HET GROTE JODIUM DEBAT

pagina verhuist van uitdaging.net
artikel van voor 2012

Door Sally Fallon Morell
Vertaling Rob Hundscheidt
Uit Wise Traditions 2009 


Jodium is cruciaal voor de menselijke gezondheid van de mens. Het is het fundament van de schildklierhormonen en speelt ook vele andere rollen in de biochemie van de mens. Terwijl de schildklier wel de hoogste concentratie aan jodium bevat, bevatten ook de speekselklieren, de hersenen, het ruggenmergsvocht, het maagslijmvlies, de borsten, de eierstokken, en een deel van het oog ook jodium. In de hersenen wordt jodium ook aangetroffen in de bloed-hersenbarrière, het gebied van de ventrikels (hersenholtes) van de hersenen waar de cerebrospinale vloeistof wordt aangemaakt (CSF), en in de Substantia Nigra, een gebied dat in verband staat met Parkinson.
 
Jodium is essentieel voor normale groei en ontwikkeling. Jodium deficiënties tijdens zwangerschap en groei kan resulteren in cretinisme, een toestand van lichte tot zwaar gebrekkige lichamelijke en mentale groei als gevolg van de langdurige nutritionele deficiënties aan jodium of van onbehandelde congenitale deficiënties aan schildklierhormonen (hypothyroidisme). Deze toestand wordt gekenmerkt door een kleine lichaamlengte, vertraagde of uitgestelde botontwikkeling en puberteit, onvruchtbaarheid, neurologische belemmeringen, en cognitieve belemmeringen die variëren van licht tot zwaar. Jodiumdeficiëntie is ook de oorzaak van struma, een graduele vergroting van de schildklier. Beide toestanden hebben in vele landen geleid tot publieke gezondheidscampagnes van jodiumverstrekking. Het toevoegen van jodiumsamenstellingen aan het tafelzout of het leidingwater representeert de eerste poging om te voorzien in een supplementatie van nutriënten via de “verrijking” van door het algemeen door het publiek gebruikte voedsel.

JODIUM IN PUBLIEKE GEZONDHEIDSCAMPAGNES.
 
         In het verleden kwam endemisch cretinisme als gevolg van jodiumdeficiëntie vooral algemeen voor in de gebieden in Zuid-Europa in de Alpen. Dit werd reeds door de Romeinse schrijvers in de oudheid beschreven en vaak uitgebeeld door middeleeuwse artiesten. De eerste bergbeklimmers van de Alpen kwamen soms hele dorpen met cretinisme tegen. In het eind van de 18de eeuw en het begin van de 19de eeuw, beschreven verschillende reizigers en artsen het cretinisme van de Alpen vanuit een medisch perspectief en schreven de oorzaak er van vaak toe aan “stilstaande lucht” in de bergdalen, of aan “slecht water.”

         Lichter geaffecteerde binnenlandse gebieden van Europa en Noord-Amerika, werden in de 19de eeuw struma-gebieden genoemd. De graad van jodiumdeficiëntie was daar lichter en manifesteerde zich eerder primair in de vorm van schildkliervergroting dan als zware mentale en lichamelijke belemmeringen. In Zwitserland waar de bodem arm aan jodium is, kwam cretinisme in overvloed voort, en dit werd zelfs als overerfelijk beschouwd. Toen de verscheidenheid aan voedselbronnen in Europa en Noord-Amerika enorm toenam en de bevolking daar minder afhankelijk werd van lokaal gegroeid voedsel, verminderde het optreden van endemische struma.

         Pas in het begin van de 20ste eeuw ontdekten wetenschappers het verband tussen cretinisme en het gebrek aan jodium en schildklierdeficiënties. De toevoeging van jodium aan het zout en het drinkwater beloonde zich door een vermindering of algehele eliminatie van het cretinisme en struma, alhoewel cretinisme in vele landelijke gebieden van China nog steeds een ernstig probleem is gebleven.

         In kustgebieden produceert de werking van de golven van de oceaan het jodiumgas. Eens in gasvorm combineert jodium zich met water of lucht en doet zijn entree in de bodem.
Planten en dierlijk voedsel dat groeit op een bodem die jodium bevat, zullen de jodium opnemen zodat het beschikbaar wordt in het voedsel. Maar dit kan ook via de lucht door de huid worden opgenomen langs de kustzeegebieden, wat de vele berichten van verbeterde gezondheid kunnen verklaren na een bezoek aan een rustoord langs de zee, en waarom personen met zware allergieën voor jodium een reactie kunnen riskeren als ze zich te kort bij de zee wagen.
 
VOEDSELBRONNEN VAN JODIUM.
 
PLANTAARDIG VOEDSEL: Enigerlei voedsel dat kort langs de zee groeit zal hoogstwaarschijnlijk jodium bevatten, maar rijke bronnen zijn vooral asperges, knoflook, lima bonen, paddenstoelen, aardbeien, spinazie, ananas, en bladgroenten, Kokosnootproducten die altijd kort langs de zee groeien, zijn een goede bron aan jodium. Blackstrap molasse voorziet ook in jodium.
 
ZEEVOEDSEL: Het jodiumnivo varieert erg bij vis en schaaldieren. Maar alle zeevoedselsoorten bevatten wat jodium. In gepubliceerde rapporten lag het nivo in kabeljauw, schelvis, wijting, oesters en mossels hoog. De hepatopancreas (gele ”boter” of “mosterd”) van zeekreeft werd getest als een extreem rijke bron en het is hoogstwaarschijnlijk dat de hepatopancreas van andere zoutwaterschaaldieren net zo goed een hoog nivo aan jodium bevat.
 
BOTER: Boter die afkomstig is van koeien die grazen op jodiumrijke grond zal jodium bevatten. Neem boter van boerderijen die kort bij de oceaan liggen, of die grazen op grond waar zeewier of vismeel als bodemtoevoeging werd gebruikt. De koeien zouden ook zeezout gevoerd moeten krijgen. De combinatie van jodium met selenium en vitamine A in boter, maakt dit traditionele vet een ideale voedselsoort voor de schildklier.
 
ZEEWIER: Het nivo aan jodium in zeewier varieert erg naargelang de soort en naargelang hoe het zeewier werd gedroogd. Een studie stelde vast dat er een enorme variatie was –  namelijk van 2 tot 817 mcg jodium per 100 gram. Het jodiumgehalte vermindert zich als zeewier in de zon wordt gedroogd, en jodium kan tijdens het koken en vochtige opslag omstandigheden verdampen. Sommige Aziatische zeewiergerechten bevatten een excessieve hoeveelheid van 1100 mcg jodium (Thyroid, october 2004, 14 (10 : 836-841). Zeewier bevat lignine, phyto-oesterogenen die de schildklierfunctie kunnen onderdrukken. Dit kan de verklaring er voor zijn waarom schildklierproblemen (met uitzondering van struma) algemeen voorkomend zijn bij de Japanners, ondanks dat ze veel zeewier eten.
 
ZOUT:  5 gram (1 theelepel) ongeraffineerd zeezout, een conservatieve schatting van de hoeveelheid die typisch op een dag wordt geconsumeerd, voorziet maar in ca. 3 mcg jodium, gejodeerd zout voorziet in meer dan 1500 mcg jodium per 5 gram. De Maximum Tolerantie Bovengrens van inname ( UL ) voor volwassenen ligt op 1100 microgram per dag, dus is het mogelijk om deze UL ver te overschrijden door het gebruik van gejodeerd zout.

JODIUM EN DE GEZONDHEID VAN DE BORST.
 
Japanse vrouwen hebben maar een zeer laag percentage aan borstkanker, en consumeren erg veel jodium. Deze observatie heeft tot de theorie geleid dat het hoge jodiumnivo in de Japanse voedingswijze die rijk is aan zeewier en zeevoedsel, voorziet in bescherming tegen borstkanker en andere borstziektes. Voorstanders van deze theorie merken op dat tegenwoordig 1 op de 7 Amerikaanse vrouwen ( bijna 15 %) in haar leven borstkanker krijgt.

Dertig jaar geleden toen de jodiumconsumptie 2 maal zo hoog lag als tegenwoordig  (480 mcg per dag), kreeg 1 op de 20 vrouwen borstkanker. Dertig jaar geleden lag de consumptie van gejodeerd zout hoger dan dat het tegenwoordig is; daarbij werd voor het maken van brood een vorm van jodium als deegconditioner gebruikt, en elke snee brood bevatte 0,14 mg jodium.

In 1980 begonnen de broodbakkers daarvoor in de plaats bromide als conditioner te gebruiken, die competeert met jodium voor de absorptie in de schildklier en andere weefsels in het lichaam. Jodium werd 30 jaar geleden ook overal veel meer in de zuivelindustrie als tepelreiniger gebruikt dan dat dit tegenwoordig nog het geval is. Op reden daarvan lijdt 15 % van de volwassen vrouwelijke bevolking van de VS aan middelmatige tot zware jodiumdeficiëntie.
 
         Het verband tussen jodium deficiëntie en borstkanker wordt versterkt door rapporten in de wetenschappelijke litteratuur. Vrouwen met een geschiedenis van borstkanker krijgen bijna 3 maal zo waarschijnlijk schildklierkanker dan vrouwen die niet zulk een voorgeschiedenis hebben, en er is een geografisch verband tussen struma en borstkanker. Demografische studies tonen aan dat een hoge inname van jodium in verband staat met een laag optreden van borstkanker, en een lage inname met een hoog optreden van borstkanker. Studies bij dieren tonen aan dat jodium borstkanker voorkomt, wat een causaal verband aangeeft in deze epidemiologische vaststellingen. De carcinogenen nitrosomethylurea en DMBA veroorzaken bij meer dan 70% van vrouwelijke ratten borstkanker. Die ratten die jodium krijgen, en vooral dan in de moleculaire vorm als I 2, hebben duidelijk een verminderd statistisch optreden van kanker. Ander bewijs dat biologische plausibiliteit toevoegt aan de hypothese dat jodium borstkanker voorkomt, is de vaststelling dat de ductale cellen in de borst – die cellen die het meest waarschijnlijk cancerieus worden – zijn voorzien van een jodiumpomp (de natrium jodium symporter, dezelfde die de schildklier heeft om dit element op te weken.

