentieke gezondheid zal dit nooit zo zijn.
Joette Calabese, CCH, RSHom, is een gediplomeerde homeopaat met een bloeiende praktijk met onderscheidingsvermogen hebbende patiënten door de hele VS en daar buiten, en wordt bezocht na lezingen, als auteur, en na radio programma’s. Het is haar filosofie dat de zegeningen van de gezondheid niet willekeurig op goed geluk kunnen worden verkregen, maar door de gedetailleerde en systematische methode van klassieke homeopathie. Haar bijna 25 jaar uitgebreide studie en praktijk vullen haar unieke methodes van klassieke homeopathie aan met de perceptie van voedingsstoffen uit slow food. Ze kan worden gecontacteerd voor consulten per telefoon, seminaries en een verscheidenheid aan nutritionele en homeopathische CD’s op homeopaty works
Schildklier: opnieuw in evenwicht, zonder medicatie SCHILDKLIERAANDOENINGEN ZIJN EEN WELVAARTSZIEKTE. HET GEVOLG VAN HET GEBRUIK VAN CHEMICALIëN EN DE PRODUCTIE VAN KUNSTSTOFFEN, DIE NIET ALLEEN ONS MILIEU MAAR OOK ONZE GEZONDHEID BEDREIGEN. SUPPLEMENTEN VAN NATUURLIJKE HORMONEN, KRUIDEN EN ANDERE ZACHTAARDIGE METHODEN KUNNEN ERVOOR ZORGEN DAT DE SCHILDKLIER WEER OPTIMAAL GAAT FUNCTIONEREN, ZONDER MEDICATIE. |
Schildklieraandoeningen vormen een stille epidemie. Jaarlijks ontwikkelt zich bij één op de honderd mensen een schildklieraandoening.
Bijna de helft van alle vrouwen en een kwart van de mannen heeft in de loop van hun leven gezondheidsklachten die het gevolg zijn van een slecht functionerende schildklier.
Bij een groot deel van de patiënten wordt echter niet de juiste diagnose gesteld. De bloedtesten die standaard worden gebruikt voor het vaststellen van afwijkingen van de schildklier, leveren resultaten op die vatbaar zijn voor meerdere interpretaties.
Hierdoor bestaat de kans, dat patiënten die met duidelijke symptomen of klachten over algehele malaise bij hun dokter aankloppen, te horen krijgen dat de uitslag van hun bloedtest normaal is. Zo werd Diana Holmes, auteur van ‘Tears behind closed doors’ verteld dat er geen duidelijke medische verklaring was voor het feit dat zij niet kon lopen en aan een rolstoel was gekluisterd. Pas na twintig jaar heeft een scherpzinnige arts de symptomen die zij had in verband gebracht met een te langzaam werkende schildklier.
De schildklier bevindt zich ter hoogte van het strottenhoofd aan de voorkant van de keel en heeft de vorm van een vlinder.
Deze klier fungeert als thermostaat van de stofwisseling, die de lichaamstemperatuur, het energieverbruik en – bij kinderen – de groei reguleert.
Voor een goede stofwisseling scheidt de schildklier twee hormonen uit: thyroxine (T4) en trijodothyronine (T3). Deze twee hormonen dienen met elkaar in evenwicht te zijn, hetgeen gecontroleerd wordt door een derde schildklierhormoon genaamd thyroïd stimulerend hormoon (TSH). Dit hormoon wordt aangemaakt door de hypofyse in de hersenen, die aangeeft wanneer er meer behoefte aan hormonen is.
Een te snel werkende schildklier – thyrotoxicose, volgens de medische terminologie – betekent dat het lichaam teveel T3 of T4 aanmaakt. Hierdoor wordt de stofwisseling hoger, met als gevolg dat het hart sneller gaat kloppen en ook andere lichaamsfuncties hyperactief worden. Werkt de schildklier daarentegen te langzaam, dan is er sprake van een tekort aan een van beide hormonen, waardoor je mentaal en fysiek niet naar behoren functioneert en waardoor zelfs de polsslag minder wordt.
