Vaccins gekweekt op kankercellen

pagina verhuist van uitdaging.net

artikel van voor 2012

Niet ver hier vandaan kun je een prachtige bloemenweide bewonderen op een biologisch dynamisch bedrijf. Deze weide bestaat uit vele soorten bloemen, de een valt iedereen die langs loopt op, anderen staan verscholen tussen de massa en zijn alleen zichtbaar voor het oog van de echte liefhebbers.

Twee prachtige roze klaprozen stonden zo ook zeer opvallend te pronken voor allen die het maar zagen. Er waren meerdere van deze exemplaren, maar deze twee leken net elfjes, wapperend op hun ranke steeltjes, ieders aandacht trekkend tijdens de open dag van het bedrijf. Ze straalden letterlijk maar aan het eind van de dag, na de gezellige drukte zakte de moed hen letterlijk in de stelen. Ze keken elkaar eens aan en wapperden nog eens met hun prachtige bloemblaadjes.

‘Mensen, je zou ze,’ zei de een tegen de ander.
‘Ja,’ verzuchtte het luisterende exemplaar, ‘je zou ze.’ Ze doelden op de vele gesprekken die zij die dag hadden opgevangen. ‘Wat een wereld… en daar staan wij nu met onze voetjes in goede grond, met liefde gezaaid; dat proces is voelbaar in al onze cellen. Tjonge zeg, wat gebeurt er toch allemaal in de wereld om ons heen? Men vergiftigt elkaar; het is te bizar voor woorden. Overigens zijn wij ook in de unieke omstandigheden dat wij in deze bloemenweide staan; je zult toch op een akkertje moeten bloeien waar men kwistig met de gifspuit tekeer is gegaan. Waar bovendien de grond is uitgehold door het gebruik van kunstmest. Van schrik zou je de bloembladeren niet tonen! Alles in ogenschouw nemend hebben wij een hemel op aarde op dit terrein.’

De twee prachtige klaprozen slaakten een zucht. Ze verloren bijna de bloemblaadjes, zo diep zuchten zij. ‘Weet je,’ zei de een tegen de ander, ‘ik hoorde toch een ernstig gesprek tussen twee dames die hier vandaag liepen! Zij waren zo verbolgen, je moest wel naar hen luisteren, of je nu wilde of niet. Zij spraken over griepvaccins, die in het verleden gemaakt werden door de griepvirussen te laten vermenigvuldigen op kippeneieren. Daar werden vervolgens de vaccins van gemaakt. Zo gaat het productieproces voor het vervaardigen van deze zogenaamde goede hulpmiddelen waardoor je juist niet ziek zou mogen worden.

Die dames bleven langere tijd stil staan bij een collega van ons, zij daar, met die mooie lichte kleur, die dame met haar pasteltinten en dat was net binnen mijn gehoorafstand.
De twee converserende dames bleven daar langer stilstaan omdat hun gesprek zo ernstig was, handen en voeten er bijna bij gebruikend, want ze waren zeer ongerust en verontwaardigd; die lichaamstaal sprak boekdelen.’ De andere klaproos keek vragend om nadere uitleg want dat gesprek was haar helemaal ontgaan. Er hadden ook zoveel mensen rondgelopen. Je kwam haast blaadjes te kort om alles op te vangen. ‘Vertel verder, wat wil je met dit verhaal vertellen.’ ‘Wel,’ vervolgde de klaproos die het hele verhaal in de blaadjes had opgeslagen, ‘de strekking was dat toen er in 2009 een zogenaamde grieppandemie de wereld over gejaagd werd, er snel vaccins moesten komen. Daarom ging men met een supersnelle kweekbodem aan de slag die bestond uit levende, zich snel vermenigvuldigende kankercellen. Het kweken gaat dan sneller. Eiwitten uit die kankercellen zijn dus met het vaccin mee in de mensen gespoten en dat alles zonder te zijn getest waardoor men dus nooit kan weten of dit op langere termijn geen kwaad kan.’