         Dezelfde vasttellingen zijn van toepassing op fybrocystische ziektes van de borst. In studies bij dieren kregen vrouwelijke ratten die een jodiumvrije voedingswijze volgden fybrocystische veranderingen in hun borsten, en jodium in zijn elementaire vorm (I 2) heft die op. Reeds in 1966 toonden Russische onderzoekers aan dat jodium effectief de “tekens en symptomen van fyborocystische ziekte verlichten of genazen. Een en zeventig procent van 167 vrouwen die aan fybrocystische ziekte leden hadden een gezond genezingseffect als ze behandeld werden met 50 gram kalium iodide in hun intermenstruele periode.

         Een Canadese studie uit 1993 stelde op dezelfde wijze vast, dat jodium de kentekens en symptomen van fybrocystische borstziekte bij 70% van de patiënten ophief. Dit rapport is samengesteld op basis van 3 klinische studies. Twee onderzoeken in Canada werden gedaan op 696 vrouwen die behandeld werden met 2 verschillende soorten jodium een 1 in Seattle. De studie in Seatttle was een dubbelblind, placebo gecontroleerd onderzoek op 56 willekeurig uitgekozen vrouwen dat ontworpen was om 3 – 5 mg jodium te vergelijken (I 2) met een placebo (een waterachtig mengsel van bruine plantaardige kleurstof met kinine). De onderzoekers observeerden de vrouwen 6 maanden lang en stelden subjectieve en objectieve veranderingen in hun fybrocystische ziekte vast.

         Een analyse van de Seattle studie toonde aan dat jodium statistisch een beduidend hoog gezondheidsbevorderend effect op fybrocystische ziekte had. Jodium verminderde de gevoeligheid van de borst, de knobbels, de fybrosis, de zwellingen, en het aantal macrocysten vergeleken met de controlegroep. Dit rapport van 36 pagina’s werd in 1995 overgedragen aan de FDA (Food and Drugs Administration) om de goedkeuring van dit agentschap zocht om een groter gecontroleerde willekeurig uitgevoerde klinische studie op jodium uit te voeren voor de behandeling van fybrocystische borstziekte. Het FDA kon de studie niet goedkeuren omdat “jodium een natuurlijke substantie is, een geen chemische” is, maar heeft nu toch besloten om een zelfde onderzoek goed te keuren dat gesponsord wordt door Symbollon Farmaceuticals.

JODIUMVORMEN.

JODIUM (I 2) : Elementair jodium is verkrijgbaar in een vorm via TriMedical die Thyactin heet, en beschreven wordt als een “gestabiliseerd colloïdaal jodiumpreparaat.”
 
IODIDE (I-) : Elementaire jodium is onstabiel, dus combineert het gewoonlijk met een ander element zoals kalium of natrium. Bij gejodeerd zout maakt men gebruik van kalium of natrium iodide. Kalium-jodide (KI) is verkrijgbaar in tabletvorm in een dosis die varieert van 0,23 tot 130. Lugol’s oplossing bevat 6,3 mg aan moleculair jodium / jodide per druppel;  Iodoral tabletten bevatten 12,5 mg jodium / jodide per tablet. Zowel Lugol’s oplossing en Iodoral bestaan uit een-derde moleculair jodium (5%), en twee-derde kalium-jodide (10%). Veel tinctuurformules van jodium zijn een combinatie van jodium en natrium-jodide. Superverzadigd kalium-jodide (SSKI) bevat 19 – 50 mg jodide per druppel. SSKI-tabletten worden aanbevolen in het geval van een nucleair ongeval om de schildklier tegen radioactief jodium te beschermen, maar zou in alle andere gevallen moeten worden vermeden.
 
JODAAT: Jodium in combinatie met zuurstof, zoals kalium-jodaat (KIO 3)wordt beschouwd als zijnde inferieur aan kalium-jodide met betrekking tot bescherming tegen radioactief jodium.
 
ENDOGENE ORGANISCHE JODIUMSAMENSTELLINGEN: In het voedsel en in het lichaam wordt jodium gewoonlijk aan proteïnesamenstellingen gebonden. De hoofdzakelijk jodiumbevattende samenstellingen in het lichaam zijn de schildklierhormonen thyroxine (T4, vier jodiumatomen gebonden aan thyrosine) en tri-iodothyronine (T3, drie jodium atomen gebonden aan thyrosine).
 
SYNTHETISCH ORGANISCHE JODIUMSAMENSTELLINGEN: Medicaties zoals Amiodarone (een anti-arrhithmische medicatie) bevatten jodium. De simpelste organo jodium samenstelling is Iodomethane, die gebruikt wordt als ontsmettingsmiddel van de bodem. Complexere jodaat-samenstellingen zijn nonylphenoxypolyethoxyethanol-iodine (C 17, H 28, I 2, O 2), of Byacin, dat gebruikt wordt als kiemdoder bij tepelreiniging.
 
GEZUIVERDE JODIUM: Wordt verkocht als Atomidine. de vervaardigingsmethode wordt een “gewijzigd detoxificatie proces” genoemd, wat een fase inhoudt waar in elektriciteit in een zoutoplossing door de jodium wordt geleid, om een oplossing bevattend vrij jodium te produceren (zie ook het stuk over Atomidine later in het artikel)
 
OTLUIKEND JODIUM: Lijkt op Atomidine, alhoewel heeft het meer elektriciteit nodig en meer tijd om het te vervaardigen. De diatomische binding van de jodiummolecule is gebroken en houdt erg veel elektromagnetische energie vast. Volgens de producent is het zo dat als het “eens in contact met de lichaamsvloeistoffen is, dat het opgeladen jodium-atoom een proces van relaxatie begint, waar het gradueel over 2-3 uur tijd energie verliest”.
 
ANDERE GEZONDHEIDSVOORDELEN.

        Jodium kan behulpzaam zijn in de behandeling van andere kankersoorten omdat het apoptose teweeg brengt, geprogrammeerde celsterfte. Apoptose is essentieel voor de groei en ontwikkeling (de vorming van de vingers van de foetus treedt op door apoptose van het weefsel daar tussen in) en voor de vernietiging van de cellen, die een bedreiging kunnen zijn voor de integriteit van het organisme, zoals kankercellen en cellen die geïnfecteerd zijn met virussen. Ïn een experiment kregen menselijke longkankercellen met gesplitste genen die de jodiumopname en jodiumgebruik verhoogden bij jodiumtoevoer apoptose en krompen, als ze in vitrobuiten het lichaam groeiden en bij muizen geïmplanteerd werden. Sommige geneeskundigen zijn voorpleiter van een groter gebruik van jodium bij de behandeling van kanker.

        Jodium kan ook andere gezondheidsvoordelen hebben waarvoor meer studie noodzakelijk is. Er is bewijs dat aangeeft dat een vermeerderde jodiumconsumptie andere halogenen zoals fluoride en bromide vervangt en daarom helpt om daar van te ontgiftigen, en zelfs ook van toxische metalen zoals lood, aluminium en kwik. Er is ook een theorie dat vrijelijke hoeveelheden jodium in de voedingswijze kan beschermen tegen de schadelijke effecten van gefluorideerd water. Jodium ondersteunt het immuunsysteem en beschermt tegen abnormale groei van bacteriën in de maag.

        Naast de schildklier en de borstklieren, hebben ook andere weefsels een jodiumpomp (de natrium-jodium symporter) die een jodiumconcentratie toelaat. Dus is het logisch om te concluderen dat jodium ook een belangrijke rol in deze organen speelt – – – het maagslijmvlies, de speekselklieren, de eierstokken, de thymusklier, de huid, hersenen, gewrichten, arteriën en botten.

EEN GEVAL VAN JODIUMTHERAPIE.
 
         Jodium werd in 1811 ontdekt, en maakte kort daarna zijn entree in dematerica medica. Het werd tot de 1950er jaren erg veel gebruikt voor de behandeling van verschillende dermatologische toestanden, longziekten, schimmelinfecties, tertiaire syfilisch en zelfs ook arteriosclerose. De Nobelprijswinnaar Dr. Albert Szent Györgi (1893 – 1986), de arts die vitamine C ontdekte, schreef:
”Als ik medisch student zou zijn, dan werd jodium in de vorm van KI  (kalium jodide) het universele geneesmiddel. Niemand weet wat het deed, maar het deed iets, en het deed iets goeds.
 
Wij studenten gebruikten het volgende rijmpje om de situatie weer te geven:
  Als je niet weet waar, wat en waarom, dan schrijf je K en I voor. 

         Volgens de 11de editie van de Encyclopedia Britannica die in 1911 gepubliceerd werd, is de werking van samenstellingen die kaliumdjodide bevatten zo obscuur omdat de effecten daarvan bij bepaalde ziektetoestanden consequent briljant zijn  Ons negeren van deze werking wordt aangegeven door het woord losmakend, dat impliceert dat het de kracht bezit van het uitdrijven van onzuiverheden uit het bloed en de weefsels. Het meest opmerkelijkste is dit het geval bij de giftige producten van syfilis in het tertiaire stadium – en ook al eerder – gaat deze ziekte op de vlugste manier vooruit met jodides, zodat de verstrekking van deze zouten op dit moment het beste middel is om bijvoorbeeld te determineren of een schedeltumor syfilitisch is of niet.” Misschien was het zo dat hetgeen wat jodium bewerkte bestond uit het verwijderen van giftig kwik uit het lichaam van syfilispatiënten, die werden behandeld met op kwik gebaseerde geneesmiddelen.
         
Sarah Pope, onze chapterleider van Tampa / St. Petersburg, bericht dat haar vader als kinderarts vrijwel dagelijks lugol-oplossingen verstrekte (een combinatie van jodium en kaliumjodide) om congestie van longen en sinussen te behandelen. De achterliggende theorie daarvan was dat de jodide-druppels de slijm zouden verdunnen en het hoesten zo productiever zou maken. De dosis was 5 druppels in water, en dit zo verschillende dagen lang achtereen. In zijn professionele ervaring, hief deze remedie congestie op, en in het geval van astmatici verlichte het de bronchiale luchtwegen en ondersteunde het ademen. Deze auteur kreeg als kind dezelfde remedie – de smaak van jodium bracht weer herinneringen terug naar boven van toen hij ziek in bed lag, en de druppels in sinaasappelsap kreeg toegediend.
 