De meeste schildklieraandoeningen, zoals de ziekte van Graves, worden veroorzaakt door een stoornis van het afweersysteem die leidt tot de aanmaak van antistoffen, die op hun beurt de werking van de schildklier beïnvloeden. Met andere woorden, in veel gevallen is er sprake van een auto-immuunziekte. Behandelwijzen De conventionele medische benadering houdt in, dat een hyperactieve schildklier geheel of gedeeltelijk operatief wordt verwijderd, bestraald of door middel van medicijnen wordt stilgelegd. Ter compensatie krijgt de patiënt vervolgens een preparaat van synthetische schildklierhormonen toegediend. De grondgedachte achter deze rigoureuze maatregelen is, dat hiermee wordt vooromen dat de auto-immuunziekte, die verantwoordelijk is voor het slecht functioneren van de schildklier, terugkeert. In de praktijk hebben patiënten echter weinig baat bij deze behandeling; in veel gevallen wordt een te groot deel van de schildklier verwijderd, waardoor deze niet meer naar behoren kan functioneren en de patiënt afhankelijk blijft van medicijnen.
Mensen die last hebben van een traag werkende schildklier, vaak als gevolg van een lichte aandoening, zijn doorgaans ook voor de rest van hun leven afhankelijk van synthetische hormonen. In veel gevallen houdt de trage schildklier er, als gevolg van het lukraak voorschrijven van medicijnen voorgoed me op (zie kader) Medicatie is weliswaar van vitaal belang als de schildklier volledig is weggekwijnd, ‘op hol slaat’ of door vergiftiging in een crisis verkeert, waarbij er sprake is van hoge koorts, een delirium en extreem hartritme, maar in de meeste gevallen zijn synthetische schildklierhormonen overbodig. Alternatieve behandelingen zijn niet alleen succesvol gebleken, recent onderzoek suggereert bovendien dat schildklieraandoeningen met allergieën en omgevingsfactoren te maken kunnen hebben. Als dat zo is, zal de schildklier zichzelf herstellen zodra de oorzaak van de aandoening is weggenomen. Blijkt toediening van extra schildklierhormonen toch noodzakelijk, dan kan in plaats van een preparaat van synthetische hormonen een supplement van dierlijke schildklierhormonen worden gebruikt. Dit natuurlijke preparaat kent niet de bijwerkingen die aan de synthetische variant kleven. Kruiden Van alle alternatieve remedies zijn kruiden het meest succesvol gebleken bij het reguleren van de schildklier. In geval van een hyperactieve schildklier kunnen Lycopus europaeus en Licopus virginicus de stofwisseling van jodium en de uitscheiding van thyroxine verhinderen. Deze plantenextracten kunnen bij vrouwen het negatieve effect van oestrogenen op de schildklier tegengaan. Ook Leonurus cardiaca is tegen een te snelle werking van de schildklier een effectief middel gebleken, dat het hartritme normaliseert en hartkloppingen voorkomt. Thyreogutt, Lycocyn en Mutellon zijn enkele van de bekendste in Duitsland geregistreerde kruidenpreparaten, die Lycopus europaeus en Leonurus cardiaca bevatten. Mutellon, dat teven Valeriana officinalis bevat, is met name effectief bij milde gevallen van een overwerkte schildklier, zo blijkt uit klinische studies.
Onderzoek heeft ook uitgewezen dat deze kruidenpreparaten in tegenstelling tot reguliere medicatie, de receptoren van TSH, het derde schildklierhormoon, dat door de hypofyse wordt uitgescheiden, niet beschadigen of beïnvloeden. Van Lithospermum officinale is bekend, dat het de geslachtsklieren beïnvloed, maar ook een positief effect op de schildklier heeft.
Kelp – of zeewier, dat rijk is aan jodium en vele andere belangrijke mineralen bevat – is een effectief middel tegen strume (kropgezwel) en helpt het lichaam vet te verbranden. Bovendien voorziet het de schildklier van jodium, in de juiste hoeveelheid. Tenminste, als je er niet te veel van gebruikt; in Japan heeft overmatige consumptie van kombu (zeewier) bij ten minste één
persoon tot een traag werkende schildklier geleid. Behalve kelp kan ook Fucus vesiculosus, een ander zeewier, een gunstig effect hebben op de schildklier. De oosterse visie De traditionele Chinese geneeskunst beschouwt schildklieraandoeningen als het resultaat van emotionele spanningen en frustratie als gevolg van onverwerkte problemen. Vanuit deze invalshoek is het voor mensen met een slecht functionerende schildklier typerend, dat zij emotioneel instabiel zijn. De energie van de milt en de lever wordt hierdoor niet in goede banen geleid, waardoor ‘vuur’ in het lichaam ontstaat en de Yin van het hart uitgeput raakt. Dit heeft de productie van slijm tot gevolg, dat stilaan de energiebanen in de nek blokkeert en struma veroorzaakt.
