Reeds in 1920 onderzocht de Britse onderzoeker Sir Robert McCarrison de relatie tussen het dieet, wat mensen gebruikten en de ziektes, waaraan ze leden en stierven. Hij verbleef vele jaren in het Himalaya gebergte, waaronder in de Hunza vallei, waar zijn aandacht getrokken werd door de uitstekende gezondheid van de mensen. Schijnbaar moeiteloos werd men daar 100, 110, 120 jaar oud, met een zeldzame uitschieter naar 140 jaar.
Worden we werkelijk gezonder?
Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. Het RIVM heeft trends en andere statistieken van een zeer groot aantal aandoeningen nauwkeurig bijgehouden, in bijlage 1 aan het einde van dit hoofdstuk zijn deze van een aantal ziekten weergegeven.
Sommige ziekten vertonen een daling, terwijl andere een stijging vertonen, er lijkt een soort “vervanging” gaande te zijn. Zo daalt het aantal lichtere aandoeningen aan de bovenste luchtwegen, terwijl het aantal longontstekingen en chronische problemen als astma, diabetes, reuma, MS en artrose een dramatische toename gedurende de laatste 20 jaar vertonen. De laatste grafieken tonen het aantal personen met een (zeer) goede gezondheidservaring, deze groep blijft min of meer gelijk.
Enkele commentaren op de website van het RIVM:
– Het aantal nieuwe gevallen (incidentie) van longontsteking was in de jaren tachtig constant maar is in de jaren negentig sterk gestegen. Een eenduidige verklaring hiervoor ontbreekt. Mogelijk is de stijging toe te schrijven aan een toename van onderliggende ziekten.
– Ruim een kwart van de mensen heeft een of meer chronische ziekten. In totaal telt Nederland daarmee ongeveer 4,5 miljoen chronisch zieken. Onder chronisch zieken zijn meer vrouwen dan mannen. Zoals verwacht, zijn er meer ouderen met een chronische aandoening (57% van de 75-plussers) dan jongeren (17% van de 15-24 jarigen). Deze cijfers zijn gebaseerd op een selectie van 30 chronische aandoeningen, gemeten in de huisartspraktijk.
Helaas is er op deze site geen schema te vinden w.b. de toe- of afname van de incidentie of prevalantie van deze 30 chronische aandoeningen, maar afgaande op de afzonderlijke trends van astma, diabetes, MS, reuma en artrose lijkt het aannemelijk deze ook een sterke stijging vertoont.
Een citaat van het NOS en het RTL-nieuws, op 29 februari 2008
In 2010 wordt de helft van de mensen geboren met een allergie. Momenteel moet iemand, die waarschijnlijk een allergie heeft, zes maanden wachten om onderzocht te worden door een allergoloog. Dat heeft het RTL Nieuws onderzocht. Deze week was er in Rotterdam een allergiebeurs. En dat is blijkbaar nodig want het aantal mensen met één of meerdere allergieën groeit snel. Bij kinderen heeft 6 procent een voedselallergie en 20 tot 30 procent van de mensen heeft last van een ademhalingsallergie.
Op basis van deze gegevens zouden we misschien voorzichtig kunnen concluderen dat het percentage van ziekten ongeveer gelijk lijkt te blijven, maar dat er een verschuiving lijkt plaats te vinden van lichte, acute problemen naar wat ernstigere en meer chronische varianten. Opvallend is in deze zin ook de sterke stijging van astma onder kinderen tussen 0 en 14 jaar. Astma was in de 19e eeuw nog een zeldzame ziekte, hieronder een citaat uit Spirometrie (http://www.spirometrie.info/astma_geschiedenis.html) met betrekking tot de geschiedenis van astma: “Astma werd voor het eerst beschreven in de moderne medische literatuur halfweg de 19de eeuw.De ziekte werd toen als zeldzaam beschouwd”.