         De vermindering van het gebruik van jodium in de geneeskunde begon in 1948 toen de onderzoekers Wolff en Chaikoff een markerend document publiceerden over de schildkliereffecten van verhoogde hoeveelheden kaliumjodide die bij ratten werd geïnjecteerd. Deze auteurs zeiden het volgende daar over: “Het organische binden van jodium in de klieren kan bijna geheel geblokkeerd worden door het verhogen van het plasma-nivo van anorganisch jodium (PII) boven een bepaalde kritische grens, die voor een rat ongeveer 20 – 35 % bedraagt.” Dit effect werd bekend als het Wolff-Chaikoff effect. Volgens de conventionele opvatting, onderdrukt een hoog nivo aan intercellulair jodide de transcriptie van het schildklierperoxidase (TPO) enzyme, samen met NADPH-oxidase, wat leidt tot een vermindering in de synthese van het schildklierhormoon thyroxine. Als bewijs van het W-C effect wijzen de leerboeken naar het feit dat veel kaliumjodide een hyperthyroidisme kan verhelpen. Een andere kennelijke bevestiging is het schildklieronderdrukkende effect van verschillende jodiumbevattende medicaties, waarvan amiodarone het meest bekend is, en dat zowel onder- als overactiviteit van de schildklier kan veroorzaken. In een onderzoek dat amiodarone vergeleek met andere medicatie voor de behandeling van hartboezemfibrillaties – biochemisch hypothyroidisme (dat gedefinieerd wordt door een TSH-nivo van 4,5 tot 10 mU/L) – dat optrad bij 25,8% van de met amiodarone behandelde groep, in tegenstelling tot 6,6% bij de controlegroep (die een placebo of sotanol nam). Openlijk hypothyroidisme (gedefinieerd met een TSH wat hoger ligt dan 10 mU/L) dat optrad bij 5,0 %, vergeleken met 0,3 %.

         Door de tijd heen, leidden deze observaties tot een afname in het gebruik van jodium in de geneeskunde. Terwijl gezondheidsofficianten het er algemeen over eens werden dat jodiumdeficiëntie een toegenomen aantal zware gevallen van struma, hypothyroidisme, mentaal achterblijven en cretinisme veroorzaakten, kwamen de autoriteiten in de VS en in Europa overeen op een laag Referency Daily Intake (RDI) – wat van te voor de Recommended Dietary Allowance) (RDA) genoemd werd – van 100 tot 150 mcg per dag. Deze hoeveelheid zal dan wel struma en andere deficiëntiekenmerken voorkomen, maar kan niet adequaat zijn om andere ziekelijke toestanden van jodium deficiëntie te voorkomen, en ligt veel lager dan de hoeveelheden die van te voren regulair aan de patiënten werden gegeven.

         Critici van het W-C effect merken op dat de standaarddosis van kaliumjodide tot de ca. 1950er jaren ca. een gram bedroeg, en die 770 mg jodium bevatte, meer dan 5000 maal meer dan de RDI.

Vele jaren geleden gebruikten de geneeskundigen kaliumjodide in een dosis die begon op 1,5 tot 3 mg en opgaand tot meer dan 10 gram per dag, op en af, om bronchiale astma en chronisch obstructieve longziekte met goede resultaten te behandelen, en met maar weinig neveneffecten. Zelfs heden ten dage behandelen de dermatologen bepaalde huidziektes zoals schimmeluitbarstingen, met een jodiumdosis beginnend met 900 mg per dag, waarna opgevolgd door een wekelijkse verhoging, indien getolereerd, tot 6 gram per dag.

         Maar het algemene gebruik van jodium en jodiumsamenstellingen in de geneeskunde is afgenomen, en wordt tegenwoordig gebruikt als toevoeging in de voedselvoorziening. De hedendaagse medische geneeskunde zoals ook de publieke gezondheidsofficianten is voorzichtig met jodium. Schildklierologen citeren het W-C effect en waarschuwen dat bloednivo aan TSH (Thyroid Stimulerend Hormoon) omhoog kan gaan bij een  jodiuminname van een milligram of meer.

         In een besprekend document uit 2000 over het gebruik van jodium als ontsmettingsmiddel van water merkt de auteur Joe Hollowell op dat studies aangeven dat er een opmerkelijke gevoeligheid voor jodium is; en de meeste negatieve effecten er zijn met onderliggende schildklierziekte en voorafgaande lage jodium-innames. Problemen met de consumptie van gejodeerd water – zowel voor hyperthyroidisme als voor hypothyroidisme – verdwijnen gewoonlijk vanzelf nadat de consumptie er van wordt gestopt. De veilige dosis zou op 1 – 2 gram per dag liggen, alhoewel de meeste mensen zonder problemen veel grotere hoeveelheden zouden kunnen tolereren.
   
De twist.
 
         De twist over de heersende opvatting voor jodiumsamenstellingen ontstond in 1997, toen Dr. Guy Abraham, een voormalige professor in verloskunde en gynaecologie op de UCLA wat hij noemde het Jodium Project opzette. Hij had in zijn bedrijf Optimox Coorporation Iodoral gemaakt, een Lugol-oplossing in tabletvorm (waarin jodium en kaliumjodide werd gecombineerd) en hij engageerde twee artsen die een familie praktijk hadden, Dr. Jorge Flechas (in 2000) in North Carolina,), en Dr. David Brownstein (in 2003) in Michican om klinische studies uit te voeren, met een hoge dosis van de jodiumsamenstelling. De hypothese van het project was de vereiste van vasthouden van voldoende jodium voor het lichaam, 12,5 mg per dag is – een hoeveelheid die overeenkomt met wat de Japanners consumeren en meer dan 80 maal de RDI van 150 mcg.

De conventionele opvatting is dat het lichaam 25 – 50 mg jodium bevat, waarvan 70 – 80 % in de schildklier zit. Dr. Abraham concludeerde dat er pas een voldoende lichaamshoeveelheid is als er bij een persoon 90 % van de ingenomen jodium weer uitgescheden werd. Hij bedacht een jodium-oplaadtest waar men 50 mg jodium / kaliumjodide neemt, en de hoeveelheid meet die over de volgende 24 uur via de urine wordt uitgescheden. Hij stelde vast, dat de overgrote meerderheid van de mensen een behoorlijke hoeveelheid van deze 50 mg dosis in het lichaam blijven vasthouden. Velen vereisen meerdere maanden lang 50 mg per dag, voordat ze 90% ervan uitscheiden. Zijn studies geven aan dat als een voldoende hoeveelheid wordt gegeven dat het lichaam veel meer jodium zal vasthouden dan dat oorspronkelijk werd gedacht, 1,500 mg met maar 3 % daarvan dat in de schildklier werd terug gehouden.

         Volgens Abraham namen meer dan 400 patiënten in dit project dagelijks jodium in een dosis die varieert van 12,5 tot 50 mg, en bij diabetici tot 100 mg per dag, Volgens deze geneeskundigen stopt en geneest jodium bij deze dosis inderdaad fibrocystische ziekte, en staat het diabetici toe om minder insuline te gebruiken, en hypothyroidpatiënten om minder schildkliermedicatie te gebruiken, heft het de symptomen van fibromyalgie op, en stopt het migraine. Zij rapporteren dat de neveneffecten van jodium, inclusief hypo- of hyperthyroidisme, allergieën, zwelling van de speekselklieren en schildklier, bij minder dan 5% optreedt. Urinetesten bevestigen, dat jodium bij deze dosis de toxische halogenen fluoride en bromide uit het lichaam verwijdert. Zij geloven dat jodisme, een onplezierige metaalsmaak in de mond, een lopende neus, en een op acne lijkende huiduitslag wordt veroorzaakt door de bromide die de jodium uit de weefsels extraheert. De symptomen nemen af bij een lagere jodiumdosis.

“Tot de schande en domheid van de medische sector slikten de geneeskundigen van de VS het valse W-C concept onkritisch, en wat zo resulteerde in een moratorium van het klinisch gebruik van anorganisch niet-radioactief jodium in effectieve hoeveelheden. Alhoewel includeerde dit moratorium geen toxische organische jodiumbevattende medicatie en radiojodide. De jodiumfobische mentaliteit voorkwam verder onderzoek naar de vereisten van anorganische niet-radioactief jodium voor het algehele menselijke lichaam, wat zich uitwees om 100-400 maal hoger te liggen dan de onlangs vastgelegde RDA………….
 
Voor de Tweede Wereldoorlog en de W-C-publicaties gebruikten de geneeskundigen in de VS lang, veilig en effectief Lugol, dit zowel bij hyper- als hypothyroisisme.”

         Abraham citeert een document uit 1970 dat het effect van een Lugol-oplossing evalueert, en wat verstrekt werd aan 5 thyro-toxische patiënten in de hoeveelheid van 5 druppels (30 mg jodium / jodide), 3 maal per dag. Een goed ontworpen protocol opvolgende, rapporteerden zij: ”Het wees zich uit, dat de snelle vermindering van T4-afscheiding uitgelost door jodium, niet het resultaat is van een acuut aanhoudende inhibitie van de T4-synthese (het W-C-effect), maar eerder van resultaten van een abrupte vermindering in het fractionele percentage van de loslating van schildklier T4-hormonen.“

         Abraham argumenteerde dat bij hyperthyroidisme, de jodium/jodide in Lugol bij een dagelijkse dosis van 90 mg een fysiologische eigenschap van de normalisatie van de schildklierfunctie uitlost, “een gezondheidsbevorderend effect en niet het fictieve W-C-effect zoals dit voorgesteld werd door Wolff en Chaikoff.

Het is verbazingwekkend dat het W-C-effect dat nog steeds genoemd wordt in jodiumfobische publicaties, nog nooit door andere onderzoekers bevestigd is worden bij ratten, en ook nooit gedemonstreerd werd bij enigerlei andere diersoort.
         