Doorgaans wordt deze aandoening met kruiden en acupunctuur behandeld. De traditionele oosterse geneeskunst blijkt te beschikken over probate middelen tegen hyperactiviteit van de schildklier, zelfs als deze tot aandoeningen als oogkwalen (uitpuilende ogen) heeft geleid. Dit is onder meer gebleken uit onderzoek bij 150 patiënten uit het Roemeense Baia Mara, een van de meest vervuilde steden in Europa. Dit heeft niet alleen geleid tot de hypothese dat de schildklier gevoelig is voor onder meer hoge concentraties zink, lood, zwavel en vluchtige gifgassen en dat deze stoffen indirect verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van oogkwalen, hartkloppingen, prikkelbaarheid en slapeloosheid, maar ook dat acupunctuur een goede remedie is tegen schildklieraandoeningen. Bij maar liefst 90% van deze Roemeense patiënten trad na een reeks behandelingen – waarbij naalden werden gezet op de acupunctuurpunten Hegu (LI.4), Zusanli (ST.36), Tanzhong (CV.17), Taichong (LR.3), Neiguan (PC.6) en lokale punten zoals Naocui (TE.13), Tianding (LI.17) en Tiantu (CV.22) – aanzienlijke verbetering op. Een studie uit Peking naar het ziekteverloop van 51 Chinese patiënten in de leeftijd van 19-40 jaar, die een hyperactieve schildklier, struma en een overmaat aan T4 hadden, leidde tot de conclusie dat emoties de belangrijke rol speelden bij deze aandoeningen. De patiënten kregen ter voorkoming van depressie diverse acupunctuurbehandelingen – drie of vier keer twaalf sessies. Daarbij ging men ervanuit, dat depressie een probleem van de LEVER is. De individuele behandeling bestond voornamelijk uit het plaatsen van naalden langs de energiebanen die van de tenen naar het midden van de schildklier leiden en op de punten EX.3 en MHN.6 in het middel van de wenkbrauw. Na een jaar van vervolgonderzoeken werd 63% van de patiënten genezen verklaard en was bij 20% van hen beduidende verbetering opgetreden – een beter resultaat dan met moderne geneeskunde wordt behaald. Het synthetische medicijn propylthiouracil, bijvoorbeeld, heeft bij 50% van de schildklierpatiënten geen enkel effect. Bovendien is acupunctuur een veilig alternatief voor stralingstherapie en chirurgie. Ten slotte blijkt uit een Russische studie dat acupunctuur ook geschikt is als preventieve behandeling; 183 patiënten met een hyperactieve schildklier die een acupunctuurbehandeling kregen voordat zij werden geopereerd, genazen na de ingreep sneller en beter dan met medicatie.
Oosterse kruiden De traditionele Chinese geneeskunst beschikt over diverse geneeskrachtige kruiden die op zichzelf, of in combinatie met acupunctuur, bijzonder effectief zijn bij de bestrijding van schildklierproblemen. Zo kan het kruidenpreparaat Shen
Lu ervoor zorgen, dat de schildklier meer hormonen uitscheidt. Tweeëndertig patiënten met een traag werkende schildklier die met Shen Lu werden behandeld, hadden, in vergelijking met een controlegroep, na een jaar beduidend minder klachten, zo blijkt uit onderzoek. Aan het einde van de studieperiode hadden de patiënten twee keer zoveel T3 en T4 hormonen als aan het begin.