De klaprozen keken elkaar verdwaasd aan. Wat een wereld! ‘Als ik het met mijn blaadjes nog kan bevatten,’ zei de luisterende ranke dame, ‘dan kun je toch van alles krijgen van die ingespoten eiwitten? Wat te denken van allergieën? Als je iets via kippeneiwit krijgt ingespoten kun je toch allergisch worden voor producten waar eieren in zijn verwerkt? Wat hebben wij het gemakkelijk hier, goede grond met mineralen en spoorelementen, een slok water en blij zijn maar. Stel dat wij in ons korte bloeiende leven nog moesten nadenken over vaccins en andere farmaceutische knutselgrepen die de mensheid elkaar probeert aan te smeren? Tjonge, het doel is, als wij het goed begrijpen, dat je lichaam zich gaat keren tegen dat wat ingespoten wordt, zo is het toch? Een griepvaccin zou dus de functie hebben dat je een bepaalde griep niet krijgt omdat je lichaam dat dan herkent en daar antistoffen tegen heeft gemaakt. Lieve help! Dus als men dan eiwitten uit kankercellen gaat inspuiten dan is de mensheid toch in gevaar? Wat een wereld, ze zijn helemaal gek!’ De klaproos die het gesprek had opgevangen en alles redelijk tot op de lettergreep kon navertellen wist dat deze informatie is te vinden in het boek met als titel: ‘U kunt meer dan u denkt’, geschreven door Dr. Hans Moolenburgh sr. ‘O ja,’ zei de klaproos, ‘alles is na te lezen op bladzijde 305 onder het hoofdstuk: “Nabeschouwing”.’

Samen stonden zij eventjes heel stilletjes na te denken en de dag nog eens te verwerken. De klaproos die dit verhaal niet had opgevangen wist zich een ander gesprek te herinneren dat over aspartaam en voeding ging. ‘Aspartaam schijnt ook zo’n gif te zijn waar velen lacherig over doen. Je valt van de ene verbazing in de andere. Open dagen zijn goed, maar wat wij allemaal te verwerken krijgen… mensen… je zou ze!’ De klaproos die het vaccinverhaal in elke cel van haar bloem zijn had opgeslagen wist ook nog dat de dames het samen hadden over het Hepatitis B vaccin. ‘Ook een zorgelijk onderwerp wist zij aan haar soortgenoot te vertellen.’ Ze schudden beiden de bloemblaadjes nog eens heen en weer en de ene vertelde weer aan de ander wat ze had opgevangen. ‘Moet jij je eens voorstellen: per oktober van dit jaar wil men baby’s die net geboren zijn direct al het Hepatitis B vaccin geven. Het moet toch niet gekker worden zeg. Ze staan meteen al met de gifspuit klaar. Welkom op de aarde, nieuwe wereldburger.’

Er klonk een zachte stem een klein stukje bij hen vandaan. Een andere klaproos die het hele gesprek tussen hen beiden had beluisterd wist ook een duit in het zakje te doen. ‘Weten jullie wat ik mij nu bedenk? Zevenblad. Puur gewoon het ordinaire zevenblad wat voor veel tuinders een verdriet is om in de tuin te hebben.’ De twee klaprozen keken elkaar niet begrijpend aan en vervolgens vroegen zij aan de ander wat duidelijker te zijn. Als je wilt meepraten wees dan helder! ‘Wel luister,’ zei dit eveneens prachtige exemplaar, ‘zevenblad groeit, nou zeg liever maar, woekert weelderig in deze omgeving in de bossen, tuinen en bermen. Kortom, het groeit overal heel goed. Te goed in de ogen van de mens! Want wie een nette gecultiveerde tuin wil hebben haat dit gewas. Gecultiveerde tuinen… ook iets om over na te denken, maar dat terzijde. Het blad van deze plant schijnt namelijk een goede werking te hebben tegen schimmels. Jullie hadden het net over kankercellen, weliswaar in een ander verband dan waar ik aan dacht, maar dat zette mij op een spoor. Kanker en schimmels gaan hand in hand als ik zo de informatie goed heb opgevangen. Zou dat zevenblad dan mogelijk een goed gewas zijn voor de gezondheid in het algemeen?’ ‘Daarmee bedoel ik,’ zo ging de klaproos verder, ‘dat wanneer men de waarde van ons allen eens meer begreep, van het zevenblad en van alle andere gewassen die zomaar voor de voeten van de mensen groeien, er mogelijk heel andere inzichten komen? Zevenblad koken als spinazie schijnt heerlijk te zijn; of fijn gesneden, rauw in de sla of andere gerechten, denk aan soepen en sauzen. Kortom, je geeft jezelf een gezondheidsboost, wat in het grote verhaal ondersteunend kan werken.