         In 1948 was er reeds bewijs voor dat het W-C-effect – als dit wel klopte (en dit was dus niet zo) – bij ratten, niet optrad bij mensen. De Lugol-oplossing en verzadigde oplossing van kaliumjodide (SSKI) werden uitgebreid in medische praktijken gebruikt bij astmapatiënten. De dagelijkse aanbevolen dosis lag op 1000-2000 mg. Deze hoeveelheid werd verschillende jaren lang gebruikt bij astma patiënten, chronische bronchitis en emfyseem. Hypothyroidisme en struma kwamen algemeen niet voor bij deze patiënten groep. Deze hoeveelheden aan jodium zouden hebben geresulteerd in serum anorganisch jodiumnivo’s van 100 maal hoger dan het serumnivo van anorganische jodide van 10-6M dat geclaimd werd door Wolff en Chaikoff, en wat resulteerde in het W-C-effect.

         Volgens Abraham bestaat de jodiumhoeveelheid die tegenwoordig door endocrinologen als excessief beschouwd wordt alleen maar uit 3 % van de dagelijkse inname van maar liefst 60 miljoen vasteland inwoners in Japan, een bevolking waar maar zeer weinig kanker voorkomt, en dit vooral in de vrouwelijke voortplantingsorganen.

Dus zijn de fabrikanten van thyroxine enorm vooruitgegaan op deze misleiding. Deze resulteerde ook in de destructie van de schildklier door middel van radiojodide bij patiënten met hypothyroidisme veroorzaakt door jodiumdeficiëntie, alhoewel deze toestand van te voren al zeer succesvol met Lugol-oplossing werd behandeld. De radioafzetting van de schildklier met radiojodide resulteerde bij 90% van deze patiënten dat ze binnen het eerste jaar hypothyroid werden, en uiteindelijk lid werden van de altijd-verder-toenemende thyroxine-consumerende-populatie.

Het toedienen van schildklierhormonen aan jodium verstoken personen maskeert de jodiumdeficiëntie en kan resulteren in een zombie-achtig effect. De patiënten zijn dan wel in staat om lichamelijk werk te doen maar zijn niet in staat om op maximum capaciteit te denken en te redeneren.

Een zelfs groter negatief effect wordt gerealiseerd als jodiumdeprivatie wordt gecombineerd met een verzadiging aan struma-opwekkend bromide, fluoride en perchloraat in het voedsel en water.

         Jodium is betrokken in vele mentale en lichamelijk functies, en toch werd nooit een voldoende hoeveelheid voor het lichaam vastgesteld. Waarom ? De medische leerboeken bespreken anorganisch niet-radioactieve jodium alleen met betrekking tot de meest zwarte deficiënties van dit essentiële element : bij cretinisme, hypothyroidisme, en endemische struma.

Gebaseerd op een jodium/jodide-oplaadtest die ontwikkeld werd door de auteur om een algeheel voldoende hoeveelheid jodium voor het lichaam vast te stellen, kwamen ze tot de conclusie dat de hoeveelheid die noodzakelijk is voor het hele lichaam en voor optimale lichamelijke en mentale gezondheid 250 – 1000 maal hoger ligt dan de hoeveelheid jodium die noodzakelijk is voor cretinisme, hypothyroidisme, en endemische struma.

Zo kwamen Abraham en zijn collega’s tot de conclusie dat het Wolff-Chaikoff-effect van geen enkele klinische betekenis is. Een verhoogd TSH, als dit optreedt tijdens de behandeling met Lugol-oplossing, is “subklinisch.” Dit betekent dat geen tekens of symptomen van hypothyroidisme het stijgen er van begeleiden. Sommige mensen nemen milligrammen als dosis, gewoonlijk meer dan 50 mg per dag en krijgen een lichte zwelling van de schildklier, maar zonder symptomen. Abraham gelooft dat het grootste merendeel van de mensen jodium in een dosis kunnen nemen die varieert van 10 – 200 milligram per dag, zonder enigerlei klinische negatieve effecten op de schildklierfunctie.

MYSTERIES ROND DE GOITERZONES.
 
Het gebruik van jodiumsupplementatie in de strumazones van de wereld – en ook in die gebieden met endemische struma en de daarmee in verband staande problemen bestaan in een groot aantal landen – en representeren een van de grootste publieke gezondheidsinitiatieven met betrekking tot de behandeling van de algehele bevolking door de toevoeging van een voedingsstof (in dit geval jodium) aan water of voedsel. Deze “Mass Profylaxis” met jodium werd voor het eerst gedaan door de VS en Zwitserland. Het eerste gecontroleerde experiment vond plaats in de beginjaren van 1920 in Akron, Ohio, waar 5000 schoolmeisjes dagelijks 0,2 gram natrium jodide via hun drinkwater innamen over een periode van tien dagen in de lente en de herfst, terwijl een even groot aantal van een vergelijkende controle groep van ook 5000 schoolmeisjes onbehandeld water kregen, waar dus niets in zat. Van diegenen die jodide kregen en aan het begin van het experiment een normale schildklier hadden, ontwikkelde er geen enkele van struma, terwijl 50 % van de controle groep van het onbehandelde water wel struma kregen. Na deze studie volgden er verschillende steden in het gebied van Great Lake om jodide aan het centrale watersysteem toe te voegen, en in de voedselvoorziening kwam nu gejodeerd zout. In Zwitserland introduceerde men in vele kantons het gejodeerde zout, en die districten waar het werd gebruikt, ervoer men een afname tot bijna nul van het optreden van struma.

         Ondanks deze successen oogsten de massale jodiumsuppelementatieprogramma’s veel weerstand, vooral toen neveneffecten optraden. Terwijl het programma de struma bijna geheel elimineerde, kwamen er wel meer auto-immune thyroiditisziektes voor in gebieden met gejodeerd water of in die gebieden waar gejodeerd zout gebruikt werd. Zo werd bijvoorbeeld de drievoudige toename aan auto-immune thyroiditis opgemerkt als eens de jodiumdeficiëntie was geëlimineerd. In een gebied van endemische struma in noordwest Griekenland werd een verband bevestigd in klinische observaties. In een studie keerde de restrictie van jodium hypothyroidisme bij 12 van de 22 patiënten om; daarna kregen zeven van de patiënten met omgekeerde hypothyroidisme nogmaals jodium verstrekt, en ze werden weer hypothyroid (Antony P. Weetman, Autoimmune Diseases in Endocrinology, p50 – 51. )

         Daarnaast hebben epidemiologische studies twijfel op het simpele verband tussen struma met jodiumdeficiëntie geworpen. Onlangs hebben Britse onderzoekers het voorkomen van endemische struma in Engeland en Wales vergeleken met de voorkomen van jodium in de omgeving, en geconcludeerd dat de aanwezigheid van endemische struma geen indicator er voor is of jodium in de omgeving voorkomt of vice Versa. (Steward AC en anderen). (The Illusion of Environmental Iodine Deficiency, Environmental Geochemistry and Health, 25:165-170, 2003).

Vroege observaties van strumazones in Zwitserland tekenden vreemde verspreidingspatronen op met dorpen die geheel vrij van struma waren, naast andere dorpen waarin vele mensen die struma en cretinisme hadden. En zelfs de promotors van massale jodiumsupplementatie hebben vastgesteld dat jodiumsupplementatie het beste werkt in samenwerking met een algehele verbetering van de voedingswijze.

         Net als alle dingen in de natuur, is het verband van de jodiumstatus met de gezondheid van de schildklier, onderhevig aan een simpele verklaring, namelijk: dat er naast jodium nog vele andere voedingsstoffen zijn die bijdragen aan de gezondheid van de schildklier, en vele milieuvergiften en industriële vergiften kunnen de schildklier onderdrukken, en de mogelijkheid van het lichaam om jodium te gebruiken heeft bijna zeker ook een genetisch component.

De moraal van dit alles is: Wees u bewust dat er geen een-middel-voor-alles-oplossing is, en als je er voor kiest om met jodium te supplementeren dan wees de zorgvuldige observator van enigerlei neveneffecten.

HET DEBAT.
 
Na het werk van Abraham en de popularisatie er van door geneeskundigen zoals Jorgas en Brownstein, beginnen veel gezondheidsbewuste mensen regelmatig Lugol’s-oplossing te nemen, zelfs zonder medische supervisie. Een commentaar op deze praktijk kwam van Dr. Allan Gaby in een gepubliceerd artikel in de Townsend Letter for Doctors and Patients:

“Onlangs begon een toenemend aantal doktors jodiumsupplementen in behoorlijke grote dosis in hun praktijk op te nemen. De behandeling bestaat typisch uit 12 – 15 milligram per dag van een combinatie van jodium en jodide, welke 80 – 333 maal zo hoog is als de RDA van 150 mcg  (0,15 mg) per dag.

De gevalsrapporten geven aan dat jodiumtherapie het energienivo kan verhogen, het algehele welzijn, slaapproblemen, verteringsproblemen en hoofdpijnen. Mensen met hypothyroidisme die maar een klein beetje verbetering hadden op hormoontherapie zeiden dat ze het veel beter deden toen ze begonnen jodium te nemen. Daarbij reageerden mensen met fibrocystische ziekte in de borst erg goed op jodiumtherapie en werd reeds te voor een observatie daarover gemaakt. De rapporten geven aan dat sommige mensen een hogere dan normale vereiste aan dit mineraal nodig hadden, en dat het ook bepaalde soorten metabolische stoornissen gunstig beïnvloedt.
 
         Terwijl jodiumtherapie veelbelovend is, ben ik er bezorgd over dat er twee dingen ter zijde geschoven worden en die zouden kunnen leiden tot een te hoog voorschrijven van dit potentieel toxisch mineraal. Allereerst is er de opvatting dat de optimale inname via voedsel van jodium voor mensen rond de 13,8 mg per dag ligt, wat ca. 90 maal zo hoog ligt als de RDA en meer dan 13 maal de “veilige bovengrens” van 1 mg per dag die vastgesteld werd door de World Health Organisation, WHO. Ten tweede is er de claim dat een nieuw ontwikkelde jodium oplaadtest kan worden gebruikt als een betrouwbare graadmeter om jodium deficiëntie te vast te stellen.”

         Gaby geeft antwoord op het argument dat de optimale inname voor mensen 13,8 mg per dag is, door te zeggen dat ” de opvatting dat Japanners 13,8 mg jodium per dag consumeren blijkt te zijn voortgekomen uit een verkeerde interpretatie van een document uit 1967, waar in staat dat de gemiddelde inname van zeewier in Japan 4,6 g per dag was (4,600 mg), en van zeewier werd beschreven dat er 0,3 % jodium in zou zitten.