Er wordt vaak gezegd, dat een van de grote verdiensten van de reguliere gezondheidszorg de toegenomen levensverwachting is. Maar kan dat echt aan de reguliere geneeskunde worden toegeschreven? Zoals we al zagen in figuur 2 (hoofdstuk 1) was de incidentie van infectieziekten al sterk teruggelopen voordat er een vaccinatieprogramma kwam en verschillende infectieziekten waarvoor geen vaccin was ontwikkeld, vertoonden eenzelfde daling. Waarom zou dit ook niet voor een groot gedeelte kunnen gelden voor de toegenomen levensverwachting? Daarbij komt, dat er een zeer duidelijke toename is van chronische ziekten op jonge leeftijd. Weegt dit op tegen de paar jaar aan het einde die we hebben gewonnen? En hoe is de kwaliteit van ons leven die laatste paar jaar?
HUNZA’s
Toch kan het veel beter. Als we leven volgens de biologische wetten, heeft het lichaam een normale levensverwachting van 120 jaar. Dat dit ook in werkelijkheid mogelijk is, bevestigen de Hunza’s.In de jaren 30 van de vorige eeuw deed de Engelse arts dr. Robert McGarrison onderzoek bij de Hunza’s, een volk dat hoog in het Himalaya-gebergte leeft en dat in het geheel geen ziekte kent (zie ook bijlage 2). Deze mensen worden moeiteloos 100 tot 130 jaar. Dr. Henri Coanda, een Roemeense wetenschapper, bestudeerde naast deze Hunza’s nog een aantal volkeren die nauwelijks ziekte kennen en heel oud worden. Deze volkeren leefden verspreid over de wereld nl. in Georgië, Mongolië, Equador en Peru (http://www.mooiehuid.nl/water.htm).
Hoe komt het dat deze primitieve en geïsoleerde volkeren zou oud werden? Als je kijkt naar hun levenswijze, dan zien we steeds een aantal dingen:
– Ze eten voedsel van de eigen streek, gebruiken geen bestrijdingsmiddelen en eten het meestal vers en onbewerkt.
– Ze gebruiken zeer zuiver water dat uit de bovengelegen gletsjers via bergbeekjes naar beneden stroom
– De korte tijd tussen de nieuwe oogst en het opraken van de voorraden van het jaar daarvoor verplicht hen tot een relatieve vastenperiode, een periode van reiniging voor lichaam en geest.- Iedereen levert dagelijks een behoorlijke fysieke inspanning
– Geen blootstelling aan straling
– Leefwijze volgens de biologische wetten van ons lichaam (Dr. Hamer): shocks lossen zichzelf snel en op een natuurlijke wijze opKortom, een voor onze lichaam ideale levenssteil in overeenstemming en in samenwerking met de natuur, die resulteert in een bijna ongelooflijke gezondheid en een probleemloze samenleving:
– gemiddelde leeftijd van 120 jaar, met uitschieters van 140 jaar
– geen ziekten, zelfs verkoudheid is een zeldzaamheid
– geen criminaliteit
Het verhaal van de Hunza’s in aanmerking genomen lijkt het logisch om de toegenomen levensverwachting van de laatste eeuw eerder toe te schrijven aan de verbeterde voeding en waterkwaliteit, betere hygiëne, behuizing en sanitaire voorzieningen, enz. dan aan een gezondheidszorg die met zijn vele ANTI-middelen dwars tegen de natuur in gaat: anti-biotica (bios = leven), anti-allergica, anti-depressiva, anti-inflamatica, immuno-supressiva, koortsremmers, etc. Het is duidelijk dat deze medicijnen tegen het leven en tegen de natuurlijke activiteit van het immuunsysteem in werken. De vraag waarom het immuunsysteem juist deze symptomen veroorzaakt, een vraag die leidt tot inzicht in het hoe en waarom van ziekten, wordt niet gesteld, laat staan beantwoord.
Vaccins worden in het lichaam van kinderen gespoten, een manier van infectie die in de natuur niet voorkomt. Uit een onderzoek ter evaluatie van de relatieve rol van serum- en nasale antilichamen ter bescherming van het lichaam tegen infecties met para-influenza type 1 bleek, dat door het neusslijmvlies geproduceerde antilichamen een buitengewoon belangrijke rol spelen, die veel hoger moet worden aangeslagen dan de rol van antilichamen in het bloedserum. Als we nadenken over de manier waarop infecties i.h.a. plaatsvinden, behoeft dit geen verdere discussie; immers, ziekteverwekkers bereiken ons via onze omgeving en komen vooral binnen via onze ademhaling, dus via de neus en mond en soms via verwondingen in de huid. De neus- en keelamandelen zijn de poortwachters van ons immuunsysteem en het lijkt vanzelfsprekend dat zij dus een eerste aanzet geven tot vorming van antilichamen in het neusslijmvlies en dat daarna het hele lichaam in paraatheid wordt gebracht. Vaccinaties slaan deze eerste stap steevast over.