Kijk ik wil nu niet zeggen dat wie kanker heeft zal genezen door het gebruik van zevenblad, begrijp mij goed, maar als dit gewas nu wel een positieve invloed heeft op schimmels en schimmels eventueel weer een basis zijn voor kanker, tja, dan is één plus één toch twee? Zorg op voorhand goed voor
je lichaam. En er zijn zoveel vrienden van ons met een gezonde werkingen op lichaam en geest.
Neem het speenkruid in het vroege voorjaar. Met de bloemetjes zo geel als boterbloemetjes. Dat blad bevat veel vitamine C. Laat men dan eens wat van dat blad in de gerechten toevoegen. Gewoon snijden als een kruid en in de rauwkost verwerken. Daar is niets mis mee, men eet toch ook bladgroente? Dat zijn toch ook bladeren? Enige kennis is wel noodzakelijk, daaraan kun je weer zien dat men dat is verloren. De klik met de natuur, dat gevoel is bij velen tegenwoordig ver te zoeken. Men beseft niet meer dat alles om de mens heen groeit, dat we door de aarde en de natuur in het algemeen op onze wenken bediend worden.

Maar zoals gezegd, beetje kennis van zaken is wel gewenst. Want wanneer de bloemetjes verschijnen in het speenkruid dan mag het blad niet meer gegeten worden. Als natuurlijk wapen maakt het plantje dan een gifstof aan om te voorkomen dat het zal uitsterven. Met andere woorden: afblijven is dan het enige dat telt. Maar zo zijn er met veel planten bepaalde wetten die massaal overtreden worden. Men manipuleert er kwistig op los.’ ‘Tjonge zeg, wat men allemaal bedenkt om groeiprocessen naar de hand van de mens te zetten. Het DNA van zaden verandert men zonder te verblikken of te verblozen.

Over de gevolgen voor de eigen gezondheid denkt men niet na. De blik is gericht op gemak en de bankrekening maar niet op het onethische wat optreedt zodra men de basis verandert. Wij mogen hier van geluk spreken, ik weet het, maar als je echt alles weet. Je zou van schrik niet gaan bloeien.
Hopelijk komen er andere tijden en ervaren wij dat in een volgend klaprozenleven als wij hier de zaden hebben mogen laten vallen. De klaprozen die het gesprek waren begonnen, na hun verbazing over en weer uitgesproken te hebben, hoorden iemand zacht snikken.

Wie is dat? Een onbedaarlijke huilbui was het resultaat van het glad walstro. De witte wolk aan bloemetjes ziet er aller statigst uit maar in verdrietige toestand zag het zo troosteloos.
Het duurde even maar toen begon er een tornado aan woorden over het bloemenveld te rollen. ‘Als je ons nu neemt, wij, glad walstro, wij leven alleen op voedselrijke grond. Met andere woorden wij krijgen op die wijze voldoende stoffen tot ons uit de bodem, zijn dus één brok gezondheid. Onze soortgenoten staan in weilanden, langs bosranden, in de wegbermen en we komen voor in heel Nederland en ver daar buiten. Onze bladeren en zachte stengels zijn heerlijk in salades en groentegerechten. Vervolgens kan men ook nog limonade maken van onze bloemen.