De uitkomst van 13,8 komt voort uit het vermenigvuldigen van 4,600 maal 0,003, alhoewel die 4,6 g uit zeewier die per dag werd geconsumeerd werd uitgedrukt als nat gewicht, terwijl de 0,3 % werd gebaseerd op drooggewicht. Omdat veel groente minstens 90 % water bevat, is 13,8 een behoorlijk te hoog geschatte jodium inname. In studies die in het bijzonder de jodiuminname bij Japanners hebben onderzocht, lag de banale inname via voeding van jodium per dag (geschat uit de urinaire jodium excretie) in het bereik van 330 – 500 mcg per dag, wat op zijn minst / minstens 25 maal lager is dan die 13,8 mg per dag.”
 
         Met betrekking tot het andere argument van “het ondersteunen van de schildklier door een hoge jodiumvereiste, namelijk dat er ergens tussen 6 en 14 mg orale jodium per dag voor nodig zou zijn om de schildklier volledig verzadigd met jodium te houden” ………….is het niet duidelijk dat het opladen van de schildklier of ander weefsels met alle jodium die ze maar kunnen vasthouden echt wel zo noodzakelijk is……………. Onze schildklieren hebben een krachtig mechanisme ontwikkeld om jodium te concentreren en sommige schildklieren ( of ook andere weefsels ) zouden eventueel niet goed kunnen functioneren na een plotselinge 90-voudige toename van de inname van dit mineraal……er zijn berichten geweest dat relatief kleine verhoging van de hoeveelheid jodium in het voedsel bij sommige mensen hypothyroidisme en andere abnormaliteiten hebben veroorzaakt.”
 
         Ook voor de observatie dat jodiumsupplementatie “de urinaireuitscheiding van potentieel toxische halogenen zoals bromide en fluoride bevordert.” Terwijl dat effect voor sommige mensen goed kan zijn, is het niet duidelijk tot op welke hoogte dat dit het risico zou verhogen bij een megadosis jodiumtherapie voor de algehele bevolking.
 
         Abraham en zijn collega’s bevelen het gebruik van een jodiumtest aan waarbij de patiënt 50 mg van een combinatie van jodium en jodide inneemt en dan in de daarop volgende 24 uur wordt de urine verzameld. De patiënt wordt beschouwd als jodiumdeficiënt als er minder dan 90% van de verstrekte dosis in de urine wordt uitgescheiden, op de aanneming dat een deficiënte persoon eerder jodium in de weefsels zal vasthouden dan die via de urine uit te scheiden. Volgens de papieren van het laboratorium is 92 tot 98 % van de patiënten die de jodium oplaadtest hebben uitgevoerd jodium deficiënt.
 
         Volgens Gaby “berust de geschiktheid van de test op de aangenomen opvatting dat de gemiddelde persoon minstens 90% van een 50 mg dosis kan absorberen.” Het kan volgens hem dan wel zijn dat mensen er in falen om 90 % van de jodium in de urine uit te scheiden, maar dan niet omdat hun weefsels het opzuigen, maar omdat veel van de jodium via de feces wordt uitgescheiden. Er is geen reden om aan te nemen dat een 50 mg dosis jodium, die minstens 250 maal de typische dagelijkse ingenomen dosis is, bijna geheel kan worden geabsorbeerd door de gemiddelde persoon. Terwijl dit onderwerp klaarblijkelijk niet bij mensen is bestudeerd, is het wel zo dat koeien die supra-fysiologische dosissen jodium gevoerd krijgen (72 tot 161 mg per dag) ongeveer 50 % van de verstrekte dosis weer via de feces uitscheiden.”
 
         Gaby was bezorgd over de toxiteit van jodium, want “er waren berichten dat redelijk tot matige jodium-innames een schildklier-disfunctie veroorzaakten, vooral hypothyroidisme. In een onderzoek bij 33 Japanse studenten met hypothyroidisme verminderde zich het mediane serum TSH nivo van 20,9 m U/L naar 5,3 U / L (wat een verbetering van het hypothyroidisme aangeeft), en een derde werd euthyroid, toen de patiënten een tot twee maanden lang stopten met het eten van zeewier, en andere hoog jodiumbevattende voedselsoorten.

         In een onderzoek bij 3300 kinderen van de leeftijd tussen 6 tot 12 jaar uit 5 continenten, waren de schildklieren twee maal zo groot bij de kinderen die een hoge jodium inname hadden (750 mcg per dag ), vergeleken met kinderen met een normalere jodium inname. Terwijl de betekenis van deze vaststelling niet duidelijk is, suggereert het de mogelijkheid van de een door jodium uitgeloste struma. Daar aan toegevoegd is er epidemiologisch bewijs dat bevolkingen met “voldoende” of  “hoog normale“ jodium-inname via de voeding binnenkrijgen, een hoger voorkomen van auto-immune thyroiditis hebben vergeleken met populaties met een deficiënte jodium inname.
In een studie bij kinderen in een bergachtig gebied in Griekenland waar struma veel voorkomt, werden gezondheidsmaatregelen voor de bevolking ingesteld om jodiumgebrek te elimineren, maar dat werd opgevolgd door een drievoudige toename van auto-immune thyroiditis. Daarbij werden matige toenames van jodiuminname via de voeding er van verdacht dat ze bij sommige mensen hyperthyroiditis veroorzaakten, een effect dat optreedt bij een grotere dosis.
 
         “Andere welbekende neveneffecten van een te veel aan jodiuminname zijn acne, hoofdpijn, allergische reacties, een metaalsmaak in de mond en parotid klierzwelling. De jodiumdosis uit de berichten die deze neveneffecten veroorzaakte is vaak hoger geweest dan die dosis die onlangs werden aanbevolen, en blijken sommige mensen bijzonder gevoelig te zijn voor de negatieve neveneffecten van jodium. Gaby concludeert:”De mogelijkheid dat jodium bepaalde voorkomende ziektetoestanden kan voorkomen is intrigerend. Als men de positieve anecdotische berichten beschouwt, dan lijkt het goed te zijn om een groot onderzoek over de jodium / jodide-therapie te doen. Dit is niet het geval geweest, alhoewel zou de gemiddelde persoon toch  behoorlijk zijn of haar jodium inname moeten verhogen in een poging om de weefsels te verzadigen met jodium. Dit is ook niet het geval m.b.t. de vraag of de jodium-oplaadtest kan voorzien in betrouwenswaardige richtlijnen met betrekking tot de noodzaak van jodium therapie. De schildklierfunctie zou moeten worden gemonitord bij patiënten die meer dan 1 mg per dag krijgen.“
 
         De daaropvolgende tegenargumenten van de Drs. Abraham en Brownstein en de weerleggingen van Dr. Gaby zijn gericht op de hoeveelheid jodium in de Japanse voedingswijze en de veiligheid van de inname van grote hoeveelheden. Een belangrijk punt dat door Abraham en Brownstein wordt opgemerkt is, dat de vereiste voor jodium afhankelijk is van de schildklierblokkerende- oftewel struma-opwekkende stoffen in het lichaam. Bromine, nu veel voorkomend in het voedsel, is een schildklierblokkerende stof die struma veroorzaakt, en kan onze noodzaak voor jodium verhogen. Ze claimen ook dat veel van de toxische effecten die in de litteratuur gerapporteerd werden als gevolg van radio-actieve jodiumvormen kwamen. Tenslotte betwistten ze de stelling dat de waardes van jodium in zeewier door de Japanners in drooggewicht berekend werden, ”de gemiddelde dagelijkse inname van jodium door vastelands Japanners in 1963 was 13,8 mg, gebaseerd op de informatie van het Japanse Gezondheidsministerie dat alleen het drooggewicht in hun berekeningen gebruikte; dit werd bevestigd via een telefonisch interview door een van ons (GEA) op 21 juni, 2005, met hoge functionarissen van deze organisatie.
         
Abrahams en Brownstein verdedigden ook de urinetest voor jodiumoplading en noemden studies die aantonen dat organische jodium niet in de feces worden uitgescheiden. Zij citeren ook hun eigen klinische ervaringen. “Onze ervaringen in het Centre voor Holistic Medicine heeft uitgewezen dat patiënten met de laagste jodiumwaardes in de urine in de oplaadtest, vaak het meest ziek zijn. Veel van deze patiënten met erg lage jodide-waardes in de urine na de oplaadtesten hebben zware ziektes zoals kanker, schildklierkanker, of auto-immune schildklierziektes. Al deze ziektetoestanden staan in de litteratuur beschreven als in verband staand met jodiumdeficiëntie. Bij de meeste van deze patiënten werden na ortho-iodosupplementatie binnen het bereik van 6,25 tot 50 mg van jodium/jodide (een halve tot 4 tabletten Lugol in tabletvorm) positieve klinische resultaten aangetroffen

         In antwoord daarop zei Gaby dat:” Alle, uitgezonderd een van de referenties die ik citeerde, de negatieve effecten van an-organische jodium beschreven” en dat terwijl Dr. Lugol hoge dosissen van zijn combinatie jodium / kalium jodide samenstelling gebruikte. Ze werden primair aanbevolen om infecties te behandelen (jodium is een breed spectrum anti-microbische agent) en hyperthyroidisme, en niet als routinematige voedingsondersteuning voor de gemiddelde persoon.” Tenslotte haalt hij een besprekend artikel aan dat in 2000 werd gepubliceerd, waarin de auteurs beweren dat in de 1920er en 1930er jaren, toen kaliumjodide (KI) wijd en zijn gebruikt werd, veel patiënten overleden aan de door KI uitgeloste neveneffecten, vooral longoedeem, en daarmee in verband staand hartfalen.

CONCLUSIES.
 
         Het is gewoon zo dat er geen eenvoudige processen zijn op het gebied van voedingswijze en gezondheid – en jodium is daarbij geen uitzondering. Welke conclusies kunnen we nu trekken uit deze conflicterende opvattingen over jodium, en vooral over supplementair jodide ?