Als er sprake is van een auto-immuunstoornis, zoals bij de ziekte van Graves, kan een kruidenpreparaat dat thyroid immune liquor (TIL) wordt genoemd, antistoffen onschadelijk maken. Bij dertig patiënten met een afweerstoornis leidde behandeling met TIL tot aanmerkelijke versterking van het immuunsysteem, terwijl de antistoffen geheel of gedeeltelijk onschadelijk werden gemaakt. Hieruit blijkt dat TIL de cellulaire immuniteit kan reguleren. Patiënten met een schildklieraandoening als gevolg van de ziekte van Hasjimoto kunnen baat hebben bij moxa, oftewel een preparaat van gedroogde bladeren van Artemisia moxa of andere gemakkelijk ontvlambare delen van planten. Tijdens een behandeling laat een acupuncturist moxa als een sigaar op verschillende acupunctuurpunten branden. Onderzoek bij 71 patiënten heeft uitgewezen, dat de schadelijke invloed van antistoffen hierdoor vermindert en T3 en T4 met elkaar in evenwicht kunnen worden gebracht. Sommige homeopatische middelen zijn ook effectief gebleken. Aan elke schildklierpatiënt wordt in eerste instantie – het overigen niet in Nederland verkrijgbare – Iodium provers voorgeschreven. Onderzoek naar het effect van Jodium op schildklierhormonen heeft uitgewezen, dat dit preparaat voor een toename zorgt van het in het lichaam circulerend T3 en T4 met respectievelijk 5%. Andere geschikte homeopatische remedies zijn onder meer Aranea ixobola (als je tevens problemen hebt met lever en gal, waardoor je soms reageert alsof je dronken bent.),
Hedera helix (als er sprake is van angst, tuberculeuze huidskleur en erfelijke longaandoeningen en hartkwalen), Lophophytum leandri (bij misselijkheid en plotselinge vermoeidheid, met name in de ochtenduren) en Spongia tosta (voor mensen met gezwollen lymfeklieren, hartkloppingen en tuberculeuze huidskleur). Ga voor de juiste dosering van deze kruidenpreparaten naar een deskundig homeopaat!
Voedingsadvies.
Jarenlang hebben artsen geprobeerd om vast te stellen of en hoe organen en klieren in het lichaam door de schildklier worden beïnvloed. De conclusie van een recente studie, waarbij onderzoekers hebben ontdekt dat schildklierhormonen de conversie van riboflavine – vitamine B2 – normaliseren, luidt dat de schildklier van invloed is op elke cel in het lichaam. Andersom lijkt een laag seleniumgehalte van invloed op de schildklierhormonen te zijn, met name bij oudere mensen.
Kortgeleden is namelijk ontdekt dat iodothyronine – deiodinase, het enzym dat in de eerste plaats verantwoordelijk is voor de productie van T3, selenium bevat. Ontzonk bij ouderen heeft een verband aangetoond tussen afnemende frequentie van schildklierhormonen en het seleniumgehalte. Andere studies hebben een tekort aan selenium in verband gebracht met een trage schildklierfunctie. Te hoge niveaus van selenium kunnen daarentegen het T3-gehalte in het bloed verlagen en zo het evenwicht verstoren! Het is echter af te raden om zelf extra selenium in te nemen, als je weet dat je een tekort hebt. Dit lijkt weliswaar een gemakkelijke oplossing, maar heeft in werkelijkheid een averechts effect. Toediening van extra selenium aan mensen in gebieden waar struma (kropgezwel) endemisch is onder de bevolking heeft tot dramatische verslechtering van de reeds abnormale schildklierfunctie geleid. Dit komt doordat selenium de conversie van T4 naar T3 kan versnellen, waardoor het T4 niveau snel daalt. Bij mensen die al een tekort aan jodium hebben, heeft dit ernstige gevolgen. Derhalve is het niet verstandig om extra selenium in te nemen, tenzij je zeker weet dat je voldoende jodium absorbeert.
Mensen met schildklieraandoeningen kunnen ook een tekort aan zink hebben. In een recente studie werd bij invalide patiënten met een tekort aan zink een laag T3-niveau vastgesteld. Toen zij een jaar lang extra zink innamen, kwamen de hormoonhuishouding opnieuw in evenwicht. Om dit te bereiken hadden de patiënten echter dermate veel zink nodig, 4-10 mg per kilo lichaamsgewicht, dat de onderzoekers eraan twijfelden of zij alleen een tekort aan zink hadden of dat er andere factoren in het spel waren. Vermoedelijk was er sprake van een zekere mate van vergiftiging en bleek zink, dat voor verbindingen van chemische stoffen kan zorgen, in staat om deze giftige stoffen uit het lichaam te verwijderen! Derhalve was er waarschijnlijk meer zink nodig om ook de hormoonhuishouding te reguleren. Extra vitamines Vitamine B, met name thiamine – vitamine B1, is van cruciaal belang voor het goed functioneren van de schildklier. Hoe groot de invloed is, blijkt uit een dubbelblind experiment bij een groep kinderen met een traag werkende schildklier. De helft van de groep kreeg 2 mg vitamine B1, terwijl de andere kinderen een placebo werd gegeven. Bij deze laatste groep werd vrijwel geen verandering geregistreerd, maar de fysieke en mentale vaardigheden van de kinderen die vitamine B1 innamen, stegen op een schaal van 100 van 7 naar 87.28