En wat krijg je over het algemeen? Stank voor dank! De gifspuit over de bermen, of genadeloos de maaiers er doorheen, tjonge onze soortgenoten hebben wat te lijden. Wij staan hier geweldig maar landelijk gezien is er geen waardering voor dat wat wij allen te bieden hebben. Een goed stukje gezondheid als aanvulling op de dagelijkse menu’s.

Allen waren er stil van. De klaprozen hadden zoveel te verwerken gehad! Dit was het einde en de mooie roze bloemblaadjes dwarrelden naar beneden, tot op de grond tussen de andere bloemen in. Wat overbleef waren twee ranke stelen met een mooie zaaddoos; als nieuw ogende schoonheid. Het elegante wapperende effect was weg, hier kon de wind geen vat op hebben dan alleen de stelen heen en weer te schudden.

Einde verhaal? Nee! De achtergebleven zaaddozen zullen de levenscyclus herhalen en volgende zomer zullen zich tijdens de open dag weer mooie roze klaprozen staan verbazen over de gesprekken die zij zullen opvangen. De geschiedenis zal zich herhalen.

Anneke Bleeker Bergen NH 10 juli 2011
Bron verontrustemoeders

N.B.: Verdiep je eerst echt goed in de wilde bloemen en planten voordat je ze als groente of kruiden gaat gebruiken! Niet alles is gezond voor ons!

Aanvullende informatie onder de tekst uit het boek hieronder.
Stukje tekst uit het boek van dr. Hans Moolenburgh sr. – bladzijde 305, onder het hoofdstuk: ‘Nabeschouwing’:

“Griepvaccins werden vroeger altijd gemaakt door de griepvirussen te laten vermenigvuldigen op kippeneieren, om daar dan vervolgens vaccins van te maken. Deze keer had men echter haast. Aangezien de hele wereld ingeënt moest worden lagen er echt miljardenwinsten te wachten…
Men ging werken met een supersnelle kweekbodem, die bestond uit levende, zich snel vermenigvuldigende kankercellen. Het kweken gaat dan sneller (link naar uitspraken Wolfgang Wodarg uit 2009 ,

Eiwitten uit die kankercellen zijn dus met het vaccin mee in mensen gespoten, zonder dat er getest is of dat op de langere termijn kwaad kan. We weten dat sommige mensen met een kippeneiwit allergie, astma kunnen krijgen van een griepvaccin dat gemaakt is met behulp van eieren – wat zal er nu gebeuren met mensen die in het wankele evenwicht verkeren tussen wel of geen kanker krijgen, en die met dit vaccin zijn ingeënt waarvoor op kankercellen is gekweekt ? Worden zij net over de rand geduwd ? Zo behandelt onze cultuur zijn mensen : als er niet toe doende wegwerpartikelen.

Hebt u – als u zich heeft laten inenten – dat vaccin ook binnengekregen?
Nee, Nederland heeft nog vaccin gekregen dat op kippeneieren gekweekt was. Maar – omdat de pandemie uitbleef en men wereldwijd met enorme voorraden vaccins bleef zitten – is er nu een elegante oplossing bedacht. Wereldwijd ent men elk najaar tegen de gewone wintergriep, en daar hebben ze de voorraden van op kankercellen gekweekte vaccin bij ingestopt, en dàt vaccin wordt ook in Nederland gebruikt. U ziet hoe direct kanker met deze cultuur verbonden is : we spuiten zelfs massaal kankerextracten bij onze kinderen in, zonder dat de ouders dat beseffen.”
U kunt meer dan u denkt vijftig jaar ervaring met aanvullende kankertherapie Dr. Hans C. Moolenburgh sr.

Op vrijdagavond 23 september 2011 zal Dr. Hans Moolenburgh sr. spreken te Alkmaar. In Wijkcentrum Overdie. Welkom 19.30 uur aanvang lezing 20.00 uur. Samen met Uitgeverij Lemniscaat zal Gezond Verstand Avonden dit organiseren.