         Laten we er mee beginnen om te kijken naar de RDÏ van 100 – 150 mcg per dag. De meesten zouden zeggen dat deze inname te laag is, maar toch komt dit overeen met wat Weston Price bericht over primitieve voedingswijzes. In inleidende analyses stelde hij een bereik vast van 24 tot 32 mcg per dag voor de Noord-Amerikaanse Indianen, en 131 tot 175 mcg per dag voor de Innuit. Blijkbaar eten de Innuit uit het verre Noorden geen zeewier. Jammer genoeg voerde Price geen uitgebreidere metingen uit, vooral onder diegenen waarvan hij beschreef dat zij zeewier aten – de Schotse volkeren van de Buitenste Hybriden, en de Indianen in de Andes van Peru.

         Het blijkt erg moeilijk te zijn om de jodium-inname te schatten van voedingswijzes die zeewier bevatten. Gebaseerd op de gerapporterde waardes in zeewier, hebben sommige een nivo geclaimd van 12 mg (12.000 mcg) in Japanse voedingswijzes, wat Abraham en Brownstein er toe geleid hebben om te concluderen dat “alleen Japanners van het vastenland adequate hoeveelheden jodium consumeren, en dat 99 % van de wereldbevolking deficiënt is aan an-organische niet-radioactief jodium, wat betekent dat ze geen voldoende algehele lichaamsstatus hebben bereikt voor dat essentiële element.”

         Alhoewel werd vastgesteld in een gepubliceerde analyse over de jodiuminname van Japan, dat er een bereik lag tussen 45 to 1921 mcg per dag, en Weston Price trof gezonde volkeren aan die jodiumhoeveelheden consumeren die op het laagste van dit bereik lagen. Verder zou het zonder zeewier erg moeilijk zijn om de 1000 mcg per dag te overschrijden, gebaseerd op waardes die gevonden werden in typisch traditioneel voedsel. (zie de tabel op pagina 47).

Zo kan bijvoorbeeld een maaltijd van kabeljauw, een maaltijd van schelpdieren inclusief 20 gr. Hepatopancreas, en een maaltijd mossels, plus ook vlees, groente en peulvruchten voorzien in ca. 1000 mcg jodium; terwijl een voedingswijze die gebaseerd is op vlees, zelfs orgaanvlees, in behoorlijk wat minder daar aan kan voorzien.

         De latere onderzoeker Emannual Cheraskin en zijn collega’s voerden een onderzoek uit onder het genoteerde totale aantal klinische symptomen (zoals beoordeeld door de Cornell Medival Index Health Questionnaire ), en bracht de vaststellingen bijeen op een gemiddelde jodiumconsumptie van een inname van ca. 1000 mcg per dag in verband met het laagste aantal gerapporteerde symptomen, dat het hoogste nivo van gezondheid was.

         Abraham en Brownstein zeggen dat de menselijke jodiumbehoefte 1500 mcg per dag is (1,5 mg) wat moeilijk te bereiken is zonder zeewier, gejodeerd zout of supplementatie te gebruiken. Ze brengen naar voren dat de mensen tegenwoordig vanwege de ver wijd en zijd voorkomende bromide- en fluoridetoxiteit tussen 5 en 50 mg per dag vereisen, hoeveelheden die alleen maar mogelijk zou kunnen zijn met supplementatie. Ze zeggen verder dat zulk een supplementatie alleen zou kunnen worden genomen onder supervisie van een geneeskundige die de jodiumstatus kan monitoren.

         Wij kunnen niet voorbij gaan aan de vele rapporten van verbeterde gezondheid waarbij vele soorten jodiumsupplementatie worden gebruikt, oftewel door middel van jodium tinctuur op de huid, of het Atomidine protocol dat door Edgar Cayce wordt gebruikt, of het gebruik van de jodium / kalium jodide samenstelling zoals die voorgesteld wordt door de Drs. Abraham en Browstein. De factoren van verhoogde blootstelling aan struma-opwekkende oftewel schildklierblokkerende kwik, bromides en fluoridesamenstellingen, en soyaproducten die overvloedig in het voedsel zitten, gekoppeld met een afnamenivo van schildklier-ondersteunende voedingsstoffen zoals selenium en vitamine A in de moderne voedingswijze, kunnen verklaren waarom sommige mensen een hogere nivo / hoeveelheid aan jodium vereisen dan dat wat vastgesteld werd in traditionele voedingswijzes. Aan Dr. Brownstein hebben we het te danken dat het publiek alert werd op de gevaren van bromide dat toenemend in fabrieksvoedsel, limonade, plantaardige olie, en brood wordt gebruikt, en ook op het vervangen van jodium bij het wassen van tepels van melkkoeien, zoals ook diezelfde vervanging in duizenden andere producten voor consumenten.

        Het protocol van Abraham draagt het risico van negatieve reacties en zou onder supervisie van een geneeskundige moeten worden uitgevoerd die ervaring heeft om daarmee om te gaan. Zoals deze artsen uitleggen, zou het consumeren van jodium in milligramdosis moeten worden gekoppeld aan een algeheel nutritioneel voedingsprogramma, waarin adequate hoeveelheden selenium en magnesium zitten, en zoals ze claimen, omega-3 vetzuren, en met zorgvuldige supervisie van ontgiftigingsreacties. Volgens Dr. Brownstein verhoogt chloride de renale afrekening met bromide, en het gebruik van zout of ammonium chloride verkort de tijd die vereist is voor bromide detoxificatie. Hij raadt orale verstrekking van natrium chloride aan (6-10 gm per dag), of intraveneuze natrium chloride voor het verbeteren van de renale afrekening met bromide.

         De oproep van Dr. Gaby voor een zorgvuldige studie zou niet genegeerd mogen worden. Niet iedere arts rapporteert de zuivere resultaten die beschreven worden door doktors die het protocol van Abraham gebruiken, en sommige mensen – zoals ook deze auteur – hebben negatieve reacties op Lugol’s oplossing gehad. De studie zou een controlegroep moeten includeren en groepen die andere jodiumtherapieën gebruiken zoals jodiumtinctuur op de huid, het Atomidine protocol of zelfs eerder orale supplemntatie met elementair jodium dan de jodium / kalium jodium combinatie.
Een vergelijking van de jodium oplaad urine test met de bloedtest voor de jodium status in verband met vele symptomen van schildklier deficiëntie is een ander gebied dat vraagt voor verder onderzoek. Studies die zelfs maar en klein aantal personen omvatten zouden erg hulpvol zijn in het voorzien van verdere antwoorden in het grote jodiumdebat.

JODIUM OP DE HUID.

Reeds 100 jaar geleden werd het aanbrengen van jodium op de huid als een manier van jodiumsupplementatie gebruikt. In 1932 voerden onderzoekers van het College of Pharmacy op de Rutgers Universiteit onderzoeken op honden en konijnen uit. Ze stelden vast dat vrije jodium door de onbeschadigde huid heen dringt, alhoewel binnen drie dagen tijd ongeveer 88% van de aangebrachte jodium op de oppervlakte verdampt. Van colloïdaal jodium (I 2 in wateroplossing) werd vastgesteld dat die sneller verdampte dan jodiumtinctuur (I 2 in alcoholoplossing), en jodiumtinctuur verdampte sneller dan Lugol’s oplossing (jodium plus kaliumjodide). De auteurs concludeerden:” Jodium die door de huid heen dringt, verwijdert zich maar langzaam van dit gebied naar het lichaam, en vormt zo dus enkele dagenlang een jodiumdepot op de huid. In dit verlengd verblijf van de jodium in de huid zien we een gunstige gelegenheid voor een mogelijke lokale profylactische en therapeutische werking.”Recentere onderzoeken, op mensen geven aan dat het aanbrengen van jodium op de huid niet effectief is in het voorkomen van de opname van radioactieve jodium door de schildklier, alhoewel is het een langzame maar effectieve manier om te voorzien in jodiumsupplementatie en het verhogen van serumnivo’s van ca. 10-40 % vergeleken met een orale opname (Abrahams GE. De biologische beschikbaarheid van jodium die op de huid wordt aangebracht. www.optimox.com 

         Holistische genezers hebben ook jodium op de huid aangebracht als een manier om een algehele lichaamsstatus van verzadiging te verkrijgen – de zogenoemde jodium-huidplek-test. De gepubliceerde gegevens werpen twijfel op de effectiviteit van deze jodium-plek-test als zijnde een diagnostische hulp. Er spelen veel factoren veen rol in het verdwijnen van de gele kleur van de jodium van de oppervlakte van de huid zoals omgevingstemperatuur en atmosferische druk. De jodium zal vlugger verdwijnen in Denver dan in Los Angeles. En bij sommige mensen wordt de jodium door de huid gereduceerd tot jodide, wat zal resulteren in het verdwijnen van de gele kleur, omdat jodide wit is. Desalniettemin hebben velen gerapporteerd dat de jodium die op de huid wordt aangebracht langer blijft zitten na dit enkele weken lang gedaan te hebben, wat een verzadigend effect aangeeft.

         Jammer genoeg hebben we geen klinische onderzoeken naar het gebruik van jodium op de huid, maar holischtische therapeuten hebben goede resultaten er over gerapporteerd, zoals bijvoorbeeld van Geoffrey Morell, ND, een vrouwelijke patiënte met knobbels in de schildklier en die verwijderd werden door ca. 60 dagen lang jodiumtinctuur op de huid aan te brengen, waarbij de kleur 24 uur op de huid bleef zitten. Ten tijde dat ze naar het ziekenhuis ging voor de operatie werd haar verteld dat de knobbels verdwenen waren en de operatie niet langer noodzakelijk was. In een ander geval werd bericht dat een vrouw haar zichtbare struma binnen meerdere weken jodium op haar huid te gebruiken.

         De inefficiënte opname van jodium via de huid en het langzame loskomen daar uit, kan worden gezien als een voordeel voor mensen die hun jodiumstatus veilig willen verbeteren zonder medische supervisie. Deze behandeling blijkt geen detoxificatie reactie uit te lossen, die vaak wel optreedt bij orale inname van Lugol’s oplossingen.