Het wordt tijd dat er meer begrip komt voor de werking van ons lichaam alvorens er wordt overgegaan tot maatregelen waarvan niet bekend is wat ze op de lange duur tot gevolg hebben. Van de Hunza’s kunnen we leren hoe het ideaal eruit ziet, zelf moeten we streven naar een zo optimaal mogelijke invulling van dat ideaal in ons eigen leven.
Denkwijze van de reguliere geneeskunde
De conventionele geneeskunde streeft naar de eliminatie van symptomen in de breedste zin van het woord. Deze worden uitsluitend gezien als schadelijk en hinderlijk en er wordt gekeken naar wat er zich afspeelt in het lichaam tijdens het optreden ervan. Symptomen overkomen je en worden bepaald door externe omstandigheden en moeten bestreden worden, want ziek zijn is immers zinloos.
In wezen is de allopatische geneeskunde is meer een ziektekunde: er worden uitgebreide studies gemaakt van allerlei symptomen en wat er zoals in het lichaam aan de hand is op het moment van optreden van de symptomen. Maar trekt men dan wel de juiste conclusies?
Zo klonken er nog niet zo heel lang geleden andere geluiden, vooral w.b. kinderziekten. Het was in een bekende kinderkliniek in het Zwitserse Bazel tot 1969 de gewoonte om kinderen met een ernstige nierziekte (nefrotisch syndroom) in te enten met mazelen ter behandeling daarvan. Ook auto-immuunziekten als Astma, lupus of eczeem verdwenen als een kind eenmaal de mazelen had gehad.
Hieruit zou je kunnen concluderen dat micro-organismen en de ziekten die ze zouden veroorzaken, uiteindelijk juist een positieve bijdrage leveren aan onze gezondheid. Het is als het analyseren van een brand zonder verder te kijken dan de gebeurtenissen van de brand zelf: er zijn daarbij altijd brandweermannen aanwezig die met water en slangen in de weer zijn. Conclusie: de brandweermannen, de slangen en het water veroorzaken de brand!
Andere kijk op ziekten
Vele alternatieve disciplines zien kinderziekten inderdaad als een soort training van de immuniteit. Kinderziekten stimuleren het nog onvolwassen immuunsysteem en brengen het tot rijping, zodat het lichaam van de volwassen mens de blootstelling aan het grote aantal vreemde virussen, bacteriën en schimmels het hoofd kan bieden. Verstoring van dit natuurlijke gebeuren lijkt onverstandig en zou uiteindelijk kunnen leiden tot een verzwakking van onze gezondheid. Deze gedachtegang lijkt bevestigd te worden door het hand over hand toenemen van allerlei auto-immuunziekten gedurende de laatste decennia.
Er zijn vele vooraanstaande medische onderzoekers die een totaal andere kijk op ziekte en gezondheid ontwikkelden gedurende hun leven. Eén ervan was een tijdgenoot van Louis Pasteur, Antoine Béchamp (1816-1908). Hij deed jarenlang gedegen onderzoek naar de processen die leidden tot ziekten en betwistte de ziektekiementheorie van Pasteur:
De oorzaak van ziekten moet gezocht worden in een interne disfunctionering van het lichaam, niet in een invasie van micro-organismen van buitenaf. Zieke cellen produceren zelf ziektekiemen als bacteriën, virussen en schimmels en manifesteren op deze manier een ziekte, gezonde cellen doen dit niet. Je “vat”geen kou, een kou wordt geproduceerd vanwege een vervuild en/of ondervoed intern milieu, m.a.w. een interne disbalans. Niet-eigen micro-organismen kunnen een voedingsbodem voor ziekte zijn, maar gezonde personen vallen hieraan niet ten prooi.