Zorg er ook voor dat je voldoende riboflavine – vitamine B2 – binnenkrijgt. Laboratoriumonderzoek toont aan, dat een tekort vaan vitamine B2 de hormoonproductie uit balans brengt. Niacine – vitamine B3 – kan oogkwalen die verband houden met de ziekte van Graves voorkomen, zo hebben studies aangetoond. Ook vitamine A is essentieel voor het goed functioneren van de schildklier. Als je onvoldoende vitamine A uit voeding absorbeert, zo tonen laboratoriumexperimenten aan, zal de schildklier binnen twee weken 50% minder schildklierhormonen uitscheiden, met alle gevolgen van dien. Essentiële vetzuren zijn noodzakelijk voor het probleemloos functioneren van schildkliercellen. Het aminozuur tyrosine, dat een vitale rol speelt bij de formatie van schildklierhormonen, is effectief gebleken bij een te traag werkende schildklier. Tenslotte kun je ook niet zonder adequate hoeveelheden vitamine C en B6. Het is niet alleen belangrijk om na te gaan of je een tekort aan voedingsstoffen hebt, maar ook of er sprake is van voedselallergieën of voedselintolerantie. Hierdoor kan het functioneren van de schildklier eveneens nadelig worden beïnvloed. Mensen met voedselallergieën hebben vaak ook problemen met het endocriene systeem, zo blijkt uit onderzoek. Hoewel medicatie noodzakelijk kan zijn, kunnen de problemen in de meeste gevallen worden opgelost door allergenen uit voeding te verwijderen. Laat daarom door een voedingsdeskundige onderzoeken of en voor welke stoffen je allergisch bent.
Osteopathie:
Een osteopaat kan vele gezondheidsklachten als gevolg van een te traag of een te snel werkende schildklier verlichten.
Een behandeling die is gericht op de achterste halswervels voorkomt spiersamentrekkingen en zorgt voor een goede doorbloeding van de schildklier. Ontspanning van de spieren in de hals is ook noodzakelijk voor het goed functioneren van de lymfeklieren. Het gebied van de schildklier zelf mag echter niet worden betast. Hydrotherapie kan ervoor zorgen dat je je beter voelt. Neem bijvoorbeeld twee maal daags een koud armbad en leg drie keer daags een koude doek op de plaats van de schildklier, gedurende ten minste 12 minuten. Afhankelijk van de klachten die je hebt, kan lichaamsbeweging ook voor ontspanning zorgen. Voor mensen met een te snel werkende schildklier is yoga de beste keuze, terwijl aerobicoefeningen ideaal zij voor mensen met een schildklier die te langzaam werkt.
Wiegendood
Een slecht functionerende schildklier is de belangrijkste oorzaak van wiegendood. Deze stelling heeft dr. Harold Foster van het Department of Geography van de universiteit van Victoria in Canada al in 1995 als bewezen aangenomen. De plotselinge dood van baby’s, zo zegt dr. Foster, wordt in veel gevallen veroorzaakt door een laag jodium- en seleniumniveau bij zwangere vrouwen en hun baby’s. Dit leidt tot een tekort aan de essentiële hormonen T3 en T4, hetgeen een bekende oorzaak is van kindersterfte. Wiegendood komt het meest voor in het indianenreservaat in King County, Washington – acht per 1000 pasgeboren baby’s – en in Canterbury, Nieuw-Zeeland – 7,9 per 1000 pasgeborenen. In beide gebieden is een tekort aan jodium en selenium. In de Zweedse hoofdstad Stockholm komt wiegendood daarentegen het minst voor, namelijk bij 0,06 op de 1000 baby’s. Kinderen in deze stad hebben het hoogste jodiumgehalte in de urine, in vergelijking tot kinderen uit veertien andere Europese hoofdsteden.
Oorzaken van schildklieraandoeningen
Het is algemeen bekend dat struma, oftewel kropgezwel in de hals, het resultaat is van een tekort aan jodium – dat is de reden dat jodium aan zout wordt toegevoegd. Echter, vele vervuilende stoffen kunnen eveneens de oorzaak van een slecht functionerende schildklier, zelfs als je voldoende jodium binnenkrijgt. Deze zijn: Chemicaliën en afvalstoffen van vele productieprocessen – Met name cyanide – een bijproduct van kunstmest – en middelen die chloor bevatten, verminderen het aantal schildklierhormonen.
Plastic – Ook water uit plastic flessen kan van het verpakkingsmateriaal afkomstige schadelijke stoffen bevatten.