         Jodium die op de huid wordt aangebracht is een uitstekende behandeling voor pre-kwaadaardige stoornissen, moedervlekken, verdikt littekenweefel, en andere langdurige afwijkingen van de huid. Volgens Dr. David Derry, is jodium in staat om natuurlijke celdood uit te lossen (apoptosis) en maakt het effectief tegen alle pre-cancerieuze huidstoornissen en waarschijnlijk ook tegen vele ander cancerieuze stoornissen. Deze lokale plaats wordt dan weer vervangen door normale huid. Hij raadt plaatselijk uitwendig gebruik van jodium aan voor insectenbeten.


        Gebruik milde jodiumtinctuur of Lugol’s oplossing voor het aanbrengen op de huid, die beide verkrijgbaar zijn op internet

ATOMIDINE.
Atomidine is een stabiele samenstelling van jodium in een zoutoplossing “dat het element in een atomische staat vrijmaakt in contact met een overvloed van de oplossing, zoals de vloeistoffen in het lichaam.“ Het gebruik van Atomidine werd populair door Edgar Cayce, de zogenaamde slapende Profeet, die medische diagnoses en behandelingssuggesties gaf terwijl hij in trance was. Hij raadde vaak het gebruik van Atomidine aan, dat geproduceerd werd door Schieffeling, een bedrijf in New York waarover hij zei “dat het jodium was waarvan het gif er uit werd genomen,” voor verschillende ziektes zoals voor schildklier en andere klierproblemen, keelontsteking, tandvleesproblemen, en infecties (). Een typische behandelingswijze bestond uit een druppel in een half glas water, dit elke morgen en 5 dagen lang voor het ontbijt, en dan tien dagen niets, en dan weer opnieuw er mee beginnen. Of  ‘s morgens en s’avonds 3 tot 5 druppels in water. Hij raadde ook Atomidine aan om mee te gorgelen, en voor uitwendig te gebruiken preparaties (een intrigerend zalf-recept bestaat uit het toevoegen van 10 druppels bezoine-tinctuur, 5 druppels Atomidine, en 3 greintjes verpulverd snuiftabak aan een ca. 30 gram boterolie).

         Een thema dat door Cayce’s geschriften heen trekt was het gebruik van Atomidine als een zachte manier van “het reinigen en zuiveren van het lichaam” afgewisseld met dagen dat Atomidine niet wordt gebruikt. Hij besprak dezelfde voorzichtsmaatregelen voor voedselsoorten die jodium bevatten, vooral zeevoedsel, waarvan hij zegt dat het af en toe geconsumeerd zou moeten worden, maar niet elke dag. In een schrijven gaf hij aan dat zeewier toxisch zou kunnen zijn vanwege het hoge jodiumgehalte.

         Een geschrift dat in de 1930er jaren gepubliceerd werd om Atomidine te promoten, dat geschreven werd door Schieffeling & Compagny, werd op internet geplaatst (). Volgens dit rapport zou Atomidine verdund moeten worden als het ingenomen wordt” en nooit na een zetmeelrijke maaltijd mogen worden ingenomen. Dit schrijven citeert vele gevallen van verbetering waar Atomidine werd gebruikt voor tandvleesproblemen, als antiseptisch middel na chirurgie, maag en darmproblemen, urinaire infecties, hoge bloeddruk, struma, malaria, en tropische koortsen, geslachtsziektes, infecties van de ogen, oren, neus en keel, bronchitis en astma.

BERICHTEN UIT DUITSLAND

“Hier in Duitsland leiden we aan een epidemische vorm van auto-immune schildklierziektes omdat de overheid een grootscheepse campagne heeft opgezet om ons zout en water te joderen. Het gejodeerde zout wordt door de voedselindustrie ook voor alle andere producten gebruikt. Zelfs het dierenvoeder en melk wordt ook gejodeerd. De regering in Duitsland claimt dat er geen jodium meer in de grond zit en dat veel voedselsoorten niet meer voldoende jodium bevatten. Zelfs het voedsel voor verswater vis wordt nu gejodeerd.”

         “De Duitse schildkliervereniging voegt er aan toe dat de jodering een stijging van auto-imune ziektes van de schuldklier heeft veroorzaakt. Ongeveer 10 miljoen Duitsers werden daar van betroffen. Doktors vertellen ons van onderzoeken die aantonen dat deze patiënten geen gejodeerd voedsel zouden mogen eten, omdat dit hun ziekte verergert. Schildklierziektes zijn pijnlijk en moeilijk te genezen. De schildklier beheerst het  metabolisme van ons lichaam. Ook kunnen de ogen aangetast worden. De standaard therapie is door de zieke klier te verwijderen of te bestralen. Daarna heeft de patiënt schildklierhormonen nodig om te overleven.

         Het droevige is dat de meeste mensen zelfs niet eens weten dat hetgene wat ze eten gejodeerd is. In Duitsland moet het gejodeerde zout in verpakt voedsel aangegeven worden maar de jodium in het zout in restaurants of in brood, wordt niet op het etiket aangegeven.”

“Het Duitse joderingsprogramma is helemaal niet geliefd bij de bevolking. Dit hadden ze ook in de het Derde Rijk, en er was veel campagne van de overheid voor nodig om de massa-jodering weer her in te voeren, en de mensen te overtuigen dat jodium gezond is en geheel geen gevaar oplevert. De officiële functionarissen van de regering zeggen dat mensen gejodeerd of niet-gejodeerd zout kunnen gebruiken, maar geen een er van noemt het verborgen zout. In het Derde Rijk noemde ze dit “De Stille Jodering” om enigerlei weerstand er tegen te vermijden.“

         “Ik heb jarenlang een zelfhulpgroep voor schildklierpatiënten geleid en het is een erg moeilijke situatie omdat veel patiënten niet voldoende voedsel hebben ! Het is zelfs moeilijk om alle informatie die we nodig hebben te verkrijgen.

We horen veel discussie over fluoride in het water, maar het is erg verwonderlijk dat er niet zo iets over jodium is. In Duitsland verkopen ze zout met jodium en fluoride – beide affecteren het metabolisme en kunnen de schildklier beschadigen. Natuurlijk zout heeft het voordeel dat het ons de mineralen geeft die we nodig hebben en dat op een manier dat ons lichaam daarmee kan omgaan in plaats van met de lage kwaliteit chemische jodium en fluor die aan voedsel en water wordt toegevoegd. Ik weet dat een gezonde schildklier meer nodig heeft dan jodium. Die heeft namelijk ook vitamine A en C nodig en ook vele andere mineralen. Een natuurlijke voedingswijze kan vaak meer gezondheidsvoordeel voor onze gezondheid opleveren en minder gevaren en neveneffecten.”

Het is tragisch dat de WHO er mee begonnen is om natuurlijk voedsel uit te bannen. In India werd het Himalayazout ook uitgeband, waarna het gejodeerd zout toen 5 maal zo veel werd verkocht dan het natuurlijke zout. Arme mensen kunnen het natuurlijke zout echter niet betalen en daarom hebben er velen helemaal geen zout meer. De media in Duitsland berichten over protesten in India maar ik weet niet of natuurlijk zout nu weer toegestaan is.”

“Hier in Duitsland zijn duizenden schildklierpatiënten petities aan het tekenen waarmee de Bundestag wordt gevraagd om de wet te veranderen om joderingsetiketten op verpakt voedsel te verplichten.”
 
 HET JODIUMGEHALTE IN VOEDSEL

VOEDSELSOORT JODIUMGEHALTE
mcg / 100 gram
JODIUMGEHALTE
per typische portie.
Gedroogde kelp62.400  3120     (2)
Zout, gejodeerd 7.6001520     (3)
Zoutwatervis (1)330330
Blackstrap molasse15824
Zeewolf118118
Bonen, gedroogd11558
Zeevoedsel6666
Spinazie5628
Groente3015
Melk & melkproducten1414
Eieren     (4)1313
Zeehondenvlees33
Zeehondenvet1212
Zeehondennier55
Zeehondenlever1010
Walvisvlees11
Walvisvet158
Kabeljauwvlees7474
Kabeljauwlever3232
Wild gevogelte55
Kariboe  (5)0,40,4
Oesters4646
Mosselen 107107
Kreeft hepatopancreas   (6)2,250 450
Zeezout, niet-gejodeerd (7)5,03   (3)

(1).  Schelvis, wijting, haring.
(2).  Aangenomen portie van 5 gram gedroogde kelp (Nutrition in Japan, 1964. Nutrition Section, Bureau of Public Health,
       Ministry of Health and Welfare, Tokyo, Japan, maart 1965).
(3).  Dagelijkse inname van 5 gram geconsumeerd gejodeerd zout.
(4). Deze 11 waardes komen van Ensminger AH en anderen. De Consise Encyclopedia of Foods and Nutrition. CRC Press 1995,
       p 587.
(5). Deze 10 waardes komen van Anderson S en anderen. Iodine Content of  Traditional Greenlandic Food Items and Tapwaters
      in East and West Greenland. International Journal of Circumpolar Health 2002.   61:332-340.
(6). Deze drie waardes komen van Dermelj M en anderen. Iodine in different Food Articles in Standard Reference Materials.
       Fresenius’ Journal of Analytical Chemistry 1990   338:559-561.
(7). Aquaron R. Iodine content of Non-iodized Salts Obtained From the Retail Markets Worldwide.

REACTIE OP IODORAL

Onlangs verschenen er 3 artikels in The Original Internist, over klinisch onderzoek met betrekking tot het gebruik van megadosis jodium / jodide. Onze medische groep die bestaat uit 3 medisch geschoolde doktors en een natuurlijk geschoolde acupuncturist, besliste dat we zouden gaan uitzoeken of een van ons deficiënt aan jodium was. Onze praktijk ligt in het Great Lake gebied dat door David Brownstein werd beschreven als de struma gordel. Daarom volgden we de aanbevelingen van Brownstein op om de jodium / jodide oplaadtest te doen. Vijf personen in ons buro deden de test en volgens de beschreven criteria waren we alle jodiumdeficiënt.