Aan het einde van zijn leven schaarde Pasteur zich achter de theorieën van Bechamp, maar de traditionele geneeskunde had zich inmiddels volledig ingenesteld in het model van de ziektekiemen. (Bron: http://www.drsharonrabb.com/articles/protomorphogens.html)
Uit het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw zijn er diverse vooraanstaande onderzoekers en medici bekend, die zich afzetten tegen de inzichten van de zich steeds verder ontwikkelende reguliere geneeskunde, waaronder de toediening van vaccinaties. In 1920 diende Chas. M. Higgins een petitie in bij de president van de Verenigde Staten voor afschaffing van de verplichte vaccinatie van leger- en marinepersoneel: “Horrors of Vaccination Exposed and Illustrated”.
(Bron: Books google)
Eleanor McBean zegt in haar boek “The Poisoned Needle”: …wanneer er micro-organismen worden gevonden in een ziek lichaam, dan is dat niet omdat deze van buitenaf binnengedrongen zouden zijn. Ze ontstaan bij het stervensproces van onze eigen cellen en spelen een belangrijke rol bij het wegwerken van lichaamsvreemde stoffen en beschadigde weefsels, veroorzaakt door serums, medicijnen en andere giftige stoffen, waar ons lichaam aan wordt blootgesteld.
Volgens deze mensen is de werkelijke relatie tussen mens en micro-organismen er dus niet één van oorlog, maar één van vreedzame co-existentie, wat in de biologie ’symbiose’ wordt genoemd.
(Bron: http://www.vaccinationdebate.com/articles.html#Game)
In de jaren ’70 ontwikkelde Dr. G.R. Hamer een revolutionaire denkwijze wat betreft gezondheid en ziekte en verkreeg bij meer dat 60.000 kankerpatiënten een resultaat van 98% genezing, wanneer er nog niet was overgedaan tot chemotherapie en bestraling. Zijn filosofie was geheel gebaseerd op begrip voor en het nut van ziekteprocessen en het grote aandeel van de psyche daarin. Wanneer je zijn denkwijze werkelijk begrijpt, zie je deze keer op keer om je heen bevestigd, zowel bij ernstige gezondheidsproblemen als bij hele lichte kwaaltjes en ongemakken. Ook hij dicht micro-organismen een hele andere rol toe: in de genezingsfase helpen ze het lichaam om tumoren en necrosen, ontstaan in de conflictactieve fase, weer af te bouwen, resp. op te vullen.(www.gnm-nl.be, http://learninggnm.com).
Al deze mensen zien micro-organismen dus als positief, als de brandweermannen die helpen bij het blussen van het vuur.
Commercieel belang of oprechte interesse voor een goede gezondheidszorg?
Als er in de tijd dat Pasteur zijn ziektekiementheorie ontwikkelde, al vooraanstaande medici waren die een hele andere mening waren toegedaan, hoe kan het dan dat we daar nog nooit van hebben gehoord? Aan de ziektekiementheorie kan veel geld worden verdient, dat behoeft geen betoog, maar hoe staat het dan met onze gezondheid? Is de medische industrie er voor ons of zijn wij er voor de medische industrie?
Het lijkt erop dat het laatste het geval is. In de uitzending van Zembla op 19 oktober 2008 wordt een tipje van de sluier opgelicht w.b. de werkwijze van de farmaceutische industrie in de uitzending “Hele leugens en halve waarheden rond het omstreden kankervaccin”, een zeldzame eye-opener in de algemene doofpot strategieën.
(Zembla).Hierin vertelt Prof. H. Schellekens, hoogleraar biotechnologie en lid van de commissie ter beoordeling van geneesmiddelen, dat de farmaceutische bedrijven gemiddeld 3 tot 4x zoveel geld uitgeven aan marketing dan aan wetenschappelijk onderzoek. Hiervoor worden o.a. “onafhankelijk” consultants aangetrokken, die de aandacht van het grote publiek op bepaalde ziekten vestigen. Oud-consultant Mw. Sandra van Nuland vertelt hoe zij ervoor moest zorgen dat de media uitgebreid over baarmoederhalskanker zouden gaan berichten. Zij moest reclame maken voor de ziekte en deze erger maken dan het is om mensen bang te maken.