Fluoride
Medicijnen – onder meer: lithium, dopamine, steroïden, aspirine, hoestdrank, antiseptische middelen, amiodaron (een medicijn voor hartpatiënten), medicatie tegen suikerziekte en contrastvloeistoffen voor röntgenfoto’s Als je een te snel werkende schildklier hebt, vermijd dan medicijnen die jouw snelle hartritme nog meer verhogen.
Bepaalde voedingsproducten – Eet niet te veel soja, walnoot, gierst en koolsoorten. Bacteriën in de maag en darmen kunnen een bestanddeel van gierst omzetten in resorcinol, een derivaat van benzeen, dat wordt gebruikt als grondstof voor kunststoffen, kleurstoffen en antiseptische middelen. Als je te veel walnoten, amandelen, appelen en cassave eet, kan dat tot gevolg hebben dat de schildklier minder concentraten van jodium kan opnemen. Te veel zout en jodium – Als je gevarieerd eet, heb je geen extra zout nodig in het noordwesten van Spanje, waar men verplicht is om keukenzout te gebruiken dat jodium gevat, zijn meer gevallen van hyperactieve schildklier – met name bij vrouwen – bekend dan in de rest van het land. Schildklieraandoeningen als gevolg van een chronische auto-immuunziekte komen het meest voor in landen waar de bevolking veel jodium binnenkrijgt, zoals de Verenigde Staten en Japan, Te veel jodium kan zowel tot een te snel als tot een te traag werkende schildklier leiden.
Multivitaminen – Preparaten die meer dan 100 microgram (0,1 mg) jodium bevatten, worden afgeraden.
IJzersupplementen – Als je medicijnen gebruikt, is het niet verstandig om extra ijzer in te nemen. Onderzoek bij patiënten die thyroxine innamen, heeft uitgewezen dat een supplement van 111 mg ijzer gedurende twaalf weken tot verdrievoudiging van TSH leidde. Dit leidde tot ernstige vertraging van de schildklierfunctie.
Extreme hoeveelheden vitamine C –
Te veel vitamine C heeft een negatieve invloed op het functioneren van de schildklier Aminozuren – Neem niet te veel cysteïne en glutathion Sigarettenrook – Tijdens het roken komt cyanide vrij, dat gevaarlijk is voor de schildklier
Hoe betrouwbaar is de schildkliertest
Voor de bevestiging van een diagnose van schildklierafwijkingen vertrouwen de meeste artsen op laboratoriumtesten van de drie schildklierhormonen. Van deze testen wordt aangenomen dat zij een beeld geven van wat er op cellulair niveau gebeurt. Inderdaad geven deze testen nauwkeurig de hoeveelheid schildklierhormonen in het bloed weer, maar niet welke hoeveelheid het lichaam in staat is te gebruiken en evenmin welke hoeveelheid er in elke cel nodig is, opdat het lichaam optimaal functioneert. De referentiewaarden, die op een ruime doorsnee van de bevolking met een normaal werkende schildklier zijn gebaseerd, zijn voor ruime interpretatie vatbaar. Dit betekent dat de uitkomst van de test geen indicatie is voor vele van de mensen met mildere vormen van schildklieraandoening; bij een aantal mensen met klachten kan de test normaal uitvallen, terwijl zij in werkelijkheid meer hormonen dan het gemiddelde nodig hebben om goed te kunnen functioneren. Bij anderen kan de test op een traag werkende schildklier wijzen, hoewel de relatief kleinere uitscheiding van hormonen voor sommige mensen voldoende is. Helaas zijn schildkliertesten in hoge mate inaccuraat, doordat ze van vele factoren afhangen. Bij ongeveer 70% van de patiënten in het ziekenhuis geeft de test vanwege ziekte een abnormaal beeld. Zijn zij genezen, dan blijkt dat slechts 1% van deze mensen daadwerkelijk een schildklieraandoening heeft. Factoren die kunnen zorgen voor een lage uitkomst van de T4-test: jodium lithium medicatie voor een te snel werkende schildklier fenytoïne of carbamazepine behandeling met T3 ernstige ziekte
Factoren die T4 kunstmatig kunnen verhogen: Oestrogenen, zoals bij HRT of de pil Acute psychische aandoening Steroïden Dopamine T4 kan ook uit balans raken door: Zwangerschap Vermagering als gevolg van streng dieet Chronische ziekte of zwakte, zoals ME Bepaalde nieraandoeningen Als je je op schildklierafwijkingen laat onderzoeken, is het van vitaal belang om verschillende testen te laten uitvoeren, en bij een ander laboratorium om een second opinion te vragen. Een meer accuraat meetinstrument is wellicht de Basal Body Temperature-test (BBT), een product van dr. Broda Barnes, die voor een revolutie op het gebied van schildklieronderzoek heeft gezorgd. Op grond van 35 jaar ervaring acht hij het bewezen dat veel mensen afwijkingen aan de schildklier hebben die niet uit de reguliere bloedtest blijken. Hij heeft een simpele en accurate doe-het-zelf-test ontwikkeld, waarmee zowel een traag als een snel werkende schildklier kan worden vastgesteld door registratie van de laagste temperatuur die je op een dag hebt. Het principe is eenvoudig: zodra je ’s ochtends wakker wordt, meet je nog voordat je opstaat, je temperatuur. Normaal gezien ligt deze tussen 36,6 en 36,8 graden Celcius. Elke meting die lager uitvalt, kan op een te traag werkende schildklier duiden.