   Drie van ons – twee medische doktors en onze directeur van het laboratorium – gingen toen 50 milligram Iodoral per dag nemen met de bedoeling om de jodium / jodide-oplaadtest na 3 maanden behandeling te herhalen. Na ca. 6 weken van continu behandeling, kreeg ik een dysphagia (moeilijk slikken) wat resulteerde in pijn in de lagere gedeelte van het borst bij het slikken van zowel voedsel als vloeistof. Dit was vooral zo bij warme dranken en was een geheel nieuwe ervaring voor mij. Ik vertelde de directeur van het laboratorium dat ik niet er niet mee verder ging om Iodoral te nemen, omdat ik geconcludeerd had dat dit de potentiële oorzaak er voor was. Tot mijn grote verrassing vertelde ze me dat ze precies hetzelfde symptoom had ervaren en ook met de behandeling was gestopt. De andere twee medische artsen die de behandeling volgden hadden dit symptoom niet.

Ongeveer vier weken na het stoppen met de Iodoral moesten we dezelfde soort dysphagia verder ervaren, alhoewel veel lichter. We kunnen alleen maar concluderen dat we wat esophagitis kregen alhoewel dit niet werd bewezen door verdere studie. “Als dit inderdaad een toxisch effect van de Iodoral is, concluderen we dat het noodzakelijk is om dit onder de aandacht van het CAM (Medical Community) te brengen. Als de conclusies correct zijn zouden we kunnen verwachten te kunnen horen dat andere ‘guinea varkentjes’ iets van hetzelfde hebben ervaren. De vraag blijft in onze gedachten zitten of de test die door Brownstein wordt gemaakt wel een accurate bepaling is van chronische jodiumdeficiëntie. Het kan wel zijn dat jodium nauw in verband staat met bijvoorbeeld selenium en andere mineralen. De vraag die onlangswerd gesteld door Alan Gaby is, of we een
strategie aan het opzetten zijn die voor sommigen toxisch kan zijn, terwijl die gezond kan zijn voor zieke personen zoals vermeld door Brownstein en zijn co-auteur Guy Abraham. Inderdaad, zoals Gaby later vroeg, hoeveel van de 4000 behandelde patiënten door de Michican Clinic zorgvuldig in detail gemonitord waren op potentiële neveneffecten, omdat gastroesophagial reflux (GER) in een medische medicatie commercial wordt genoemd als een algemeen voorkomende aandoening kan het zijn dat sommige patiënten die met een hoge dosis jodium worden behandeld nooit zouden kunnen concluderen dat GER in verband zou kunnen staan met de jodiumconsumptie. Het kan zelfs door een arts niet worden herkend als neveneffect, omdat het zo ver verwijderd ligt van een verwacht of voorspeld symptoom.

Derrick, Lonsdale, MD, FAAP, FACN, Westlake Ohio.

The Townsend Letter for Doctors and Patients, april 2006.

COMMERIELE PLANTAARDIGE OLIE EN DE SCHILDKLIERFUNCTIE

Alhoewel Dr. Price vaststelde dat gezonde volkeren betrekkelijk lage waardes aan jodium binnenkregen, geven studies aan dat het in onze moderne tijd de meeste mensen het beste doen aan de bovenste eind van de scala, en dagelijks ca. 1000 microgram per dag innemen.

Met betrekking tot dit onderwerp worden vaak te vele factoren in de moderne voedingswijze overzien die onze schildklierfunctie onderdrukken en onze noodzaak aan jodium verhogen – niet alleen door expositie aan halogenen zoals fluoride, chloride en bromide, maar ook gebrek aan vitamine A, vitamine B6, selenium en magnesium. Verminderde expositie aan halogenen en ruimschoots inname van deze sleutelingrediënten, verminderen waarschijnlijk onze vereisten aan jodium.

         Een andere moderne voedingsfactor die interfereert met de schildklierfunctie, is de consumptie van omega-6 vetzuren afkomstig uit de plantaardige oliën en vetten. Uit sommigen schattingen bestaan 20% van de calorieën in onze “geciviliseerde” voedingswijze uit omega-6 vetzuren. Zoals aangegeven door Stephen Guyenet in zijn Whole Health Source blog, kunnen de omega-6 vetzuren de signalen van de schildklier onderdrukken. Hij citeert studies die uitwijzen dat maïsolie vergeleken met varkensvet grotendeels de respons op T4 van de lever onderdrukt, en saffloerolie vergeleken met rundvet de respons op T3 van de lever onderdrukt, en linol-zuur de respons van bruin vet en de lever op T3 onderdrukt. De lever is een van de hoofdzakelijke plaatsen van schildklierhormoonresponsive warmteproductie. Oorspronkelijk was het zo dat in 1970 de onderzoekers het omega-6 linolzuur als behandeling voor hyperthyroidisme beschouwden.

         Dus is het waarschijnlijk dat diegenen die commerciële plantaardige oliën en vetten vermijden en de omega-6 consumptie minimaliseren, terwijl ze de inname van voedingsrijke dierlijke vetten zoals boter en levertraan benadrukken, jodiumvereisten kunnen hebben die veel lager dan 1000 microgram per dag liggen en in staat zouden zijn om aan hun jodiumvereisten te voldoen door een voedingswijze van volwaardig voedsel, vooral als die zeevoedsel bevat.

Bron: Omega-6 linoeic-Acid Suppresses Thyroid Signaling. 29 december 2008.
ENKELE SERIEUZE DINGEN OVER JODIUM

Het is goed bekend dat de oorspronkelijke oorzaak van de meeste gevallen van hypothyroidisme in de meeste gevallen een jodiumdeficiëntie is. In een poging om daarmee op een effectieve en niet al te dure manier om te gaan, hebben de gezondheidsdiensten van de overheid opgeroepen om het niet-gejodeerde zout in de winkels te vervangen door gejodeerd zout.

Deze maatregel heeft de hoek van het jodiumdeficientieprobleem van gisteren afgebeten – alhoewel niet geheel door enigerlei middel, zoals goede metingen van zowel organische- als anorganische jodiumnivo’s in het bloed of urine van patiënten zouden aantonen. Maar hoe kan het dat men in de thyroidologie niet het feit herkent dat we nu eigenlijk veel meer gevallen van auto-immune thyroiditis en primair hypothyroidisme hebben, die als vervanging in de plaats zijn gekomen van het relatief lager aantal gevallen hypothyroidisme als gevolg van jodiumdeficiëntie die we van te voren hadden ? Zou het mechanisme voor dit fenomeen kunnen zijn dat we de verkeerde vorm van jodium – anorganische in plaats van organische – als voedingssupplement gebruikten, en dat deze grove vorm van jodium eigenlijk het schildklierweefsel genoeg beschadigt om ons immuunsysteem aan te zetten om er tegen te reageren ? Ik geloof dat dit een vraag is, die op zijn minst diepgaande beschouwing en onderzoek verdient. Ik heb dit geval aan artsen en onderzoekers uitgelegd die zich met jodium deficiënties bezig hielden, en die aanraden om Lugol vloeibaar jodium te nemen, of Iodoral tabletten die anorganisch jodium-kalium bevatten, zoals ook organische jodium – maar geen van hun gaf respons. Jodide is anorganisch en grof, ruw, het verbrandt vlees en ander levend materiaal waarmee het in contact komt; jodium is organisch en zacht, gewoonlijk aan proteïnes vastzit of aan andere stoffen gebonden, en voorziet de gezondheidsvoordelen van jodium aan levende stof, zonder de grove verbrandende interactieve effecten.

         In de tussentijd, raad ik mijn patiënten aan dat ze hun conclusies hebben gemaakt van het gejodeerde zout op de planken van hun winkel als zijnde een uitgemaakte zaak, en zo uiterst uitstekende 80-mineralenhoudend zeezout te gebruiken, wat ook veel beter smaakt ! En als hun organische jodium serum nivo laag gemeten werd op het Boston University’s Iodine Research Lab, om liever 4-6 druppels organisch jodium te gebruiken zoals Thyactin van TriMedical na het ontbijt en avondmaal, (8 – 12 druppels per dag), in plaats van Lugol’s vloeibare jodium, of Jodoral tabletten.HOEVEEL JODIUM ?

RDA:  The Dietairy Reference Intake (DRI) (zoiets als de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid) werd vastgesteld op 150 mcg per dag voor mannen en vrouwen met een Tolerable Upper Intake Level (UL) van 1100 mcg per dag. Deze hoeveelheid zou echter grotendeels overschreden worden door diegenen die zelfs maar matige hoeveelheden gejodeerd zout gebruiken.

TRADITIONELE VOEDINGSWIJZES: Het jodiumnivo varieert zeer wijd in traditionele voedingswijze’s. Weston Price bericht over 131 tot 175 mcg voor de Inuit (ca. het nivo van de DRI), en 25 – 134 mcg voor de Canadeese Indianen (wordt beschouwd als erg laag, alhoewel ze geen schildklierproblemen hebben.

Gebaseerd op de gerapporteerde waardes in zeewier, hebben sommige een nivo van 12 mg (12.000 mcg) in Japanse voedingswijzes geclaimd. Alhoewel een gepubliceerde analyse van de jodiuminnames in Japan een bereik vaststelde van 45 – 1921 mcg per dag (J. Nutr. Sci. Vitaminol, Tokyo. 1968, Oct; 32(5): – 487 – 95). Zonder zeewier zou het erg moeilijk zijn om de 1000 mcg per dag te overschrijden, gebaseerd op de waardes die in typisch traditioneel voedsel wordt gevonden (zie de lijst op pag. 47).

CHERASKIN’S AANBEVELINGEN: In een studie van gerapporteerde dagelijkse jodiuminname versus het totale aantal van klinische symptomen en kenmerken (zoals beoordeeld door de Cirnell Medical Index Health Questionaire), correleerde een inname van ca 100 mcg per dag met het laagste aantal van gerapporteerde symptomen, dat is het hoogste gezondheidsnivo.

ABRAHAM / BROWNSTEIN AANBEVELINGEN:  Abraham en Brownstein argumenteren dat de jodiumvereiste 1500 mcg per dag is (1,5 mg), wat moeilijk te bereiken is zonder sommige soorten zeewier te gebruiken die hoog in jodium liggen, gejodeerd zout, of supplementatie. Ze geloven dat vanwege de wijd verspreide bromide- en fluoride toxiteit, de meeste mensen tegenwoordig eigenlijk tussen de 5 en 50 mg per dag nodig zouden hebben, wat hoeveelheden zijn die alleen maar mogelijk zijn met supplementatie die alleen maar mag worden genomen onder de supervisie onder een arts om de jodiumstatus te monitoren.