Besluit
Het op grote schaal vaccineren tegen allerlei ziekten zonder gedegen wetenschappelijke onderbouwing, ook w.b. de gevolgen op lange termijn, lijkt onverstandig. In de hierna volgende hoofdstukken wordt ingegaan op de werking en de zin van een groot aantal ziekten waartegen massaal wordt gevaccineerd. Ook worden alternatieve maatregelen besproken, die zowel preventief als curatief genomen kunnen worden.
Bijlage 1 bij hoofdstuk 2: Trends en andere statistieken (http://www.rivm.nl/vtv/object_class/kom_ziekaandoen.html)
Astma
Trend in de jaarprevalentie van astma in de periode van 1971-2004 (3-jarig voortschrijdend gemiddelde); gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 1990 en geïndexeerd (1972 is 100)
Trend in de jaarprevalentie van astma naar leeftijd in de periode van 1971-2004 (3-jarig voortschrijdend gemiddelde); gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 1990
Diabetes (http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o1260n17502.html)
Puntprevalentie van diabetes mellitus in de periode 1990-2007 (3-jarig voortschrijdend gemiddelde); gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 1990 en geïndexeerd (1991 is 100)
Multiple Sclerose
Jaarprevalentie van multiple sclerose in de periode 1990-2004 (3-jarig voortschrijdend gemiddelde); gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 1990 en geïndexeerd (1991 is 100)
Reuma
Figuur 6. Jaarprevalentie van reuma in de periode 1990-2003, naar opleidingsniveau (3-jaar voortschrijdend gemiddelde); gestandaardiseerd naar de bevolking van 2000 (Bron: POLS, gezondheid en welzijn).
Artrose
Figuur 7. Trend in puntprevalentie van artrose (alle vormen, exclusief rug en nek) in de periode 1990-2007 (3-jarig voortschrijdend gemiddelde); gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 1990 en geïndexeerd (1991=100) (Bron: CMR-Nijmegen e.o.).
Infectie van de bovenste luchtwegen
Incidentie van verkoudheid, acute sinusitis en acute tonsillitis (per 1.000 per jaar) in de periode 1985-2004 (3-jarig voortschrijdend gemiddelde); gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 1990 en geïndexeerd (1986 is 100)
Longontsteking
Incidentie van longontsteking (per 1.000 per jaar) in de periode 1985-2004 (3-jarig voortschrijdend gemiddelde); gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 1990 en geïndexeerd (1986 is 100)).
Acute bronchitis
Incidentie van acute bronchi(oli)tis in de periode 1985-2004 (3-jarig voortschrijdend gemiddelde); gestandaardiseerd naar de bevolking van Nederland in 1990 en geïndexeerd (1986 is 100)
Gezondheidservaring
Percentage personen met een (zeer) goed ervaren gezondheid in de periode 1990-2007, naar geslacht; gestandaardiseerd naar de bevolking van 2000.
Percentage personen met een (zeer) goed ervaren gezondheid in de periode 1990-2007, naar leeftijd; gestandaardiseerd naar de bevolking van 2000.
De Hunza’s, een van de gezondste volken.
Wat eten zij en wat eten zij niet?
Wat moet je eten om gevrijwaard te blijven van ziektes?
Steeds meer bewijzen gaan richting de voeding als het aankomt op het ontwikkelen van ziektes. De voeding blijkt echter ook vele ziektes tot staan te kunnen brengen of zelfs om te kunnen keren. Dit is eens te meer aangetoond in de grootste dieetstudie aller tijden in China. Kijken we naar de leefgewoontes van de Westerse bevolking, dan zien we grote gebreken, zowel mentaal als lichamelijk, met onvoorstelbaar veel leed, waar de medische wereld geen antwoord op heeft. Er zit echter een andere kant aan de medaille.
De Hunza vallei, het land van vitaliteit!