Elke waarde die hoger is, duidt mogelijk op een te snel werkende schildklier. Voor vrouwen die nog niet in de overgang zijn, geldt dat zij de test het beste op de tweede of derde dag van de menstruatiecyclus kunnen uitvoeren; vlak voor en vlak na de ovulatie is de lichaamstemperatuur namelijk iets hoger dan normaal.
(((OPMERKING: zie ook het vorige artikel in de rondmailserie over de temperatuurtest voor de schildklier )))
Natuurlijk supplement versus thyroxine
Schildklieraandoeningen worden al ruim een eeuw – sinds 1890 – behandeld met een preparaat van gedroogde dierlijke schildklieren. Inmiddels bestaat er echter een synthetische versie van wat door farmaceuten het meest actieve bestanddeel van de schildklier wordt genoemd: levothyroxine of L-thyroxine. Dit middel wordt momenteel aan het merendeel van de patiënten voorgeschreven, voor de rest van hun leven.
Een aantal voedingsdeskundigen is echter van mening, dat dit synthetische preparaat veel minder effectief is dan de in poedervorm verkrijgbare dierlijke schildklier. Dr. Alan Gaby, columnist voor Townsend Letter for Doctors and Patients, schrijft dat tientallen van zijn patiënten na langdurige behandeling met thyroxine nog steeds klachten hadden, met name over vermoeidheid. Toen deze patiënten het dierlijke alternatief probeerden, trad er een aanzienlijke verbetering op of verdwenen de symptomen helemaal.
Het grootste nadeel van L-thyroxine is, dat dit middel bij langdurig gebruik osteoporose kan veroorzaken. Volgens dr. Gaby is diiodotyrosine, een bestanddeel van de dierlijke schildklier, effectiever dan thyroxine in het reguleren van de activiteit van de menselijke schildklier. Het Journal of the American Medical Society heeft stilzwijgend erkend dat een verband tussen osteoporose en thyroxine bestaat, toen het voorstel van onderzoekers van de universiteit van Californië in San Diego publiceerde om onopzettelijke overdosering van L-thyroxine en daaruit voortvloeiend botverlies tegen te gaan door toediening van extra oestrogenen. Over de mate waarin patiënten risico lopen van osteoporose lopen, zijn de meningen echter verdeeld. Over het algemeen zijn artsen terughoudend met het voorschrijven van het dierlijke supplement, veelal omdat ze er weinig over wegen. De clou is, zo stelt dr. Stephan Langer, om evenveel dierlijke hormonen toe te dienen als het aantal hormonen dat door de schildklier wordt uitgescheiden. “Zo voorkom je dat de schildklier, als een reactie op medicatie, helemaal met de productie van schildklierhormonen stopt”, zegt dr. Langer, die bij zijn patiënten begint met toediening van het equivalent van een kwart tot een halve graankorrel dierlijk supplement. Deze dosis wordt elke zeven tot tien dagen verdubbeld tot een niveau dat maximale klinische resultaten oplevert. De dosering voor volwassenen bedraagt een tot twee korrels, met een maximum van vier korrels. Kinderen die jonger zijn dan drie jaar hebben doorgaans niet meer dan een kwart korrel nodig, terwijl kinderen tussen zes en twaalf jaar een halve en tieners een hele korrel behoeven. Aanpassing van deze dosering is noodzakelijk zodra de patiënt klachten krijgt. Ook de lichaamstemperatuur en hormoonniveaus dienen regelmatig te worden gecontroleerd. In sommige gevallen kan de behandeling worden beëindigd zodra de lichaamsfuncties verbeteren. Regelmatige controle blijft echter noodzakelijk. Richtlijnen voor een gezonde schildklier Vermijd te veel koffie, thee, cola en andere substanties die cafeïne of theïne bevatten. Zorg ervoor dat je vrij bent van infecties, met name virussen, die de schildklier kunnen aanvallen Reinig de lever en het spijsverteringssysteem.