Reeds in 1920 onderzocht de Britse onderzoeker Sir Robert McCarrison de relatie tussen het dieet, wat mensen gebruikten en de ziektes, waaraan ze leden en stierven. Hij verbleef vele jaren in het Himalaya gebergte, waaronder in de Hunza vallei, waar zijn aandacht getrokken werd door de uitstekende gezondheid van de mensen. Schijnbaar moeiteloos werd men daar 100, 110, 120 jaar oud, met een zeldzame uitschieter naar 140 jaar. Stel je een land voor waar mensen geen slopende ziektes ondervinden en ook geen ziekenhuizen, criminaliteit en andere excessen van onze moderne maatschappij kennen. Dokter McCarrison, die gespecialiseerd was in ziektes en voeding, ging op zoek naar hun ‘geheim’. In 1927 werd hem de kans geboden, toen hij werd aangesteld als Directeur voor Voedingsonderzoek op een laboratorium in India.
Laboratorium studie.
De dokter deed een hele serie onderzoeken met ratten over het effect van de voeding op hun gezondheid: 1189 ratten werden vanaf hun geboorte gevoed met de voeding die de mensen in de Hunza vallei tot zich namen: een dieet voornamelijk bestaande uit volkorenbrood met een beetje verse boter, onbewerkte plantaardige producten zoals rouwe wortelen en koolsoorten, eens per week een kleine portie vlees, niet gekookte melk en verder werd er veel water gebruikt, zowel om te drinken als voor het baden. De ratten kregen dit dieet 27 maanden, vergelijkbaar met 45 mensenjaren. Gedurende de 27 maanden werden er regelmatig ratten gedood en volledig onderzocht: geen enkel spoor van ziektes werden aangetroffen in deze tijdsspanne. Dit onderzoek bracht in die tijd echter geen enkele reactie teweeg in de wereld. Nu nog steeds worden deze onderzoeken liever niet in de openbaarheid gebracht door de ‘moderne’ geneeskunde, waar men meer belangstelling heeft voor ziektes dan het voorkomen ervan. Het fenomeen “gezondheid” en hoe men dat in stand kan houden, krijgt al helemaal geen aandacht.
Dieet en gedrag
De meest schokkende ontdekking deed Dokter McCarrison echter later in Engeland, toen hij de testen met ratten herhaalde met het gebruikelijke dieet van de werkklasse: een dieet onder andere bestaande uit wittebrood, margarine, thee met kristalsuiker, gekookte groentes en goedkoop vlees uit blik. Op dit dieet reageerde de ratten niet alleen fysiek slecht, maar op de zestiende dag van het experiment begonnen de ratten de zwakkeren in de groep aan te vallen en te doden. Het dieet waar de werkklasse zich mee voedde in de dertiger jaren, was echter nog een stuk rijker aan essentiële bouwstoffen, dan waar de gemiddelde Amerikaan (en Europeaan) zich heden ten dagen mee volstopt.
Voeding en gezondheid.
Een correlatie tussen voeding en gezondheid past niet binnen de medische denkwereld, waar onderzoekers als Dokter Moerman afgeschilderd worden als kwakzalvers met hun onderzoeken naar voeding en ziektes. Zo werden de mensen in de Hunza vallei ook niet beroemd om hun uitstekende gezondheid.
Vanwege onze grote aantallen kunnen wij niet, net zoals de bevolking van de Hunza vallei, onze eigen groenten kweken en het ontbreekt ons vaak aan de tijd om de noodzakelijke zorg te besteden aan de bereiding van de maaltijd. Wij kunnen echter wel lering trekken uit de basisvoorwaarden om gezond oud te worden, door veel meer natuurlijke onbewerkte voeding te gaan gebruiken en door de bewerkte rommel in de schappen van de supermarkt te laten staan en de fabrikanten dwingen betere producten te gaan produceren en leveren. Nu staan de schappen van de supermarkt overwegend vol met maagvulling, voorzien van schreeuwende gezondheidsclaims, die niets meer of minder zijn dan junkfood. Deze ‘plastic’ producten vullen ons, maar voeden ons niet en zijn een zeer belangrijke oorzaken van onze slechte gezondheid. Terwijl de meerderheid denkt redelijk gezond te leven, wijzen de feiten in een heel andere richting. Wij doen het, vergeleken met de ‘primitieve’ bevolking in de Hunza vallei, bijzonder slecht met een gemiddelde leeftijd tussen de 75 en 80 jaar. Met feiten valt nu eenmaal niet te twisten.
Henk Mutsaers, bewerkt door Mies Kloos
Bron: http://www.byregion.net/articles-healers/Hunza_Diet.html