Voorkom dat zware metalen, met name kwik en koper, in je lichaam worden opgeslagen. Een hoog gehalte van deze metalen is typerend voor schildklierpatiënten. Stop met de pil, omdat deze van invloed is op het kopergehalte en laat amalgaamvullingen op een veilige manier verwijderen. Gebruik geen hormonen, zoals bijnierschorshormonen. Eet voedingsproducten die de schildklier kunnen reguleren. Mensen met een te snel werkende schildklier krijgen van hun arts gewoonlijk het advies om groente te vermijden die, als je er te veel van eet, tot het ontstaan van struma (kropgezwel) kan leiden. Sojabonen en gierst, bijvoorbeeld, maar ook alle soorten kool: groene, witte en bloemkool, broccoli, spruitjes, koolraap, boerenkool, radijs, knolraap, mierikswortel, waterkers en koolzaad. Eet je deze groente echter met mate, dan kun je hiermee zowel een te traag als een te snel werkende schildklier reguleren.
Problemen ontstaan alleen als je er dagelijks grote porties van eet, hoewel sommige mensen meer ontvankelijk voor struma kunnen zijn dan andere. Stoppen met roken. De statistieken laten duidelijk een verband zien tussen de ziekte van Graves – te snel werkende schildklier door afweerstoornis – en roken, met name bij mensen met oogaandoeningen. Eet niet te veel zemelen en planten die flavonen – gele kleurstoffen – bevatten, aangezien deze een destructieve uitwerking hebben op de in het lichaam circulerende schildklierhormonen. Neem geen jodiumsupplementen en voorkom dat je meer dan 1 mg jodium uit dagelijkse voeding binnenkrijgt, zelfs als je een te traag werkende schildklier hebt. Te veel jodium kan de productie van schildklierhormonen belemmeren. Neem dagelijks de volgende supplementen: jodium – 300 microgram Tyrosine, 250 milligram vitamine A, 25.000 ie (Of veiliger: als bètacaroteen) Zink, 30 milligram. Vitamine E, 400 ie. Riboflavine, 15 milligram. Niacine, 25-50 milligram. Pyridoxine, 25-50 milligram. Vitamine C, 1 gram55.
Bij te snel werkende schildklier:
Probeer stress te vermijden. Doe ’s middags een dutje en zorg voor een goede nachtrust. Eet geen voedsel dat jodium bevat, zoals zeewier, keukenzout, schelpdieren, kreeft, oesters en sardines.
Gebruik regelmatig kleine maaltijden die veel calorieën bevatten, ter compensatie van de snellere stofwisseling.
Kelpasan Tabletten
HET BELANG VAN JODIUM.
Veel mensen krijgen via hun voeding te weinig jodium binnen. Dit kan leiden tot een gevoel van lusteloosheid en traagheid; ook wordt men soms dikker terwijl men niet veel meer eet dan vroeger. Vooral meisjes tussen de 12 en 18 jaar die doorgaans weinig gejodeerd brood eten, kunnen er last van hebben. Kelpasan van A.Vogel is een zuiver natuurlijk middel, samengesteld uit Macrocystis pyrifera, een plant die rijk is aan jodium. Kelpasan ondersteunt de stofwisseling en bevat o.a. jodium, een belangrijke bouwstof om de schildklier optimaal te laten functioneren.
Dit is nog eens uitgebreide informatie.
De meeste klachten van een trage schildklier zijn inderdaad heel onduidelijk, ook voor een arts. En omdat de waardes in een regulier bloedonderzoek eigenlijk totaal niks zeggen, wordt de schildklier helemaal onderschat. Ik ken steeds meer mensen (incl.mijzelf) met een trage schildklier. Uitnemen is de slechtste optie. Hem weer op gang zien te krijgen met acupunctuur en supplementen, en goede voeding is inderdaad zoals U zegt ’t beste.Geweldige site. Kimberly